Resultaten voor het trefwoord ma

veldboeket – ellen vedder

Ik neem die gele bloem en zo’n bol
vol pluizen, voorzichtig plukken, ojee

toch weer een steeltje met kale kop
het is net ‘t geheime heertje, paars
bloempje erbij en drie kleine witte

ma de liefsten heten ze, nog wat
van die plofdrollen op lange stengels
en ook dat dode boompje daar, als laatst

schep ik moedereend en haar donsjes
uit de vijver, ik prik ze op de takken

voor in haar allermooiste vaas

vette pech – ellen vedder

geboren op een slechte plek, ma’s liefde
resoneerde op alcohol, pa moest toch ook
zijn woede uiten en sloot zijn handen

om jouw keel, je dreef in stukken weg
uit het gezin zonder garantie, je zocht hulp
bij zo’n jeugdinstantie, die zijn best deed

een dicht dossier over jouw leven schreef
dat als kort artikel eindigde in de krant
op een koude vrijdag in januari

de klassenfoto – joost van gijzen

De hoop van de verliefde maar verlegen
Jongen was gevestigd op de fotograaf –
Want ook verlegen méisjes moesten eraan geloven: braaf
Liet Rietje zich vereeuw’gen – al was lachen tegen
’t Vogeltje nog lastig, en was zij de enige
Die ‘boos’ keek, boos leek op de foto’s. -G’lukkig ging
Ik niet voor Hansje, de langbenige
Zwemchamp want, en dat was een ontgoocheling
Geweest: haar ogen waren steevast dicht, vernauwd
Voor het flitslicht; Esthers ma vond haar ’n prinses,
Dus haar knappe kapsel werd verbouwd
Tot pruikentijd wanstaltigheid – haarlak exces.
Ikke? Mijn verliefdheid won ’t van mijn verlegenheid –
Geen strakke mond bij mij, zoals je zou verwachten:
Ik dwong mezelf voor Rietje, hoopte ieder jaar dat zij
Begrijpen zou dat ik naar háár glimlachte.