Resultaten voor het trefwoord kracht

zand & water – martin knaapen

geduldig gestaag
graaft
het fijne zand
in de stalen tanden
van de wielen

water
legt een laagje
roest

volhardend sterk
duwt en trekt
de machine

het zand diept
het water roest
de wielen draaien

de machien
vertraagt

het trekt en duwt
tegen beter weten

zwaarder
en trager
nu

dan
remmen zand
en water
en de kracht verdwijnt

de wielen
stoppen

langzaam verwaait
het zand

en het laatste water
legt een
roestige krans

tattoo – b. vogels

ze zeggen dat je lasten draagt
in jouw kom draait alles om
kracht en man zijn bij pijn
waarom krom je

in je slaap zal je voelen
dat je me niet terzijde laat
gedane kerven nemen geen keer

het huis – serpil karisli

Het huis waar ik in woon is niet van mij
Waar het moederland is weet ik niet
Soms gedoemd, soms thuis bevind ik mij in Rotterdam
Acceptatie, demotivatie, verloren in de aarde
Richt ik mij ten hemel

Negatieve energie gedeeld door positieve kracht
de tijd die maar nooit stilstaat
het ik, de gedachte, de stemmen

De planeet Aarde zich bewegend
Als zijnde een wieg
De omvang, de cirkel, het oppervlak
Verdeeld over ruimte, zones en tijd

de minuut tikt door
tik tak, tik tak

het gevoel, zo nauw als een snaar

waar is het land?
De Aarde
gedeeld door 5
maal 7

Daar ergens is het huis
Maar dan ertussen
Middenin op het vlak
Omtrek, lengte maal breedte

Het huis
Niet hier niet daar
Er tussenin

monstertruck – maaike klaster

Jullie hebben – wij hebben allemaal – de kracht van een goed
gevoel voor humor onderschat. Het mijne komt in ieder geval
met een optocht aan Australische vrachtwagens over jullie
asfaltwegen, landpaden, straatjes in Madurodam gereden,
en ik maar zwaaien: Op naar Legoland!

Dat vinden jullie waarschijnlijk prima, want een speeltuin
platrijden mag best, Het zijn tenslotte maar kinderen; niet
jullie hoofddoeken, moederkoeken, papa’s volgestopte pijp,
opa’s pruimtabak of het naaigarnituurtje van oma.
Waarom ik over die hoofddoek begin? Omdat het, net als
mijn onderbroek, een lullig lapje stof betreft, maar volgens
sommigen kostbaarder is dan mijn kut, mijn vagina.

Waarom vinden wij dat laatste nog steeds zo’n vies woord,
dames? Laat het door een Spanjaard uitspreken en je hebt,
met een beetje goede wil, een levenslang boek om in te lezen.
Dat klinkt dan weer heel verheven, vinden jullie ook niet?

Terug naar dat beeld van mij achter het stuur van die wagen,
die Monstertruck, met het raampje opengedraaid, mijn arm
aan de buitenkant lekker tegen het door de helse zon verhitte
metaal aangevleid, mijn vingers tegen het portier steeds een
andere roffel trommelend en een slap sjekkie in mijn bek
– in het echt vind ik dat ontzettend smerig, shag, maar hier
op papier mag ik alles.

In gedachten verzonken, met die donderwolk boven mijn hoofd,
boven mijn wagen, boven die Route 666, vraag ik mij af – en
terecht, als ik dat mag zeggen – waarom meisjes, maaikes,
vrouwen, maagden, slettebakken, snollen, porno-actrices, oma’s
en je eigen moeder nooit boos mogen kijken, maar al die sjieke
hoeren wel.

Omdat ze meer betaald krijgen, Maaike, daarom – zegt een bord
langs de kant van de weg, met daarnaast een pijl die alle kanten
op wijst, en de tekst: voor uw goedkoopste grijns, daarheen!

per express – maaike klaster

Die luchtkussen volstaan niet meer en mijn gekwijl
op extra kussens is een veel te oud geworden truc.
“Kreun” – stripheldstijl.
Iemand moet mij komen redden, want op eigen kracht
kom ik nu de bank niet meer af.
“Zucht” – miljoenen vlinders op de vlucht.
Nee, dat is geen mooi metafoor. Dat is iemand die ligt
weg te kwijnen in haar eigen kwijl.
“Help!” Nu is het genoeg. Ik ga op zoek naar ander voer.
Misschien had ik het mis, heb jij nooit iets tegen mij gezegd.
Misschien besta jij niet echt, was dat een UFO, een
luchtspiegeling, niet een vliegtuig waar ik jou in gedachten
in zag zitten, waar jij over vertelde met een lach; niet
vanwege het vliegen, maar vanwege mij. Misschien heb ik
mij vergist. Dat kan altijd. Kijk maar. Zie jij mij? Precies.
Uiteindelijk was ook ik niets anders dan een Fata Morgana
in jouw woestijn. Kom maar dichterbij: Niets! Want ik
besta helemaal niet. Dat had je uit verveling verzonnen
toen je midden in de nacht moe en alleen (dat was je toch,
alleen?!) thuiskwam en daar, onder de deur van jouw
eenmanskamer doorgeschoven, een boterbriefje vond. Dat
heb ik nooit geschreven. Dat dacht je maar. Dat wilde ik
jou nog even laten weten.

oma annie – maaike klaster

Een six pack maxi-Snickers in één middag naar binnen werken,
het mooiste kado ooit van mijn oma, die onzichtbaar om mij heen
bewoog om de kwade geesten op afstand te houden, terwijl ik in
mijn eigen wereld, op haar warme, zachte, bruine tapijt gezeten de
smaak van karamel leerde kennen, pinda’s en chocola at alsof het
al die kankerlijers waren die zij voor mij in snoep had omgetoverd.
Om mij zo de gelegenheid te geven om op mijn manier en in mijn
eigen tijd met misbruik, ontkenning en mishandeling in het reine te
komen, al die mensen zo snel mogelijk weer uit te schijten.
Mijn oma, mijn warme baken van licht, die mij in een door een
bende zichzelf volwassen noemende infantiele ratten veroorzaakte
semi-wereld de weg heeft gewezen, zodat ik mij tot op de dag van
vandaag op eigen kracht staande heb weten te houden.

entropie – stijntje van der wal

verlangen heeft geen vorm
geen naam en geen bezit
slechts een chaotische beweging
van de God tot wie ik bid.
verlangen geeft het universum
de zin waar het om vraagt
omdat de drang naar ordening
verlossing in zich draagt.
verlangen leeft in vrije energie
als instabiele kracht
die zichzelf nooit zal vervullen
want wanorde is macht.
liefdevol en onbaatzuchtig
is de wording van het evenwicht
verlangen
naar gestemd geheel
dat onbewogen
onvolkomenheid verlicht.

oma’s ogen – martin m aart de jong

op het graf van mijn oma ruist de wind
papieren dromen op ze fluisteren over
stille kracht en hoe je door de kampong
liep om te gaan zwemmen in de kali

en in bomen klom je deed alles
wat niet mocht alleen maar ja
je deed het toch passeerde
tijd en hoe de meester zei

op school wanneer je iets niet
wist oh jij garnalenkop
z’n gezicht kwam heel dicht
bij je. Ik weet nog hoe je levend
was je ogen vol verwachting om
wat was geweest stond je je

blijdschap uit te stralen
schaterend soms en hoe ik
begrijpend knikte zweeg
het verhaal al in mijn hoofd
vermalend en nog niet wist
hoe alles op te schrijven
ik dacht dat het zolang
geleden was het was alsof

de aarde was ontstaan
en jij en opa toen
de eerste mensen waren.

volgend leven word ik danser – ellen vedder

een mannendanser op lange kuiten,
lange armen, mijn schouders vol kracht,
gespierde tors, trossen spieren… zo’n sixpack
dat kan golven… luid muziek… zware drums…
Ik zal niet denken
over gekte in mijn stappen, ik zal tikkietik
mijn tenen hakken tappen, benen stretchen,
zinnenprikkelend zwaaien ik ben elastiek
pijn goedmaken, luchtspagaat, een saltootje
vooruit applaus, ik zal mijn partner bedekken
met warme handen, haar gooien en vangen
stiekem hete kusjes drukken in haar hals
mijn voeten zullen dat podium beroeren
als was zij aarde en ik haar afgezant