Resultaten voor het trefwoord kort

amorfis – iniduo

langs de grenzen van zichtbaar licht
onttrek ik mij even aan eeuwigheid
tussentijds sta ik kort in het zicht
als speelbal van eigenwijze tijd

hooguit hoogte, waarmerk van reliëf
of diepte in groeven van voordood
gezichten, van mensen die ik nog tref
een rimpel in de vijver van stille nood

heeft het zin te beklijven
gekerfd in beelden, kruimig en broos
voor hen die na ons zullen verblijven
ik, jij, we zijn vormeloos

kort in memoriam – gerard scharn

een leven met inkt geschreven
vreemde tekens in een schuttingtaal
graffiti op de muren van een pissoir
na jaren vervaagd zelfs onleesbaar
doen vermoeden dat schrijver dezes

onaanraakbaren dragen de kist
voorop de man met de hamer
gerechtsdeurwaarders in frak
zingen een lied vol nostalgie
hier wordt een encyclopedist
stijlvol ten grave gedragen

over liefde – stijntje van der wal

waar draden van de schemering
de nacht gulzig binnenhalen
betovert even de hunkering,
en in het laatste schijnsel
kan ik misschien geloven
voor de nacht
weer ondoordringbaar wordt
dat het is zoals ze beloven

hetgeen er in mij woedt
door aanraking gevoed
geeft geen recht van bestaan,
niet in het duister
noch in het licht
daar onmogelijk verlangen
het ten gronde richt

wachten zal ik
de dagen kort
tot schemerzucht
belofte wordt

abstract – jelou

Je stelde mij een vraag,
zo eentje die heel kort maar
krachtig
zoals je dat wel vaker doet

en ik,
mijn hoofd vertalend in
waarom en hoe het komt
dat dingen zo gebeuren,
verdwaal in duizend zinnen

van hoe het nu
en voordat je geboren,
waar toen de zon en ik de
weg insloeg die leiden zou
naar wat ik wilde weten

hoe jij dat zou
wanneer jij vroeger was
en ik net andersom

zo eentje die heel kort maar
krachtig
zoals je dat wel vaker doet

verzuchtend met een lach
dat één zin al voldoende.

* – berrie vugts

Ik fietste over het Varkenoordseviaduct en zag een zwarte paraplu
klemzitten tussen de spijlen, met zijn gebogen geraamte verweerd

klapperend tegen spijlen. Het was een soort morse: drie keer lang
Een keer kort. Ik ging rechtdoor, ik dacht er verder niet meer aan.

Een week later, voorbij het Varkenoordseviaduct, op de stoep bij
Een getralied hek voor het braakliggend terrein van een bouwput

lag de zwarte plu, verder geschopt, verwaaid, gescheurd in zijn
lakense pak, zijn geraamte als losgeslagen wieken verroest van

het lange liggen in het natte regenwater. Er was duidelijk iets mis.
Hij klapperde niet langer maar het klopte van binnen en ik seinde

Een keer lang drie keer kort.

twents graf – jan holtman

Het gras zo kort gemaaid,
zo strak, zo groen, zo
braaf hadden wij het nooit

het flesje wijn voor je
verjaardag laat ik maar
ongeopend

ik verstop het
in het haagje
achter je en

niemand zal
het zien.

buitengewoon nuttig bezoek – hans van willigenburg

Hij is zo gemeen en zo oneerlijk.

Hij denkt zo zeker iets te weten, deze glimlach.

Hij meent zo scherp iets te zien, dat niet te controleren valt.

Hij is zo overtuigd dat niets nodig is om de buit vast te houden.

Hij glimlacht zo enorm, deze glimlach.

Hij is zo breed en buiten proporties.

Hij is zo plastisch en indringend dat anderen willen proeven.

Hij is hierdoor zo waanzinnig geamuseerd, deze glimlach.

Hij treedt buiten zijn oevers.

Hij overspoelt alles, de anderen, ook mij.

Hij is zo kort en hevig.

Hij zet alweer af tegen mijn lippen.

Hij zwerft over de aardbol.

Hij is weggevlogen en ik ben voorgoed verzekerd van zijn restwarmte.

Zo lekker gemeen, zo lekker oneerlijk.