Resultaten voor het trefwoord koffie

avondmaal – iniduo

Gezeten aan de dis
Komen spijzen voorbij

In overvloed, rijkelijk bedeeld
Borden vol goede moed

Hunkeren jeukende magen
Naar verlossing in genade

Drijven vier jaargetijden
Op een bed van bier en wijn

Verstrooit geluid in gordijnen
Met verdwaalde woorden bedrukt

Wisselt het licht van wacht
Quattro stagioni, een erehaag

Is er koffie
Voor de laatste maal

zwaar kut – pallas van huizen

Ze had de hele nacht geschemerd, haar man laten denken dat ze al sliep, ’s morgens bij de koffie was het stil alsof er een zwart-witfilm een halve minuut op pauze stond. Ze denkt dat hij het niet heeft begrepen, want toen hij de sleutels van de garage pakte legde hij gewoon zijn vuile boxershorts op de wasmachine alsof er niets gebeurd was, ze denkt zelfs dat hij niet weet dat het haar allemaal veel te veel wordt. Op het moment dat de voordeur terug in het slot valt staat ze direct op, loopt naar de wasmachine en smijt zijn boxershorts in de vuilcontainer in de achtertuin. Zo, vandaag even helemaal niks, geen man, geen slaap, geen televisie en al helemaal geen schone was, vandaag is alles lui en smerig. Hij komt er nog wel achter dat ze het echt niet leuk meer vindt, maar voor nu is hij naar z’n werk en staat zij te janken achter de ramen, het leven is zwaar kut soms, ja soms wel.

incubatie – iniduo

In helderheid van ochtenddenken
vergeet ik de maatstaf van mijn eigen lawaai,
drijf ik op rimpelloze stilte,
baad ik in vroeggeboren honinglicht,
kijk ik naar ganse hemelen.
Ach, ik droom al denkend
en drink koffie om me aan het dagvuur te branden,
teneinde vroegheid te verlaten.

pauze – iniduo

‘Neemt niemand de telefoon op?’
wat is er eigenlijk mis met flessenpost aangezien
overzeese dromen smoren in een ongewilde noodstop

ik ben aan een dampige broodtrommel ontsproten
maar de kruimels achtervolgen alle geluiden in stilte
niettemin ben ik op weg, heb ik mijn land ontsloten

twaalf uur slaat de klok, de dag is doormidden gebroken
koffie uit automaten laat plastic achter in de mond
en smaakt bitter, ik weet het, ik heb eraan geroken

de stoet komt weer op gang zonder dat ik het merk
roest van de ziel is nu verwaaid met stuifzand in de lucht
genoeg gelummeld, geld moet rollen, aan ’t werk

op doordeweekse dagen is de aandacht niet bij de les
het schuim van hoge golven lonkt in de razende storm
ik voel een getemde zee maar werp mijn fles

beste ylcia – pallas van huizen

Beste Ylcia,

De bescheidenheid, het zwijgzaam toehoren en spaarzaam spreken,
het heeft een reden, het maakt je niet dood, het maakt je niet sterk,
het geeft je geen eten, geen trots, het maakt je niet gek, niet kapot,
of anderszins anders, het is maar een gedicht, denk eraan terug met
een glimlach, of nooit meer en laat het voor wat het is, het ‘zijn’ kan
veelbelovend en sinister zijn, na lezing zal je denken dat ik dit niet echt
meen, het zij zo, het oordelen, de les laat ik aan jou over …

Pallas van Huizen

// Soms kunnen sommige mensen
(door omstandigheden) niet met elkaar vrijen,
laat staan praten,
dan moet je andere manieren zien te vinden,
om het met elkaar te doen,
het klein contact
kan dan voelen als een injectie
tegengif tegen de pijn,
een schommelende schommel
in de lentezon,
rubber banden en klamme aarde,
uitzicht op water,
lang, lang, lang water
en tijd voor thee of koffie
na de inspanning. //

– De fiets tegen het muurtje.

half een – pallas van huizen

Het leven is een harde leerschool
de meesten hoef je niets te zeggen
ze hebben
geen werk, geen huis, geen land
lopend over straat
op zoek naar een kop koffie
en een knaak
we geloven allemaal ergens in
de gastvrouw heeft zoete koekjes
niet zelf gebakken natuurlijk
stilte valt,
de klok slaat,
een hap adem
voordat ik verder praat

mijn poëzie – wim de roo

De ochtend begint

langzaam mijn poëzie te ontsteken

in zacht sluimerende ruimte met snurkende hond

en in de hoek het gepruttel van koffie

achter de ruit breekt de hemel

zich open in wolken

en schichtig

héél voorzichtig

begint mijn poëzie

de ochtend te schrijven

kopie van haar recept – pallas van huizen

bakvet stolt in de koekenpan
resten roomspinazie kleven aan zijn lepel
halfdood-gepolijst
de schaduw onder zijn ogen
een grimas
gevoelstemperatuur nul
koffie lekt in de gootsteen
lege tranen vullen lege pijn
gewoontes sterven af
de herinnering slijt
op de achtergrond is het windstil
onverschillig het weer zonder eind
meneer heeft geen keuze
eet zijn avondeten bij het ontbijt

als ik er over nadenk – b. vogels

uitgespit tot op het bot
ligt hij blootgesteld

op het laatste bed
van kankercellen

als ik er over nadenk
hoe hij koffie maken kon

zijn ringbaard een grap
niet mocht verbergen

de prostaat de man
de das omdoet

maak ik me op
voor één ontbijtkoek meer

scheer mijn kin en begin
de dag met een lach

om mijn moeiteloze plas

rummikub – laura mijnders

Je dipte rummikub stenen in je koffie
alsof het iets zou oplossen
(op zijn minst net als suiker)
ik keek toe
hoe degene naast je
die je nou nog niet echt
bepaald ‘een vriendin’ wilde noemen
een steentje naar binnen werkte
en hoe ze kauwde,
maar niet slikte
ah, gelukkig dacht ik
geen heimlich greep vandaag
en ik ruilde het steentje tegen
het koekje waarmee ik
in een worstelhouding verzeild raakte
om het maar gauw uit zijn plastic verpakking te wippen
verderop
ging degene waarop
jij verliefd was
naar het damestoilet
en trok niet door
want mannen hoeven niet door te spoelen
zei je
ze wisten gewoon niet beter