Resultaten voor het trefwoord moment

niet iedereen gaat door – ingeborg haalboom

Een kind beschrijft met pen
het krassen op zijn tafelblad
niemand weet waar hij blijft

als de inkt op is en dat je dat
dan niet terug kunt schrijven

de tand der terreur trotseerde destijds
er hangt een vel op zijn lippen
in vochtig verkleefde vorm

het kind breekt het ene been over het andere
alvorens optioneel een voetstuk te plaatsen
niets staat voor even op een moment

de nacht begint wanneer de juiste zoogdieren zichzelf in het donker knijpen – delphine lecompte

Met geknapte veters adopteer ik een bezwaarde kat
Ik noem haar Gerda en ze haat mij
Twee dagen na de adoptie sterft mijn grootvader
Ik krijg de kaas die nog onder zijn stolp lag
En een gotische kandelaar zonder kaarsen.

De kaas deel ik met mijn jongste zus
Die onze grootvader nauwelijks heeft gekend
Ze heeft zijn gouden dasspelden geërfd
Na de kaasmaaltijd verlaten we voorgoed zijn hol
Zijn holle huis echoot mijn verwachtingen uit.

Terug in mijn eigen woonst toon ik
Mijn zus de kat, de kat aan mijn zuster
Gerda spint en mijn zus snijdt
Zichzelf aan mijn briefopener
De brief is aan ons beiden gericht.

Onze moeder wil dat we op het zelfde moment lezen
Dat haar vader een winderige, lijmverslaafde tiran was
En erger!!
Mijn zus leest trager
Wanneer ze lijmverslaving bereikt
Heb ik al erger ontdekt.

Erger is slechts een kortstondige flirt met de blinde vrouw
Van een Kaapse glazenwasser en een langdurige affaire
Met de schelle dochter van een bipolaire garnalenpeller
Na de brieflezing houden we ongewijzigd van onze grootvader
Onze moeder kan letterlijk naar de maan lopen
En daar nadenken over haar navel en over haar kleingeestigheid.

De zon gaat onder en we proberen de ondergang te chronometreren
Maar we raken het niet eens over de kleuren
Volgens mij hoort het rood nog overduidelijk bij de dag
Volgens mijn zus was het oranje reeds het begin van de nacht
Een uur geleden is de kat grijnzend door haar luik verdwenen
Met een kaaskorst en twee veters om aan een garnalenpeller te geven.

delen van de kamer – peter van galen

Mijn dromen spelen zich vaak af in de kamer
waarin ik leefde toen ik puber werd.
(Het was een oude, smalle kamer met een wasbak.
Een kantelraam keek uit over de tuinen.)

Na verloop van tijd begin ik te beseffen
dat niet alle spullen daar van mij zijn.
Een groep gehaakte beren zonder ogen.
Een trofee die ik niet heb gewonnen.

Ik vermoed dat ik veel ouder ben.
Dan komt mijn moeder rustig binnen
en zegt iets dat ik niet versta.
Mijn oude katten leven niet.

(Vanaf de zolder kon je door twee kleine kieren
delen van de kamer zien.
Dan leek het altijd of op elk moment
iemand zich daar kon bevinden.)

een sjekkie achter z’n oor – hanny van alphen

gisteren zag ik de groene ogen
van mijn moeder weer, nog altijd
onbewogen achter glas
dat elk moment kon barsten

ze rook naar gekookte was
het moet maandag zijn geweest
vader keek naar haar gezicht, strak
als de lijnen op het bleekveld

moeder zei dat hij op moest schieten
werk gaat voor, kom, was uitwringen
haar wijzende vinger blind gezien
greep hij de tang en draaide door

alleen maar – dirk wolters

Vanmorgen om een uur of negen
maakte de professor
zijn bevindingen bekend

het was uit nauwgezette
metingen gebleken:
er is alleen maar dit moment.

eventjes – kid-lee vermaase

Ergens in mijn levenswandel, op een dag,
Zie ik daar een ander ook rondlopen.
Onze blikken kruisen, er volgt een lach,
Waarna we de stilte in ‘wat studeer jij’ omdopen.
We spreken tegen elkaar, en dus bestaan we,
Een klein moment op de dag, en dan gaan we,
Ieder weer onze eigen weg, weg is de dag.

impressie van een verloren zondagmiddag – jan holtman

Toen ik na een stevige wandeling thuis kwam
werd ik door overbuurman Henk
wiens broer zich zelf een paar jaar geleden
verhangen heeft en wiens moeder nu dementerend is
uitgenodigd voor een borrel.

Daar zat ik, met een beugelfles Grolsch in het kamertje
Ik had het idee dat ik na twee slokken
in een compleet andere wereld was en
vond de 87 jarige vrouw er helemaal niet uit zien alsof
ze spoedig dood zou gaan.

Vanuit de keuken klonk muziek van de geheime zender
ze had haar schortje voor, alsof ze zo nog zou gaan koken
toch moest ik steeds aan de dood denken en om drie uur
had ik de tweede beugelfles voor me staan en dacht ik
dat de dood voor iedereen op dit moment het beste was.

Ik kan tegen een biertje, maar dit ramde erin en ik kon
de oude vrouw niet meer verstaan en begon het interieur
in mij op te nemen en werd overmand door een gevoel
van diepe deernis en alles, ook het leven
kwam mij als geheel zinloos voor de geest.

Boven de deur hing een spreuk: vrienden mogen kijven
maar moeten vrienden blijven. Ik schoot er nog net niet
vol van, maar kon wel janken…

ter plekke – frido welker

los,
de gracht
bomen
gebouw met collegezalen en
gebouw met boeken
samen de golven van een vaartuig,
de bocht al om en ongezien,
twee groene papegaaien, los
tot in de herinnering samen geplakt
vanochtend, in mijn humeur, nu
plakboekachtige structuren want
de rest van die locatie op dat moment
vergeten
beklad of niet goed opgelet

klein verzoek – hans van willigenburg

Er zat een ‘waarom’ aan te komen en daar houd ik niet van.
Ik doe altijd mijn best het zo goed uit te leggen
dat de gedachte aan een ‘waarom’ vroegtijdig smoort.
Ik tracht mee te nemen naar een plek of een moment
en ik ga net zo lang door tot die plek of dat moment
de plek en het moment zijn
die ik heb aangetroffen of meegemaakt.
Gewoon en ongewoon. Kalm en hysterisch.
En ik doe verschrikkelijk mijn best daarbij
de totale rijkdom van de plek of het moment uit te drukken.
Dit vertaalt zich naar mijn voeten en benen
en handen en vingers en de ademhaling enthousiast
op zoek naar vers speeksel om ook die paar stemmingnuances
die de neiging hebben in verre hoekjes weg te kruipen
onbarmhartig bij de lurven te pakken en eraan vast te plakken.
En vraag me niet, vraag me niks, maar staar in het gezegde,
in het volledig ongerijmde dat even door mij is uitgeveegd,
of desnoods in een deel ervan of in mijn naakte onvermogen
in de verste verte iets op te klaren of dichterbij te halen.
Maar, in godsnaam, vraag me alsjeblieft niet ‘waarom’! Wil je?

oude amersfoortseweg – richard kamsteeg

De Oude Amersfoortseweg
is eigenlijk gewoon een straat:
als je er niet hoeft te zijn,
loop je er gedachteloos door heen.
Maar sta nou eens even stil en sloop
de bebouwing uit je hoofd:
dan is de weg niet oud meer en zie je
de schapen op de arme grond,
de boeren en de ambachtslieden met
handkarren, nauwelijks belast met
schamele en karige waren.
Alles net genoeg
om niet van dood te gaan.
Op dat moment dan.