Resultaten voor het trefwoord lippen

06 – brigje otterloo

ik zal je zeggen dat ik weet van einde niets
en ook begin is mij ontschoten in de haast
die leven heet verbrand ik weet nog goed
dat ik verbaasd uit ogen staarde naar

een ik dat mens geworden was een houten
glas vertelde mij van leren eten lopen
baan en dan het wennen aan gesprekken
over straat zonder de anderen aan te

raken balanceerde ik op zijden draden
langs een jou je lippen streelden tong
bewegen langs en zo te spreken met jouw

hart geworden menselijkheid het was alsof
het spreken over water lopen was zo zweefde
leven over in een jou en ik waaruit je ogen.

dode woorden praten niet – enrico lommerte

ik ben dood
en kijk je aan
mijn praten
dringt niet tot je door
de tere zoen op je lippen
niet gevoeld
hand in hand dromen
je loopt weg
de tranen in je ogen
sporen mij aan
ik struikel maar
haal je bij
zie je schrijven
en van over je schouder
lees ik mee
de woorden
dringen priemend in mijn ogen
branden zich
als eeuwige imprint
– ik ben dood
en kijk je aan
deze woorden lief
dringen niet meer tot je door
gestorven woorden –
ik voel je hartslag niet
maar je schrijft
dat wat ik vergeten was
ik ga
kom je weer tegen
ooit
leef nog even

aangifte – b. vogels

je springt kundig
van vak naar vak
als een kind op één been

de aangifte met gemak doorhinkeld

vandaag ben ik de aanslag
op jouw lippen
als een kleefbiljet
gehandtekend met
vermiljoenen zoenen

de subjectieve criticaster – hanny van alphen

Ik zeg u,
hoed u voor zijn tong
scherper dan de schaar
van een kleermaker
die door loden stoffen glijdt
snijden zijn woorden
uw vers aan flarden
en likt hij zijn lippen vast
voor het volgend commentaar
op het slipje van de meid
of de dwerg in ’t boudoir.

tante eliane – b. vogels

elke ochtend
haal ik je uit

ik val voor rood
en voor vier vruchten

maar vandaag
blijf je onwrikbaar
de lippen stijf op elkaar

balen
nu ik het zoet met een lepel
uit de bodem wou halen

nachtzicht – anouk smies

Mijn frons achteloos gevaar
Rood de wangen van het wajang meisje
dat sluimert in mij

De nacht draagt een sleehak
glijdt nabij

Een vraag brandt op lippen
van de maagd die ik was

Verleden om op te kluiven

De zon heeft de maan
om een komma gevraagd

Het luik vannacht
niet te gretig dicht te schuiven

stem – berrie vugts

Ik wil je stem horen
Niet wat je me zegt

Ik wil je stem horen
Uit je tong en lippen

Uit steen opgestaan
Wil ik je stem horen

Ik wil je stem horen
Hoe ze zich uittrekt

Hoe hard gesmeed
steen zich uitdrukt

moeders – ellen vedder

Krullende lippen, glimlachen, grijnzen
gestifte monden, kraakhelder gebit
bloot tandvlees, gewoon al ’s ochtends
gorgelende kersenmondjes, zachtaardig
geslobber uit vlezige lippen compleet
met een vleug zelfgebakken brood

Verbeugelde tanden blikkeren licht
door alles heen, ik denk: hyenageschater
zij vullen de gangen
happen de luchtstroom aan flarden
een ijle tunnel door de drukke gang
troep lachende monden, meedoen

Niet buitengesloten, erbij horen
de spieren boven mijn mondhoeken
verstijven – negeren – kirren
en koeren moet ik, mijn tanden tonen
ten allen tijde lief van me af bijten
Zie mijn kinderen of ik verscheur je

de avonden – debby visser-neale

Haar geschminkte ogen hol en zwart, haar lippen rood gestift,
Avond is nabij,
ze gaat uit spoken in de nacht en maalt door de straten (high)
levend aas, fluistert ze, een Mercedes rijdt voorbij,
schakelt en rijdt terug, langzaam vouwt ze zich dubbel
als een lekke opblaaspop.

vergissing – jan holtman

ik spot nog met de dood
kijk zonder angst naar
dicht geplakte lippen

slecht gegoten pakken
vaak te groot

alsof hij slaapt zegt iemand
schoorvoetend langs de kist

hij zou nooit in z’n beste
pak gaan slapen denk ik

de jongste kleinzoon legt
een tekening op zijn voeten

voor Oma stond erop