Resultaten voor het trefwoord kut

zwaar kut – pallas van huizen

Ze had de hele nacht geschemerd, haar man laten denken dat ze al sliep, ’s morgens bij de koffie was het stil alsof er een zwart-witfilm een halve minuut op pauze stond. Ze denkt dat hij het niet heeft begrepen, want toen hij de sleutels van de garage pakte legde hij gewoon zijn vuile boxershorts op de wasmachine alsof er niets gebeurd was, ze denkt zelfs dat hij niet weet dat het haar allemaal veel te veel wordt. Op het moment dat de voordeur terug in het slot valt staat ze direct op, loopt naar de wasmachine en smijt zijn boxershorts in de vuilcontainer in de achtertuin. Zo, vandaag even helemaal niks, geen man, geen slaap, geen televisie en al helemaal geen schone was, vandaag is alles lui en smerig. Hij komt er nog wel achter dat ze het echt niet leuk meer vindt, maar voor nu is hij naar z’n werk en staat zij te janken achter de ramen, het leven is zwaar kut soms, ja soms wel.

* – nicole de korte

Het water schittert
Op jouw schitterende gezicht
Wij alleen met de zon en de maan
Jouw lichaam is zacht en zoet
Ik wil maximaal komen, en nooit weg gaan
Het water klimt tot aan mijn dijen
Nu koud, zo direct warm
De intensiteit van ons vrijen
Waar ik zo lang op heb wacht
Twee zielen exploderen tot majestueuze kracht
Geen wereld, geen kut maatschappij
Alleen jij en ik in het hier en nu
Maakt dat alles perfect is
En wij zijn voor altijd vrij…

kut – tibbes punt

owwwwwww je bedoelt;

De
vrolijk ik heb mijzelf uit de stront getrokken kut.
De
altijd in bloei ik heb last van vloed kut.
De
die niet demt nog stilte kent kut.
De
eb is beneden mijn peil kut.

Witte vloed
Roze vloed
Alles gaat nu goed vloed
Ik heb mijzelf bevrijd vloed
Eb vrije wijn vloed

De
ik wil zo graag zwart maar ik draag een bloem in mij
haar kut.
De
ik metsel plavuizen schaaf de kloven vul ze met
insectenspray kut.
De
ow ja ga door maar ik sterf niet kut.

Dan toch
liever
af en toe
een beetje sterven
met wijn en armoe
op een bodem
met vleugels voor later
ik draag zwart
en die bloem zit in mijn donder… kut.

shit – janus duprie

nu de winterdip echt diep
rijden de treinen kut

ik heb altijd al
een hekel gehad
aan pillen

zo wil je toch
niet eindigen

monstertruck – maaike klaster

Jullie hebben – wij hebben allemaal – de kracht van een goed
gevoel voor humor onderschat. Het mijne komt in ieder geval
met een optocht aan Australische vrachtwagens over jullie
asfaltwegen, landpaden, straatjes in Madurodam gereden,
en ik maar zwaaien: Op naar Legoland!

Dat vinden jullie waarschijnlijk prima, want een speeltuin
platrijden mag best, Het zijn tenslotte maar kinderen; niet
jullie hoofddoeken, moederkoeken, papa’s volgestopte pijp,
opa’s pruimtabak of het naaigarnituurtje van oma.
Waarom ik over die hoofddoek begin? Omdat het, net als
mijn onderbroek, een lullig lapje stof betreft, maar volgens
sommigen kostbaarder is dan mijn kut, mijn vagina.

Waarom vinden wij dat laatste nog steeds zo’n vies woord,
dames? Laat het door een Spanjaard uitspreken en je hebt,
met een beetje goede wil, een levenslang boek om in te lezen.
Dat klinkt dan weer heel verheven, vinden jullie ook niet?

Terug naar dat beeld van mij achter het stuur van die wagen,
die Monstertruck, met het raampje opengedraaid, mijn arm
aan de buitenkant lekker tegen het door de helse zon verhitte
metaal aangevleid, mijn vingers tegen het portier steeds een
andere roffel trommelend en een slap sjekkie in mijn bek
– in het echt vind ik dat ontzettend smerig, shag, maar hier
op papier mag ik alles.

In gedachten verzonken, met die donderwolk boven mijn hoofd,
boven mijn wagen, boven die Route 666, vraag ik mij af – en
terecht, als ik dat mag zeggen – waarom meisjes, maaikes,
vrouwen, maagden, slettebakken, snollen, porno-actrices, oma’s
en je eigen moeder nooit boos mogen kijken, maar al die sjieke
hoeren wel.

Omdat ze meer betaald krijgen, Maaike, daarom – zegt een bord
langs de kant van de weg, met daarnaast een pijl die alle kanten
op wijst, en de tekst: voor uw goedkoopste grijns, daarheen!

wachten op het duizendste uur – maaike klaster

1.
 
Verliefd zitten wachten op iemand die je nauwelijks kent,
maar die je als enige op aarde binnenstebuiten wilt keren
om steeds opnieuw te leren kennen, die je als een lange, warme
jas wilt dragen om aan de rest van de wereld te laten zien:
Kijk, hoe mooi!, terwijl diegene vanuit de binnenzak van die jas
mee kan kijken, lachend gesprekken met je voert die verder
niemand kan horen, doet je beseffen hoe godvergeten alleen, nee
zeg maar gerust eenzaam je bent geweest, maar dat ook dat nu
niet meer uitmaakt. Waarom duurt dat wachten dan zo lang?
 
 
2.
 
Iedere seconde die nu wegglijdt als één van de stromende
korrels in een zandloper is een seconde die wij nooit meer
samen zullen meemaken. Heb je daar aan gedacht? Volgens
mij is tijd één van de kostbaarste geschenken op aarde, maar
zonder liefde juist weer het tegenovergestelde waard.
Waarom bel je me niet?
 
 
3.
 
Me klem zuipen, straalbezopen op straat gaan liggen en me door de
eerste de beste vrachtwagen dood laten rijden, lijkt me een betere
optie dan dit stille doodbloeden. Jij bent echt een heer die weet hoe
hij een dame moet schaken.
 
 
4.
 
Er is zoiets als het eind van je Latijn. Wanneer heeft iemand dat
bereikt? Ik begin er een redelijk goed beeld van te krijgen.
Jij zult er in ieder geval niet bij zijn. Hoe houd jij het eigenlijk uit?
Wacht, natuurlijk, jij zit niet al anderhalve eeuw in je eentje thuis
al het werk te doen. Jij was bezig de wereld rond te reizen zonder
mij. Goed dat ik dat weet.
 
 
5.
 
Moe? Ik? Ik weet niet wat dat is, maar ik zou wel graag zeshonderd jaar
willen slapen, steeds op en neer in de tijd. Honderd heen en honderd terug,
om daarna gewoon weer hier op dit punt uit te komen. Of nee, liever
zeshonderd min één dag, want ik heb lang genoeg op jou gewacht. Dat
betekent dat als ik nu vijfhonderdnegenennegentig jaar op een neer ga
slapen, ik morgen uitgerust weer wakker word en precies op tijd ben om
jou in je gezicht te slaan als je tegen die tijd nog steeds de telefoon niet
hebt opgepakt. Dan moet je wel eerst langskomen. Begrijp je wat ik zeg?
 
 
6.
 
In het echt ben ik veel leuker, omdat je dan (iedereen die preuts is
aangelegd nu even de andere kant opkijken) mijn kut van dichtbij
mag zien. Meer verklap ik niet. Je zou het waarschijnlijk niet zeggen,
maar ik ben uitermate gesteld op mijn privacy. Dan weet je dat alvast.

flessenpost voor chris zegers – maaike klaster

Chris, lekker ding dat je bent, waar ben je? Op t.v. zie ik jou met oceaanhaar
(droog van zon en zout) een verzekering aanprijzen en je ziet er zowaar
gelukkig uit. Is dat waar? Want waarom mogen wij hier in Nederland niet
meer van jou genieten, moet jij ergens op een onbewoond eiland in de
branding staan? Hoewel ik jou een mooie man vind, een stuk ja, zeg maar
gerust een flink brok goedaardig testosteron, val ik niet op je. Althans, niet
hier vanaf de bank. Jij bent voor mij te tweedimensionaal; ik heb ze liever
dicht op mijn huid. Echt, ik ben niet zo’n vrouw die steeds aan andere
vrouwen moet bewijzen dat ze tieten en een kut heeft door naar spierbundels
op een film- of televisiescherm te wijzen. Doodvermoeiend vind ik dat.
Liever word ik vastgehouden door iemand die van mij houdt en ik van hem.
Dat lijkt me logisch, want liefde staat altijd (altijd) voorop bij mij, en na een
lange rij daaraan verbonden kwaliteiten (wederzijdse waardering, trouw,
elkaar in vrijheid ondersteunen, verantwoordelijkheidsgevoel en meer van dat
soort zaken) komen met Heel Grote Letters: Communicatie en Seks. Daar kan
ik geen genoeg van krijgen. De meeste mensen neuken met haat, slaan die
eerste, belangrijke stap over, dus daar is geen reet aan, om het zachtjes uit te
drukken. Jij niet, dat kan ik zien, want jij bent lief. Maar zo’n grote vent die
(en ik zeg het heel voorzichtig) van seks houdt en dan ook nog eens een hart
heeft dat de hele dag liedjes afdraait alsof het om zo’n speelgoedmuziekdoosje
van vroeger gaat, die wordt de Lage Landen langzaam maar zeker uitgebonjourd,
want die is voor velen te bedreigend. Wat een slapjanussen, vind je ook niet?!

Als ik het mij goed herinner, las ik ergens dat jij onlangs vader bent geworden.
Mocht dat inderdaad het geval zijn: Hoera!!! Gefeliciteerd! Volgens mij ben jij
een fan-tas-ti-sche papa. Dat doet mij deugd en ik wens jou alle vreugde toe.
Eén verzoek: stap in dat bootje, dat zelfgemaakte vlot, en kom terug naar
Nederland, want ik kan jou hier niet zien en een man zoals jij erbij maakt alle
verschil. Zou jij dat voor mij willen doen? Texel is trouwens ook heel mooi!!!

Heel veel liefs, alle hens aan dek,
Maaike (wat o.a. zee betekent) Klaster

volkomen – gerardus

normaal gesproken

en waarom dan wel
zou kut niet kunnen?

immers
het is en blijft

immer
een hoop gekut

&

verder

slap gelul

met soms wat dood