Resultaten voor het trefwoord letters

in ogenschouw – iniduo

het valt ledige luchten soms zwaar
de verheid van de ruimte te bevangen
misschien zijn vogels aan de hemel daar
om naar de gindse einder te verlangen

het staat in geblokte letters gedrukt
met woorden van verscheurde lyriek
wat ik in de verte zie is wat mij verrukt
vanuit mijn kleurrijk gebeitste optiek

compositie – iniduo

ik bezit geen letters maar
er is mij verteld dat ik woorden
kan bezitten als ik deze
in mijn volgorde aaneenrijg

ik bezit ook geen kleuren
maar er is mij verteld
dat ik coloriet kan bezitten
als ik verf op mijn doek aanbreng

ik bezit geen geluiden
maar het schijnt dat men
spraak als mijn mening opvat
nadat ik gesproken heb

laat ik zwijgen over noten op de zang
ik ben slechts boodschapper
en hoewel ik ook geen leegte bezit
zijn brein en maag behoeftig
het is tijd voor een feestelijk maal

* – juvu de ruiter

Vrees niet de camera.
Vrees niet de e-mail-check.
Vrees niet dat de rechtspraak onder curatele staat.
Want onze plichten en rechten zijn in beton gegoten.
In onze ivoren torens bewaren we onze gedichten in
vuur, meneer minister en
wij kijken omlaag, terwijl het boven ons gebeurt.
Want in zwermen zullen zij komen.
niet de kraaien en de raven,
niet de dik gedrukte letters in de krant,
niet de onderwijzers die ons jarenlang belazen.
Nee, wel de poliepen van vrijheid die
ons minutieus bekijken.
Zij zullen dineren in hun upperclass-aquariums,
inferieur op maat en een
samenleving dicteren met princiepjes.
Totdat wij enkel nog tolereren.

beëlzebub – iniduo

Het is al één uur en ongemerkt middag, na nachten doorwaken
en verdwalen in letters op het toetsenbord. Gedachten dwarrelen
nog steeds binnen vanuit sterrenstelsels en gangen van kinderlijk

verleden. Ga weg, gespuis. Maak frisse ruimte voor ijverig gebezem,
blaas stof uit de hoeken van het heelal. Wat is toch dat venijnig geraas
van draaikolken achter de windstilte. Dat schuilt als zuchten of zwijgen

nu eikenbladeren eenzaam wiegen. Dat wortelt als dromen in bomen.
Welke genen neigen naar schurende woede. Zelfs nu het vlees is gepijnigd
tot rauwe biefstuk. Zelfs nu het zowaar routineus avond lijkt te worden.

nox voluptatis – bert de kerpel

Toen ik sliep had ik een boek vast,
zij mijn handen en ze vroeg of ik
met haar in de bladspiegel wou duiken
en het donders brakke water brak.

Trots in de verte torende de oever
maar twee goed gekozen woorden en
tussen haar dijen lokte ze een karper.
Zijn vinnen sneed ze tot vleugels.

We zijn aan wal van bil gegaan.
Onze tenen woelden het zand
tot hoopjes, onze tongen trilden
maar alle letters losten op.

Van zodra de wind de klinkers
verzameld had en wij, charmante
ketters, weer te water gingen,
begonnen planten te dansen,

twijgen te zingen en later,
toen de spiegel ons losliet
en de letters, ontvlamden we,
bronstig als belezen spetters.

ik ben boek – hanny van alphen

mag ik even het woord
ik ben boek
niet zomaar een boek
een gebonden boek
deel I en deel II
ik heb een harde kaft
en knisperend blad
geregelde letters
klein en groot

een paar ezelsoortjes
en vaalblauwe afdruk
op m’n eerste blad, en oh ja
ik ben genummerd
heb een streepjescode
en sta met mijn rug
tegen de muur
van de bieb

afgeboekt ben ik
nu te koop
voor de helft van de helft
van de boekwaarde

* – serpil karisli

Words, words, words
Een boel weze letters
Zinnen maken is betekenisloos
Iedere taal mij vreemd
Een schip dat strandt in de golven
Voordat hij de haven bereikt
Een verlaten stad
Een verbannen pen
Is taal

Had ik maar niet de beperking van vertellen
Dan zou ik je bereiken met kleuren
Ik zou licht zijn en jouw huid strelen
En verhalen verbeelden in de lucht
Rennend in een wind
Zou ik jou aanraken
Een nacht zou ik zijn
Soms een maan zo nu en dan een ster

Was er maar geen afstand
Dan zou ik smelten in je huid
En vrijen met je geur
Ik zou een stem zijn
Een fluistering in je oor

groene kathedraal – pj sas

de taal is een groene kathedraal
waarin ik afdaal, ik laat mij zakken
door een bladerdek van letters
langs katrollen van grammatica
en verder langs knoestige vertakkingen
van onderwerp en gezegde en nog verder
langs formele bomen als pilaren
op pilaren, als kolommen op kolommen
tot ik kom bij de aarde in het duister
en ik luister naar de stilte, de koralen
van de vogels hoog in het groene glas in lood
en ik ruik de dode bladeren en ik weet
hoe de wortels wortelen in de dood
in massagraven van uitgestorven beschavingen
hun humus voedt de bomen zoals onze woorden dat ooit
ook zullen doen

sukkel. – martin m aart de jong

Gisteren schreef ik het nog bij mijn
zelfgezette koffie. Lepeltje erin
en roeren maar. Ik loste alles op
tot het werd uitgewist in het digitale
water van het virtuele net. Ik had niet
eens geknikt ofzo. Verkeerd gemikt met
knoppen. Ik zag mijzelf niet. Een kind
zou het veel beter kunnen. Ik moet ook
weer gaan schrijven met de hand. Kroos
zien als het letters zijn geworden. Wak
hakken in de woorden die ik kies als
“lissen” “handen” en gaan bloeien met
verstand.