Resultaten voor het trefwoord logica

dieren van de aarde – pallas van huizen

Hij en Anneroos, ze breken niet, ondanks de macht van Ylcia, ook het aardse bestaan heeft een regisseur die zelfs Ylcia niet kent.

Een zwerm spreeuwen scheert over de daken, vandaag was een mooie dag om ’s nacht nog even samen te vrijen. Het lengen van de dagen, het heeft invloed op haar slapen, haar dromen…

“Onzichtbaar licht”

Anneroos moet het gevoel hebben,
het aardse trekt hem aan,
de wind laat hem gaan,
hoe kan ze meer van hem houden?
dan hem los te laten?
om hem te offeren? of te sparen?
Om haarzelf te offeren? of te sparen?

Alles voor de logica van orde.

De schoonheid van Ylcia verblindt de rups, maakt haar dood voor zichzelf. Haar rupsenlogica kan de logica van de natuur, de grote aarde niet bevatten. Ze weet nog niet van de meerdere lagen. Haar spiritualiteit reikt niet verder dan de overkant van deze tak.

Het is zeven uur in de ochtend als haar man opstaat, de verleiding van de oogverblindende vrijheid spreekt hem vandaag nog niet op zijn verantwoordelijkheid aan, maar snel zal Anneroos hem op de proef stellen, de opdracht die hij moet vervullen zal hem nog langer en langer en langer in gedachte bij Ylcia houden, hij praat met haar, vertrouwt op haar, maar Anneroos raakt hem nimmer kwijt.

los van de muur – pallas van huizen

De orde van logica, zij reikt verder dan de mensenlogica.

Het is een onbewogen dag, de deur achter hem dicht en op reis.
De logica van de natuur, balans en onbalans, de wetenschap van macht,
·om te gaan of te blijven. ‘Anneroos neutraliseert me, Ylcia laadt me op.’

Twee honden, Kaa en Kee, ongebonden aan een lijn.

‘Waar staat het voor en wat wil het zeggen?’ Vraagt hij zich af.

Dwing het kompas niet naar het zuiden als het naar het noorden wijst
en dwing het kompas niet naar het noorden als het naar het zuiden wijst.
Maak je los van de muur, begeef je buiten het cement en de fundering.
Spiritualiteit is als een volwassen vlinder, vrij, alleen, mooi, oneindig mooi,
·alleen voor jezelf.

Anneroos is hoog, zo hoog. Maar Ylcia is nog, nog hoger, verder dan zij.
Je kan zelf nog, nog, nog verder en hoger komen,
maar zo iemand heeft hij nimmer echt gekend.

Hij wilde tegen haar zeggen
dat hij deze vraag eigenlijk niet eens hoefde te stellen,
maar zelfs dat was niet nodig, het ging vanzelf.

‘Wat zeggen ze?’ Vraagt Ylcia haar man.

‘Ze spreken in waarschijnlijkheden, omdat ze niets zeker weten.
Niemand, niemand, niemand weet hoever die is. Niemand!

En schat, weet je wat het ergste is?

Ze zeggen, dat als ons hoofd niet aan onze romp vast zou zitten
dat wij ons hoofd ook zouden vergeten.

Met andere woorden tijd om Anneroos duidelijkheid te geven.’

Ochtenddauw laat langzaam aan grassprieten los,
een eend, een fuut, een vaart, een vijver.

Anneroos loopt op blote voeten als ze ziet dat haar man weg is.
Ze voelt twee botsauto’s botsen.

De honden, Kaa en Kee, zijn met de dromen van de oosterwind
vertrokken.

essay – robert kruzdlo

hoe dieper je graaft
herinnert het kinderoog
kan zelfs een microscoop
niet onthullen wat
te zien is in je brein

rede blind ogen zing
lang leve de wetenschap

ook computers helpen niet
om meer te zien dan
een FMRI regenboog
kleurige elektravelden
het kwantum trillen doet

stom blijft de mens
verliest de logica zijn kunst

klinkt er snaarmuziek
een onbekend deeltje God
een entropie botst
stil in mythe vangt

vlucht ik terug
in mijn logica
voordat niets meer overblijft
dan wat tussen uiterste blijft

– wat ik nog steeds bemin is
dat wij blijven kijken met
de ogen van een kind.

wees (I) – jan holtman

Vlees en bloed
zijn wiskunde
geworden, de
opkomende wind
de weerkundige
logica van een
warme zomeravond
met naderend
onweer en tijd
om te gaan en
te blijven, hier
liggen ze dan.