Resultaten voor het trefwoord lachen

de werkende mens – gerardus

en ze zullen…

godverdegodver

help me nou eens
nee, niet lachen

je weet best
dat als jij lacht

je broer nog erger
en papa dan…

hou er mee op

ik heb al gevloekt
godverderderder

ik ben niet boos
woest ben ik

en dan kan je wel gaan janken

hou daar alsjeblieft mee op

neeeeeeeeeeeeeeeeeeee
mama is aan het werk

dat weet je best
en ik hou van jullie

hou op met huilen

hoe kan ik je troosten

zal ik pannenkoeken bakken

je hebt het niet verdiend

je bent wel lief
en je broer ook

komische uitnodigingen – maaike klaster

Ooit, het zal in 2006 zijn geweest – kijk het maar na –
werd ik uitgenodigd door mijn toenmalige baas om bij
haar in de tuin het glas te komen heffen op de tachtigste
verjaardag van Fidel. Castro dus. Dat vond ik vrij komisch.
Nee, ik ben niet gegaan. Uiteraard.

Een andere uitnodiging waar ik wel om kon lachen was
geen uitnodiging, maar een aanzoek. Van een wildvreemde.
Op een bushalte, middenin de nacht. Deze man wond er
geen doekjes om, vroeg mij vrijwel meteen ten huwelijk en
hij meende het echt. Zo naarstig was hij op zoek naar een
verblijfsvergunning. Ook toen heb ik nee gezegd.

Een derde uitnodiging die geestig, maar eigenlijk om te
huilen was, kwam uit onverwachte hoek. Mijn vriend destijds
vroeg of ik alsjeblieft wilde kijken naar hoe ik mijzelf in de
toekomst zag, en ik verbaasde mij erover dat hij niet op de
hoogte was van het feit dat ik er geen een had. Zelf zag hij
zich als vader aan de vaat voor een raam staan met buiten in
de tuin een baby op een kleedje. Dat vond ik vreemd, bijbels
bijna, want met wie had hij dat kind gekregen? Niet met mij,
dan had hij dat gezegd. Misschien dat hij in zijn fantasie een
soort mannelijke Maagd Maria was die de Heilige Geest had
bevrucht. Toen ik ernaar vroeg, kreeg ik de wind van voren,
met daarop volgend die uitnodiging, dat verzoek. Of ik A.U.B.
mijn eigen toekomst wilde bekijken, mij niet wilde bemoeien
met de zijne. Wat hij eigenlijk zei, was dit: “Wat een trut ben
jij dat jij niet in staat bent om kinderen te krijgen! Ik heb de
mijne tenminste zelf bedacht.” Gek is dat, hoe mensen een
kloof tussen zichzelf en een ander weten te slaan om die ander
er vervolgens van te betichten niet aan hun kant te staan.

De uitnodiging om over die kloof te springen sla ik altijd af.
Van mij uit gezien is er geen kloof. Ook die had hij zelf bedacht.

de kyteman-paradox – maaike klaster

In woede uitbarsten mag niet meer.
Daar kunnen de machomannen van Nederland niet tegen,
omdat ze dan ontmaskerd zullen worden als de Wizards of
Oz, als de miezerige schlemielen die zij in werkelijkheid
zijn. Op de radio zijn micropenis-dj’s aan het woord die
tegenwoordig niet veel meer kunnen dan heel hard om hun
eigen scheten lachen. Dat is knap, een scheet laten! Daar
wil het Nederlandse luistervolk meer van weten. Hoe doen
ze dat toch, iedere dag met zoveel plezier steeds meer van
zichzelf laten horen ten koste van al het muzikale talent dat
zich weken, maanden, jaren in het zweet heeft gewerkt voor
hun en ons vertier? Misschien hebben die dj’s zo lang in hun
Hilversumse studio, hun Glazen Huis opgesloten gezeten dat
zij het contact met de rest van de mensheid stukje bij beetje
zijn kwijt geraakt; dat zij in al hun volwassen onschuld zijn
gaan geloven dat muziek componeren, schrijven, opnemen,
spelen – met de wereld delen – vergelijkbaar is met een potje
ruften; dat het dus niet uitmaakt welke artiesten ten gehore
gebracht zullen worden, welke plaat er wordt gedraaid. Als
onze o zo gezellige mannetjes van de radio maar in koor
kunnen la ha ha achen – en wee je gebeente als je niet mee
lacht! Daar denken deze windenlaters mee weg te komen,
want wie achter de schermen de knoppen bedient, is aan de
macht. Toch, jongens?

Waar jullie blijkbaar niet aan hebben gedacht, is dat die
artiesten zonder jullie nog steeds hun brood verdienen,
maar dat zonder hen en zonder hun muziek jullie vak ook
niet zou bestaan. Een bedankje, iets meer nederigheid, een
beetje meer R-E-S-P-E-C-T zou op zijn plaats zijn.
Doe Maar, ja. Zo hoorde ik er twee nog niet zo lang
geleden, na het spelen van The Mushroom Cloud – die van
The Kyteman Orchestra dus; niet die van hen – zeggen dat
dit wat betreft 3FM zo ongeveer het enige draaibare
nummer van het album was. Hoe noem je zoiets? Muzikale
verkrachting? Eerst zeggen: Kom eens hier, schatje, wat
ben je mooi – en dan die ander met een mes penetreren, het
hoofd afhakken. Heel slim gespeeld, want je kunt achteraf
altijd zeggen dat je je best hebt gedaan; dat je, in dit geval,
Kyteman en de zijnen toch echt een kans hebt gegeven.
Alleen een beetje doorzichtig, deze retorische verdwijntruc
uit de oude goocheldoos. Wat jullie, lieve kijkbuiskinderen?
Waren deze twee diskjockeys niet gewoon een beetje gemeen?
Misschien waren zij een beetje bang geworden toen zij bij het
beluisteren van dit kleine meesterwerk ontdekten dat er
iemand in Nederland rondloopt die grotere ballen heeft dan
zij – om over de rest van het het zaakje maar te zwijgen; dat
diegene boos kan worden en niet zo’n beetje ook. Zoveel
woede, dat kenden deze ginnegappers niet; zoveel rauwe,
kwetsbare mannelijkheid hadden zij nog nooit vernomen.
Daarvan krompen zij en hun klokkenspel zover ineen dat er
niets meer overbleef om mee te spelen; daar begonnen zij
van te bibberen en te zweten, gingen zij nog luider van
ouwehoeren, nog harder van zitten scheten. Totdat
uiteindelijk alle melodie werd overstemd. Dat stel noemt zich
dan Mannen Met Een Hart Voor De Muzikale Zak. Heel
overtuigend vakbekwaam en met zoveel charme gebracht!

Wat natuurlijk ook nog zou kunnen, is dat onze dappere
audiovrienden bang waren dat die geile, Franse hijgrapper
betere seks heeft dan zij. Maar goed, zo kan ik nog een
duizendtal plausibele redenen voor hun wangedrag
aanvoeren. Wat blijft, is dit: Waarom luisteren wij muziek?
En als wij die klanken, liederen, albums, ritmes, beats en
melodieën zo belangrijk vinden, waarom eren wij
degenen die ons die rijkdom geven niet? Zijn mensen echt zo
bang voor een beetje woede, voor een beetje verdriet?
Als antennes konden huilen, dan schreeuwden zij het uit.

Luister.

Colin & co kunnen boos worden, maar ik in mijn eentje
word bozer. Dat is nu eenmaal zo. Geen paniek, ik ben heel
lief, maar als die hondsberoerde, hoerenlopende 3FM-bende
nu niet als de wiedeweerga The Kyteman Orchestra uit de
prullenmand vist, krijgen ze met mij en mijn Army Of Lovers
te maken. Maak dan je borst maar nat.

een rode osho-ibiza-adidas-trainingsbroek-met-witte-strepen – maaike klaster

Met die New Age-crap moet het nou ook maar eens
afgelopen zijn. God en ik kunnen er niet meer om
lachen. Waar ik het over heb? Over al dat
onsmakelijke “Ik heb geen piemel, dus nu mag ik
heel naturel, heel ongedwongen en vooral heel
ongevraagd mijn plassertje in jouw poepertje
plaatsen, want wij SPIRITUEEL
HOOGBEGAAFDEN, wij doen niet aan seks; wij
doen aan tantra, dan hoeven wij nooit meer klaar te
komen (handig, hè, dames?). Alleen wij zijn één
grote biodansende familie; jullie niet. Daarom
mogen wij doen wat wij willen, maken wij overal
één grote baarmoeder van waar geen stijve lul ooit
binnendringt, zijn wij Jip & Janneke en al die
andere blije kinderen die elkaars handjes vasthouden,
houden wij stevig aan onze verkrachtertjes vast.
Wacht! Dat waren wij zelf!” en iedereen die dat
soort ongein de normaalste zaak van de wereld vindt,
maar die twee of meer individuen die met
wederzijds goedvinden en zonder gezeik geile seks
met elkaar hebben steeds opnieuw een vieze blik
toewerpt. Om te kotsen! Dat vindt God overigens
ook. Alleen kan God niet kotsen, dus dat doe ik voor
Hem/Haar/Het. It’s a dirty job, maar dat heb ik al
vaker gezegd.

Eén grote, fascistische bende, dat zijn jullie,
stelletje smeerlappen.Onder het mom van
Boeddhistische Wijsheid een meditatie instructeur
met een paal in zijn RODE OSHO-IBIZA-ADIDAS-
TRANINGSBROEK-MET-WITTE-STREPEN
tegen mij aan laten rijden, omdat “wij alle vrijheid
hebben; geen verantwoordelijkheid – op wat voor een
dan manier ook. Want verantwoordelijk zijn, dat is
voor volwassenen die deze Nieuwe Tijd, deze nieuw
verworven vrijheid nog niet begrepen hebben, die
nog-niet-zo ver-in-hun-ontwikkeling zijn. Daarom
mogen wij alles doen waar wij zin in hebben en
jullie niet.”

Dat mag iedereen, slettebakjes. Waar het om gaat is
of je liefhebt of niet, dan komt de
verantwoordelijkheid vanzelf en die vrijheid had je al,
in je hart. Daar hoef je niet naar op zoek. En nee,
heel hard “licht en liefde!”roepen helpt niet: het
donker is ook licht en wat jij blijkbaar vies vindt, is
de kern van deze creatie. Seks is één van de gebieden
waar je het dichtst in de buurt komt van God (wat
zullen veel mensen het vervelend vinden om dat te
moeten toegeven!!!). Hoe denk je hier anders terecht
te zijn gekomen? Geniet er dus maar van. Jezelf de
godganse dag lopen “zuiveren”, dat is pas vies.
Want je weet wie ook zo dol was op zuiverheid, hè?
Wie ook altijd zo’n nieuwe, frisse wind liet waaien?
Precies, heel goed kinders (maar voortaan niet meer
voor je beurt praten! Daar houdt de Boeddhamoeder
niet van. Die wil zelf het hardste krijsen), inderdaad,
Ome Adolf. Die wilde ook nog wel eens een
runesteentje opwerpen. “Oh, in dat geval, niets mis
met die vent! Misschien wil hij met terugwerkende
kracht samen met ons op zoeknaar zijn Innerlijk
Kind?!” Nee lieverd, dat interesseert hem niet. Hij
schiet ze liever neer. Kijk, om Adolf Hitler kon je
tenminste nog lachen.

De eerste de beste die NU nog bij mij komt
aankloppen om mij te vertellen dat zij niet kunnen
klaarkomen; last hebben van vaginisme, impotentie;
alleen nog kleine kinderen kunnen neuken; mannen
moeten manipuleren; vrouwen willen verkrachten,
omdat iemand hen toen zij zelf klein waren pijn
heeft gedaan en zij daarom heel klein, zielig
(en nu komt het) zonder verantwoordelijkheid en
vooral HEEL BEWONDERENSWAARDIG zijn,
kan naar de bodem van de Atlantische Oceaan
duiken om daar zijn/haar (doorhalen wat niet van
toepassing is) door haaien aangevreten
geslachtsdelen op te vissen en deze eenmaal aan land
weer aan elkaar te naaien; die neukt NOOIT MEER.
Niet zolang ik in de buurt ben.

zachte heelmeesters – maaike klaster

Misschien lopen er mensen rond op aarde die precies weten
wat ze kwaad doen en daar dan stiekem, als ze denken dat
niemand kijkt, stilletjes om moeten lachen, niet kunnen
stoppen met grinniken wanneer je dan eindelijk tegenover
hen aan tafel zit, die net doen alsof ze een beetje dom,
onnozel zijn. Zelfs met die eed van Hippocrates op zak.
Er was een dag in 2008 dat ik zo verscheurd werd door
emotionele pijn dat ik schreeuwend en kermend op de grond
lag. Eén dag werd twee dagen; twee werden er drie, vier, vijf,
etcetera. Hoewel ik volledig bij zinnen en 100% bij verstande,
toerekeningsvatbaar was, in volzinnen sprak, heel duidelijk
kon uitleggen wat er mis was, vond iemand het nodig om mij
officieel psychotisch te noemen en hij voegde er aan toe dat
ik dat waarschijnlijk al twaalf jaar lang, al mijn hele volwassen
leven was geweest, omdat de pijn waar ik over sprak niet in
mijn lijf zat. Over de complete idiotie van die conclusie zal ik
het hier niet hebben; wel over de slotsom van zijn betoog,
van zijn calculerende beredenering. Die klonk ongeveer zo:

“Als jij nu niet jouw jas aantrekt en de straat op gaat, Maaike,
dan zie ik mij genoodzaakt jou gedwongen op te laten nemen
in een psychiatrische kliniek, dan komen ze jou met een
ambulance en een dwangbuis halen, voeren ze jou af. Dat zeg
ik tegen je omdat ik het allerbeste met jou voorheb; dat zeg ik
met een onhandige, jongensachtige glimlach, zodat jij denkt
dat ik heel lief en jouw surrogaatvader ben; dat jijzelf gestoord
en een gek wijf bent; dat wat ik zeg zo hoort. Jou gedwongen op
laten nemen en plat laten spuiten op de gesloten psychiatrische
afdeling van het dichtstbijzijnde ziekenhuis is geen probleem
voor mij, want ik ben een arts met een bevoegdheid en jij hebt
geen diploma. Jou gedongen laten opnemen is het beste voor
jou, voor mij en voor iedereen in deze stad.” Gevolgd door dit
klinkende en met medailles behangen slotaccoord: “Daar wil de
burgemeester graag zijn handtekening voor zetten.” Alsof het niet
om mijn leven ging, maar om een verhaal van Annie M.G. Schmidt
dat hij voor de grap aan mij voorlas. Alleen meende hij het echt.

Dat was het kwaad in zijn zuiverste vorm en door mij destijds en
tijdens vele gelegenheden daarna bij de wortels uitgeroeid.
Dat doe ik nog steeds en dat zal ik altijd blijven doen. Daar wil ik bij
deze graag mijn handtekening voor zetten, want ik heb uiteindelijk
geen universitaire graad behaald, maar ik heb wel een pen.

Was getekend,
M. Klaster

pass the dutchie on the left hand side – maaike klaster

Arie, Dinand, Colin, Ali, als hier een ronde tafel stond,
dan zouden jullie nu samen zitten te kaarten. Met aan
de kant van de dames: Angela, Anouk, Anneke, Tjitske.
Vergis je niet, die bijten ook als het moet, slikken niets
voor zoete koek. Laat ze maar lachen, die labbekakkers,
jullie zijn het Hart van Nederland.

voor maaike (dat mocht wel, vond ik) – maaike klaster

Omdat je weleens een neger hebt gezien
(mag ik neger zeggen, dames en heren?),
ben je nog geen Bijmer-expert.
Iemand noemde mij eens De Witte Negerin Van Amsterdam.
Geen idee waarom, want de rok die ik aanhad, kwam uit India.
Maar het is waar, als tienermeisje zat ik op metrostation Kraaiennest
(in die goeie, ouwe tijd) vol waardering te kijken naar al die kleurrijk
geklede vrouwen met hun klederdracht uit Ghana en Nigeria, met de
prachtigste tooien op hun hoofd, die met pronte borsten en trotse
schouders voorbij kwamen lopen, en dan dacht ik: Dat wil ik ook.

Zoals ik als vijfjarig meisje het allerliefste op de hele wereld een Zeeuwse
wilde zijn, met kanten kapjes en zilveren spiegels die de Zuid-Nederlandse
zon weerkaatsten, lonkend naar de golven van de Noordzee blonken, met
dikke billen in een mooie rok en dan met z’n allen dansen in een kring, met
z’n allen op klompen dansen en alleen nog lachen, alleen nog mooi zijn.

Die Zeeuwse was ik ook, want ik had een ring met een Zeeuws knopje dat
van het fijnste zilver gemaakt en alleen van mij was. Dat knopje ben ik
helaas al heel gauw kwijtgeraakt en ik weet eigenlijk niet waarom, want
ik kreeg het van mijn oma en niet om het meteen weer te verliezen.

de eerste abortus – maaike klaster

Als ik slaap, houdt Marilyn de wacht door aan de muur vanuit haar
laag uitgesneden, strak gesnoerde harnas iedereen die binnenkomt
zwoel toe te lachen. Een betere vermomming bestaat niet.
Iemand stuurt zijn kleine haatsoldaten op mij af; ik fluister Norma
Jean in het donker. Zij sust mij met immer gestifte lippen, speelt
voor deze keer mijn grote zus. In mijn dromen red ik haar uit haar
zelfverzonnen gevaren, steken wij samen sigaretten op, branden wij
onze vingers licht. Niemand die ons nu nog zal leren kennen.

Maar ik zag het wel, mijzelf in precies zo’n korset, met net zulke
dikke billen – en dikke pret. Zo heeft zij mij op aarde gezet.

Die eerste abortus, dat was ik, maar mijn moeder zei dat ik na de
late logeerpartij meteen naar huis moest komen, dus daar lig ik.
Te slapen.

tijdig getwijfeld – jos van daanen

Ik hoor je recht vooruit,
je verft je gedachten over,
slaat je ogen neer, bloost
en moffelt wat oud zeer weg.

Met mijn vinger op de ontspanner
aarzel ik. Zal ik afdrukken
en je betrappen
voor de eeuwigheid?

Ik laat je zelf beslissen,
laat je omdraaien, mij zien
en breed lachen
voordat ik de foto maak.