Resultaten voor het trefwoord massa

was ik maar – b. vogels

bij jou blijven is vertrekken

en dadelijk in de broekzak tasten
naar het mobieltje
waarin je niet te wissen meereist

het is zoals je dagelijks vergewissen
van een tastbare liefde

tot ik in het lege grijp
achteruit wil lopen in een trein
door de massa stap

met asse in mijn zakken

aderlating – jan bontje

ik heb zojuist het potlood herontdekt
en schrijf nu dit gedicht
het is gewillig
en laat zich braaf schrijven
zoals ik dat wil (denk ik naïef)
in werkelijkheid
schrijft het gedicht zichzelf
dien ik slechts
als doorgeefluik en instrument
van woorden die eeuwenoud zijn
maar door en in dit vers
een nieuwe inhoud krijgen
nieuwe woorden worden
zoals massa moord mooie mens
moeder natuur
is onverschillig
de mens denkt
dat hij belangrijk is
maar in feite is hij
rijk aan belangen
dus slaaf
: of lijfeigene
zoals nu (tijdens dit gedicht)
van dit potlood
waarvan ik me bevrijd
door het weg te leggen
afstand te nemen
met aderlating van dit gedicht

moordwerk – jelou

de betonschaar doorklieft hout
mijn moordwerktuig verzet
beloofde gouden bergen
ik dwing het hout terug naar daar
waar schorre kinderkeeltjes ooit
dwangarbeid verrichtten door
het bakken van wat cupcakes

ik knip en schrob een zaag lam
verdwijn in muggenzifterij tot
gele slakom mij alarm
hier ligt kat drie ontbonden
dan moet daarnaast de bruine pot
ons moederpoek markeren die
bedekt met eikenhouten plank
mijn massa kan hanteren

het komt wel goed, roep ik omhoog
een treurlied tjilpt de vlieren
het zwarte merelpak meldt rouw
om grof vervreten nageslacht
ik hoor twee eksters honen

de brandnetels heb ik gekeeld
hun meters dominantie stil
nu enkel nog de esdoorns
mijn voet de zandbak in als schraag
springen ontwaakt wat kikkers
mijn tenen als een trampolien
ik hielp hun huis om zeep

vergeef mij, prevel ik hardop
ik creëer opnieuw een veste
als deze staatsgreep straks voorbij

o pus 666 – jan bontje

als ik opera zie ik operatie Djakarta
darmstelsel
waar Woody Guthrie
jaloers op zou zijn als hij nog darmen nodig had
maar hij ging te vroeg deze kindervriend zanger gitarist
Leadbelly belde aan en vroeg de weg naar Hamelen
waar ligt dat in Utopia
we want Thomas More Gary Moore Henry Moore Michael Moore
onder de stoeptegels ligt het strand
Tahrir Taksim Malieveld Museumplein Bevrijdingsplein
Place de la Bastille
Erdogangsters RasPoetin
metalen vogels naar Memphis
de blues de blues oh yes de blues
en Dylan en Mozart in concert
in Londen Tokyo Madrid
op het Plein
waar het volk zingt en het schip van staat zinkt
moordenaars beulen die uit de lege hoofden van de massa eten
zwarte diamanten ogen die vragen
waarom heb je ons verlaten
Rosa en Karl glimlachen naar mij
praten over de Spaanse Burgeroorlog
maar vergeet Vietnam niet en Cambodja en Bangladesh
en Congo en Chili en Argentinië en de goelag
water / zee / vocht / druppels / tranen
over de wereld gaan ze heen en weer
onophoudelijk
nooit te stoppen
panta rhei / alles beweegt / staat stil / de tijd
de klok verslapt
Dali grijnst en zegt dat hij het leuk vindt
maar hij vergeet Picasso op de hoek van de straat
met Darwin en Kropotkin
terwijl de zon brandt
en de pleinen vollopen
bazooka’s drones JSF
knallen de feestjes
telefoontjes slavernij
freedom free at last
Martin Luther King Nelson Madiba Mandela Lumumba
Herman Gorter laat een scheet
maar de censor kent zijn vak
in een gedicht begint het morgenrood
maar het lot belooft er geen
dag Anton Constandse
je maande te blijven schrijven want wie schrijft
blijft achter voor tussen om over aan in uit mee tegen
het alfabet zwijgt en wacht geduldig

de blote zee – b. vogels

Vrede is een zee van naakt zijn.
Een zaak van anderen
raken bij de huid.

De kleuren wissen in de massa.
Golven verankeren op een lens.

De mens is een druppel.
In zijn kleren valt hij op,
het netvlies van de visser
trilt in niets dan water.

de oneindigheid van het oneindig kleine is niet alles – joost de jonge

Ik zuig het licht op
Van gestorven tragiek
Leef in de blinkende ogen
Van wie mij ziet
Omvat de ruimte
Zoals het onkenbaar immateriële
Ruimte geeft
Aan het universum om uit te dijen

Is het kleinste zo oneindig
Groot en onzichtbaar
Het draagt nog vele
Andere materiële universa

Op een andere onmogelijk te doorgronden manier
Doordringt dit oneindig kleine alle materie
Het nulpunt is de kern van alles dat vorm heeft
Zowel van binnenuit als van buitenaf ontsluit het
De mogelijkheid tot bestaan.

Let wel, lieve lezer
Dit is niet alles

De oneindigheid van het oneindig kleine is niet alles
En is in die zin niet zonder grens

Het absolute weten, kennen en begrijpen
Verschuift altijd in de tijd
Indien wij de massa van de zon exact konden bepalen
Dit is dan nog steeds niet alles en ook niet constant

Weet dit lieve lezer,
Ik verstoot alle massa ik
Leeg en zwaar als ik ben
De twijfel van het moment
Is wat je voelt dat aan je aandacht ontsnapt
Jijzelf bent het gewicht van het verlangen te zijn

Wat is de oneindigheid van het oneindig kleine toch gering
Achter de horizon vallen regendruppels
Daar is er ook een horizon die niet samenvalt met die van mij

Kon ik maar doorstoten in het rood van de ondergaande zon
Leven in de laaiende kleuren die mij doorstromen
De duisternis graait, een stille kracht slokt mij op
Zwart is de werkelijkheid die de onstuimigheid van mijn verlangen stilt
Ik ben verdwaald in de wereld terwijl zij in mij naar zichzelf zoekt

Alsof zij stil valt in de schitterende kalmte van een oranje ster
Straalt het Andere zo in mij van ver
Vergaan is ook dit licht
Wat is nu het verloop van tijd in dit gedicht
Slaag ik in mijn medemenselijkheid
Ik ben verdronken en de golven die mij opslokken
Zijn van een tastbaar goud
De golven die mij verdronken hebben
Spetteren vanuit de andere wereld
Ik heb gedronken, misschien was het teveel
Ik ben verdronken in de wereld die ik nooit zal zien als geheel

De oneindigheid van het oneindig kleine is niet alles

Een weldaad is het licht van de zon
Benedictie, deze zalving die in het oneindige begon
Implosie van de zichtbare wereld
Alles kantelt in het toekomstige zijn
En helt over in een oceaan van het allerkleinste
Het allerkleinste onveranderlijke deeltje zal zich dan ook openen
Om nu dan werkelijk het oneindige prijs te geven
Uiteindelijk staan wij dan met lege handen in de tijd
Bloeien de appelbomen op het topje van mijn vinger
En dansen de ooievaars tussen mijn wimpers
Stijgen zij op de natte thermiek van mijn lach en mijden de daalstromen

De oneindigheid van het oneindig kleine is niet alles

reservaat – enrico lommerte

is het waar
dat vele
gevluchte luchten
zuchten?

en waar?

ik zie
een hysterische massa
zich als lemmingen
het ravijn in storten

vrijwillig dit keer

gedegenereerde generatie
pyrofielen en kleptomanen
van leefschepen
op ruwe wateren

de straten van Shambhala
verlaten
zo ook de paden
in Eden

taking place taking off – hans mellendijk

bij the temporary stedelijk @ the stedelijk museum
amsterdam 20 oktober 2010

de spiksplinter nieuwe vloeren geboend 
voor & van elk wat wils, voor ieder wat

mijn lengte wordt opgemeten
met naam de massa ingeweven

de muurtekening evolueert 
als openbare performance 
én als collectief document
zoals dat in een conceptuele
taalklucht mag heten

ik zie een spreeuwenvlucht ontstaan
benieuwd welke hoogte ze gaat nemen

alpe d’huez – martin m aart de jong

Maar mocht ik mij herwinnen dan deed ik
het toch zo dat ik geen tour kon winnen
maar enkel klimmen, in het bergklassement.

De kreten en het zweten onder mij en onderwijl
versnellen met de duivel op de hielen en het snot
voor ogen. Ik zou ze allemaal bedwingen
op

de Alpe d’Huez zou ik wel willen zingen
een lang eindeloos couplet. Geen doping
en geen poging te ontsnappen aan het ganse

peloton, maar met doortrapt gemak los komen
van de massa die gedwee na een kwartier
of wat zou volgen vol bewondering

en respect. Ik zou de tour niet willen
winnen. Maar de bollen om mijn nek
ik wil daar als eerste binnen, een keer

wil ik maar winnen op de Alpe d’Huez.