Resultaten voor het trefwoord leef
Ach, ik denk, het is
Toch slechts een woord
Niet mijn verrijzenis
Ook als het bekoort
Hoog in de lucht klinkt
Het kloppen van een specht
Hoe hier het blad in mij verzinkt
Tussen bomen hoog en recht
Meisjes van vroeger nemen plaats in
Hoewel, steeds minder
Het leven wist mijn herinnering
Ik fantaseer nu zonder hinder
Het woord is een wonder
De motoriek van mijn weken
Omar, Zie je de koe
Jij die in de diepte dook
Hol en met frisse tegenzin
Kan een steen die daar
Zo zwijgend ligt
Dromen over zichzelf
Door duisternis gebonden
Een deksteen wordt geplaatst
Waar een nieuw leven begint
Is het hogere soms een muzikale allegorie
Waar meisjes van vroeger dansen
Het woord is een wonder
Ze laten je vallen als een baksteen
Die wondere woorden
Blijken dragers van licht
Ik fantaseerde mijzelf
Lief en zacht als elf
Een bloeden dat nooit stopt
Een niet bestaan tot gewelf
Ach, ik denk wat het is
Toch slechts een woord
Tot mijn ontsteltenis
Blijft de ware zin ongehoord
mijn hoofd is helderder vandaag en
anders dan daarvoor ik ga naar
het strand om te voelen dat ik leef
inademen mijn lucht diep en schoon
laat ik door mijn longen
jagen in en uit mijn ribbenkast tot
de aanhechtingen vervagen
dichterbij de kust loop ik golven
spoelen voeten schoon trekken
terug en zuigen aan mijn
tenen wind gaat door
me heen en speelt me voor
mijn benen maakt
een warboel van mijn
haren en kust mijn natte
voeten
ik ben dood
en kijk je aan
mijn praten
dringt niet tot je door
de tere zoen op je lippen
niet gevoeld
hand in hand dromen
je loopt weg
de tranen in je ogen
sporen mij aan
ik struikel maar
haal je bij
zie je schrijven
en van over je schouder
lees ik mee
de woorden
dringen priemend in mijn ogen
branden zich
als eeuwige imprint
– ik ben dood
en kijk je aan
deze woorden lief
dringen niet meer tot je door
gestorven woorden –
ik voel je hartslag niet
maar je schrijft
dat wat ik vergeten was
ik ga
kom je weer tegen
ooit
leef nog even
ik ken een ruimte
bekend alleen aan mij
wijze eiken en berkenschilfers
bedwarrelen daar het pad
afstervend leven composteert
wacht op adem en vocht
dat pad, doordrongen
van wetenschap en hoop
al wat het nodig heeft
is licht, adem en vocht…
de vier ruiters trekken er om heen
onberoerde levensruimte
voorbij gaan aan
de eerste zonde
tweede dood
leef ik voor eeuwig daar…
(Met dank aan Amarins!)
in mij
tot kwijt toe opgeborgen
is het heilige bloed dat
zingende rond ging
droom geworden
hierin nu
leef ik het kind
met kleine zorgen
en ogen licht genoeg
om in de zon te kijken
op zijn gezicht
de tingelende sporen
van verre oorden, de som
waaraan ik toebehoorde
ik voel, volg de wind
ver voorbij aan waar
ik wakker word
blaas mee en
weer tot leven
Kom een keer bij mij
van de vloer eten.
Mijn bril is vuiler
dan de toiletpotrand
en ik zie je graag.
Nagelriem aanhalen
met hand en tand
en leven op randen.
Ik schijn jou schoon,
glim mij maar blij.
Zo net als ik leef,
zo leef ik maar net
om te morsen
waar jij wil poetsen
met reuze zin erin.
Ik was een berg
en kost een beetje.
Strijk me aub glad,
stijf dit schone lijf
waar niemand op let.
Zo net als u leeft
zo leeft u alsof
het iets uitmaakt
U rekent u rijk
zo net als u leeft
zo arm als u ruikt
Zo leeft u maar net
raakt het aan niet
zo net als u leeft
Ik noem u net u
u noemt mij niet
net als ik u net
Ik zie wat u let
u laakt wat u ziet
u ziet mij maar net
Ik heb verzaakt
zo net als u leeft
leef ik net als u
Recente reacties