Resultaten voor het trefwoord lesley adriaansz

doden dromen niet – lesley adriaansz

Doden dromen niet.
Zij spelen alleen toneel,
herhalen van ster tot ster
de eenakter van hun leven
tot waar de lichtval reikt.

Doden dromen niet.
Zij zijn ondergeploegd verleden.
Zij schieten soms
kortstondig op
als schoten uit een akker.

Doden dromen niet.
Zij weten fantasieloos zeker
wat er loos is.
Hun kennis neemt niet toe of af
bij meer of minder universa.

dubbelganger – lesley adriaansz

Antimaterie evenbeeld
van mij gescheiden
sinds het begin der tijden.
Ontbeerd als
helft van tweeling,
gedood na eerste deling
van het leven
en daarna buiten beeld gebleven.
Hoelang totdat deze
ontbonden Siamezen
worden gecompleteerd
door elkaars eclips te wezen?
Pijn en antipijn ontzenuwend.
Als goocheltruc het leven luwend.

ik zal voor je dichten – lesley adriaansz

Voor M.

Ik zal voor je dichten,
omdat de wereld nieuw voor je is
en jij er nieuw in bent
en je ogen rond zijn van verwondering.
Mondjesmaat zuigen zich woorden tot zinnen,
zoals een baard in etappes een grimas raspt.
Ik zou opnieuw willen beginnen,
geloven in de tienduizend dingen.
Wat is er van die trotse gang
tussen hemel en aarde gebleven?
Ik moet gaan liggen om mijn fantasie te leven
in schuilplaats annex spookhuis.

Ik zal voor je dichten,
omdat ik de wereld niet verbeterd heb.
Hoewel wij toen bij uitstek
dat als geboorterecht
ons aanmaten, maar
wij overaten aan idealen,
nestelden in protesten
en vervolgden op oude voet.

Ik zal voor je dichten,
omdat het moment bedriegt;
ik je voortaan tevens zoals nu zie,
terwijl een spiegel links en rechts
maar niet de tijd omkeert.

vissen – lesley adriaansz

Levenloze vissen zijn doder
dan andere dode dieren.
Zelfs bij leven leven
hun ogen niet echt
en zijn zij koudbloedig
als een kadaver.
Vissen kletsen met petsen
op natte tegels.
Het klinkt als oorvijgen.
Onder water zijn zij onzichtbaar
van boven. Van onder van zilver.
Hoe groter en tandrijker
des te gevaarlijker
zijn zij.

lege man – lesley adriaansz

Ik ben de lege man.
Het kader zonder kleur.
De leeg geboren, nooit gevulde.
Ik kreeg
van moederszij niets mee
van vaderskant tekort.
Ik nam alleen maar ruimte in
als bewegende kledij.
Mee deed ik nooit,
dreef nooit iets aan;
ik vulde slechts wat foto’s op.
Ik had ooit tijd (later niet meer);
de jeugd was,
onder zich de toekomst een vangnet,
mij een blinddoek.
Ik ving nooit wijsheid.
Nihil geleerd en meer vergeten,
bleef ik geestloos medium.
Ik waai met alle winden mee,
geef iedereen gelijk.
Principes laat ik los
als hagedissenstaarten.
Minder dan niets
ben ik wat overblijft,
als alles weg is.

opgetild en gekust – lesley adriaansz

Voor Maycen

Opgetild te worden en gekust.
Het motto van het pril begin.
En ook later, als ik viel,
werd pijn na heffen weggekust.
Dat is voorbij. Ik werd te zwaar
en steeg nog wel, maar
kreeg geen zoen.
Hoeveel weeg ik, wanneer
ik voor de laatste keer,
omkist, getild word
voor een kus?

stamboom – lesley adriaansz

Dag moedervis
en vadervis,
wat ging er mis?
Was Oedipus toch niet zo gis?
Jullie gehoorzamen de wetten
der natuur,
verdrinken in instincten,
verorberen en koesteren
je kroost.
Zo ben ik dan geboren
en gejaagd
in rechte lijn
tot nu, van lang tevoren.

sieurs – lesley adriaansz

Een keur aan sieurs
onder de zon.
Sneerende heren
Blageurende sinjeuren
Allerbeste dandyesken
Bipartiete mieten
Kiene androgynen
Feminiene fetisjisten
Fondanten Fabiolae
Misantrope foben
Groze nozems
Blozende gozers
Soebattende toeans
Klinkende binken

de hond – lesley adriaansz

Ik heb de hond nooit kunnen leren
om harder te praten.
Bijgevolg verstaan wij hem niet en
zullen niet vernemen
hoe hij geen gewicht heeft gehad,
in een baan om de aarde is geweest,
als gescheiden kop en romp heeft geleefd,
blinden heeft gegidst
en met doodsverachting oorlogsdaden verricht.
Ik had op meer gehoopt voor hem,
maar dat zat er niet in.