Resultaten voor het trefwoord maat

je kan me wat – andrea herwegen

niet zomaar ineens
zin in moord en doodslag

koken doet het
al een tijd

wat natuurlijk
figuurlijk en relatief

maar laten we
niet weglopen

hete brij vreten
zonder gebed

heilig is een strijd
onze vrijheid een spel

we lopen op de maat
dansen naar de koning

zijn pijpen haar vader
moeder kent rust

met vlag en wimpel
gezakt voor oranjegevoel

zee van kalmte – iniduo

het hervonden water spiegelt binnenkant
ik ga in een omtrekkende beweging mee
voel ruggelings strelen met vlakke hand
mijn leniging zweeft boven ademloze zee

ik ben in een onbeslapen bed ontwaakt
waardoor wormgaten vallen in blindheid
het duurde even, maar de code is gekraakt
eindelijk ben ik deelgenoot van mijn tijd

het ritme van lome golven is nu de maat
onbedijkt zelfs, in vloeibaar koele lijven
want dood tij dat fier de wereld over gaat
komt met behouden vaart bovendrijven

summertime – mark boninsegna

Het regent
zomerdagen in de polder
grenzend aan de dampende stad
waar erosie de ziel blootlegt
voor ons
die zich onderdompelen in
pompende beats
jazz
poëzie

Cultuur mixen

Een nieuwe inheemse dans
Op maat
Op zwetende lichamen
Op lust en genot

Paaldanseressen zwevend
boven onze schoot
verschieten kleur wanneer
de naaktheid
realisme zichtbaar maakt
in bordelen waar ooit
Chinese rook longen vulde
van hun die ontsnapten

Het hart vangt
het ritme van de stad
Evenwijdig pulserend

Geliefden

fade-out – sabine kars

aan de schemerende gracht
hapert een man
gewikkeld in vroeger

en niemand streelt hem door zijn haren

hij wiegt
zijn verliezende lijf
op de maat van passanten – breekt

de laatste dagen van dit zo besloten feest
waarop iedereen te vroeg ging slapen

en sinds de kruisen binnenstromen
verkruimelt hij – de laatste bomen

barst
nooit meer
in bloemen uit

huis – bob elias

het huis danst
op tektonische platen
de voegen kraken op de maat
wees gerust het praat
niet over liefde
sterfbedscènes
of bungelende benen
in het trapgat
hooguit een loslippig raampje
dat roddelt met de wind
uitgekotst lig ik naakt
als een fakir op het grint

de dagen zijn van steen – martin m aart de jong

Wie legt ze uit in straten, op de knieën

om ze in zand te slaan, breekt ze door

midden, gooit ze op een hoop, wie?

Wie voelt de regen, wie drinkt koffie

achter kleine ruiten van een houten

huis op wielen wie brengt papieren

nieuws rond, wie klimt op ladders

om het uit kijken naar morgen

van een frisse blik te voorzien?

Wie haalt de zakken op,

wie knipt de bomen bij?

Wie zorgt dat de dagen

tellen op de maat zoals

wij willen en onze succes

agenda’s sluiten en kunnen

knikken van Ilja, ja, ja.

avondwandeling – c.p.vincentius

Een manke hond zwaait in de orkestbak;
kwispelt de maat, ‘t hinken moe.

Zangeressen huppelen samen hun liedje
en zwaaien hun overrijp decolleté.

Buiten staart onze maan naar de aarde
en huilt noordenwind straten leeg.

Drinkers wankelen, lallen naar huizen
en pissen overal portieken geel.

Na twaalven sterft veel van het lawaai
als vanuit ‘t westen regen nadert.

Buiten blijkt vooral kil en veel te helder,
binnen blijft illusie warmte vragen.

Brievenbus kleppert op vage windvlaag,
achter voordeur slaapt natte hond.

wat de toekomst brenge moge – gerardus

weer lees ik een uitspraak
van een minder licht

“van mij moge ze
heb niks te verbergen”

– preventief opsluiten
en castreren, dat
zal ze leren –

ik denk gewoon
meer als de ziener
de geboren leider

– grootheidswaan?
stalin verbleekt er
tot niets bij –

over een jaar of vijf
maximaal tien
laat ik eeuwig slapen
wie ik maar wil
efficiënter dan een sluipschutter
middels een op maat ontworpen virus
– mede mogelijk gemaakt
door uw dna-bank –