Langzaam valt de druppel.
Breekt stilte in stukken.
Het besef dat het tijd is.
Dat dingen gaan lukken.
Langzaam valt de druppel.
De laatste druppel.
Zet alles weer terug,
wat eens zo scheef zat.
Resultaten voor het trefwoord langzaam
De ochtend begint
langzaam mijn poëzie te ontsteken
in zacht sluimerende ruimte met snurkende hond
en in de hoek het gepruttel van koffie
achter de ruit breekt de hemel
zich open in wolken
en schichtig
héél voorzichtig
begint mijn poëzie
de ochtend te schrijven
De gouden echo door de grot
De oranje grot en hemelsblauwe lagune
De hoge dronken stem trilt nog na
Geen knijper te bespeuren op deze banden
Een stem als rook, grappige rook
Als een moderne sjamaan staat hij
Onder dit bijbels gewelf
De atmosfeer omarmt hem, geeft hem ruimte
Zijn lange gewaad mondt uit in tongen
Gulzige pythons die zwaar worden van het blauw
Tussen zijn haren weeft zich een band
Een regenboog, een vloeibare pijl
Ronde tanden in een kleine mond
Een zoemende wolk
Grote ogen, zacht gelaat, kleine kin
De gitaar rond zijn hals lost langzaam op
Zweeft weg
een arena vol mensenbladen
allen stil, statisch
zij zien een woord dalen
langzaam, naar benee
lento
nog niet rakend
wel nakend
een kaal woord
het zweeft nog boven
en dan raken zij elkaar
woord en bodem
vleesgeworden één
Oorverdovende Adembenemende
Donder!
De Arena barst uit zijn Voegen
Explodeert!
Dát was het woord
waarop het wachten was
in de geslagen krater
ligt het voor het oprapen
spreek Het
en de sferen zullen bedaren
durf je?
stil
maar niet alleen…
vanuit haar stoel
dicht bij het raam
kijkt ze over de velden,
weerspiegeling van
braakliggende akkers
achter haar ogen
waar oude bekenden
ooit verwaaiden,
haar gelaat
bleek en verlaten,
het licht dat langzaam
achter de einder verdwijnt.
Je komt na een nacht elders in de loop van de middag weer thuis
De poort is van het slot en je ziet het koffiezetapparaat buiten op
De grond staan en je staart naar het raam dat je had dichtgedaan.
Hebt dichtgedaan. Je gaat zelf door het raam naar binnen met die
spanning van: zijn ze misschien nog hier en begint het dan nu pas
Maar je treft niemand aan. Je slaapkamer slaapt in de nachtkastjes
Die openstaan en even leeg van binnen zijn als toen ze nog dicht
Waren. Ze waren altijd dicht bij jou. Je staat in de slaapkamer en
ziet hoe het dekbed glanst en op je strakke naakte lichaam wacht.
Langzaam breekt het besef bij je door van een esthetische code
die in de kamer heerst en daar ook al heel erg lang voor jou was
en die je direct met de indringer verbindt. Dan breekt het besef.
Nachtmusik
zon achter de top
sferisch licht aan weerszijde, diffuus
de lucht daalt
in het dennenwoud
schemerachtigen struinen mysterieus
ik ben alleen?
loop over naalden verweerd al
geluid verstomt
een zweem van eeuwigheid
het bos zwijgt, zingt zonder woorden
die muziek kan alleen ik verstaan
langzaam daal ik af
tijd verloopt
ik zie de maan…
kleffe hitte van-
daag zegt de man
hij lacht zolang
de aandacht duurt
dan begint het
zacht te regenen
langzaam druipen
de maskers af
na de zoveelste slapeloze nacht, scherp
als scheermessen de zintuigen inmiddels,
duiken uit de mist de gezichten van de doden op,
onaangetast door de tijd, verfraaid door
selectieve herinnering, neuk je nog eens
het stijf geworden lijk van die eeuwige liefde
die gedood werd door de bliksem, een levende
vrouw kan nooit met haar concurreren, hoe oneerlijk,
en de kilte zit niet in dat lijk, maar achter je eigen
ogen en je verbrandt langzaam maar zeker door
de vrieskou en niemand, niemand zal het begrijpen,
zelfs ik niet
een enkele keer blaast hij de molens aan
die veel te langzaam draaien
meestal is hij zelfs te lui
om met z’n ogen te knipperen
behalve wanneer hij de liters telt
Recente reacties