Resultaten voor het trefwoord lied

een beetje schaduw – diana hoogenraad

ik fluister jouw droom
kus je lippen
licht

dronken van de zon
geen rivier
bespeelt nog onze snaren

vergeet mij niet
nooit
onsterfelijk lied

het zand is leeg
ik voel
een beetje schaduw

kun je nog zingen, zing dan mee – jan holtman

van wat ik schrijf is nooit meer
is nooit meer iets waar zoals
vroeger dingen waarheden
waren

mijn tong lispelt er lustig op los,
toen liefde en bloedworst nog
samengingen en wij zongen,
omdat we

nog zingen konden:

eigen meester, niemands knecht
                    recht en slecht
stalen vuist en rappe hand,
zo is ’t volk van Nederland

waar is het varken in dit lied
met stalen vuist en rappe hand.

ferme jongens, stoere knapen,
schaamt je jongens en gaat mee
naar de zee, naar de zee

om aldaar te verdrinken,
                    recht en slecht.

hola, Bootsman, ik ga mee!

het dagje uit valt in het water – diana hoogenraad

De nacht was kort
en zwart
wakend
wachtend op licht
Het lied vooruit
met Boerka aan
naar mijn bestemming
veilig met de trein
kijk ik door een ruit
Hemelwater
met bakken
droog kom ik aan
vol verwachting
valt ter plekke
De Hoop
over de Witte-Vrouwenbrug
te water

jij – sil darius

een stem een toon
een woord in klank
een geluid een lied
een melodie in zang
een gebaar een blik
een gevoel in mij
gegeven door jou

afscheid – elize augustinus

Het zijn van die
onbenulligheden, zoals
elke dag,
probeerde ik
nog te denken

Tot het geblaf
klonk in mijn oren
verstrengeld met
een lied,
Om te onthouden;

Ik walgend
van geweld besloot
te gaan

Een laatste
blik op de
canapé, het
boek ligt open

Jij draait
met de sleutel, het
slot knarst
een slag verderom

Ik Hol
zonder
achterom
te kijken
barrevoets
in dorre aarde

Ik liefde en vrede
voel de zilveren regen
weet waar de wind vandaan komt.

na je komst – peter helsen

We hadden je verwacht. De lijnen waarbinnen
je zou passen waren uitgetekend, hoopvol
en met zin voor precisie. We spraken over
de herinneringen die we zouden hebben lang

na je komst. Eén iemand hield de ander vast,
alsof bakens nodig waren. Een lied ontbrak.
Het geluid van de nachttrein werkte bedarend.

De morgen kwam met bitter licht. 
De lijnen hadden zich herschikt tot dierlijks,
onbestemds. De treinkadans werd dreigend. 
Hoe ijdel hadden wij je uitgezet?

zingend ijs – jan holtman

Het ijs, spiegelzwart,
zingt een duister lied
onder haar slagen

golvend op het water
tot het gele riet
bevroren kragen

‘Net walvissen’, zegt zij
en ik doe een slag
en vat haar heupen;

‘Meerminnen Lief,
het zijn meerminnen,
zingend over jaloezie.’

absoluut en ik – peter van galen

Er zijn dagen dat alles zich overgeeft
dat de wandelaars trots de zee in gaan
de koeien stil naar de bliksem kijken

dagen die niets te raden laten
zeker weten de aarde draait
zonder twijfel de stenen rollen
absoluut en ik ben hier

driemaal om de dood te lopen
lachend bij een boom te staan
met gouden munten in je hand
ogen uitgestoken

ik hoor een lied dat gaat
dit is de allernieuwste dag
het eeuwige seizoen

en dan plotseling
een droom.

verzinnen – vera de brauwer

Er liggen veertien regels op de loer.
Ik weet nog niet of zij een valstrik spannen,
misschien mij naar verlegenheid verbannen
om een gedicht dat slechts een woordensnoer

is, zonder inhoud of belang; droog voer,
terwijl in fijner schotels, ranker kannen
de poëzie verlokt tot proeven van een
geraffineerder maal (zoals de Cour

du Nord serveert, zegt Michelin). Ach wat…
wie weet gaat het wel andersom, zodat
de verzen niet proberen míj te vangen

maar dat ik hén verleid. Kom dichterbij,…
kom, luister naar mijn sprakeloos verlangen,
verzin een lied, ver-zin wat leeft in mij.

 

 


Een gezongen versie is te beluisteren op http://veradebrauwer.punt.nl/

awakening – elisabeth j.m. jansen

In mijn schoot borrelde hete lava
die, toen ik mijzelf
op een aan het oog onttrokken
plekje zaligheid bereidde
en barstte van plezier, langs
mijn door de tijd heen ontboste
helling smeulend naar beneden
stroomde om langzaam af te koelen
onder aan mijn voet waar
het een vruchtbare voedingsbodem bleek
voor een zinderend lied
niet bestemd voor necrofielen
iets wat ik al eeuwen
niet meer voor mogelijk hield.