Resultaten voor het trefwoord kloten

schadeformulier – berry tunderman

Kapot, gebroken
Volledig naar de kloten.
Er doorheen,te gronde,
Geknakt.
Gesloopt, gedeukt, beurs
Gebeukt.
Door de knieën, verslagen
Geknapt.

Geknipt, geschoren, geplukt.
Op mijn wenkbrauwen,
Tandvlees, half daas.
Gemangeld, vernacheld,
Afgeragd, geradbraakt.
Lamgeslagen, moegestreden.
Uitgevochten,
Murw. tot moes en pulp,
Verbeurd verklaard.

Gevloerd, gehavend,
Totaal stuk.
Geschonden, gesmoord,
Afgeserveerd, lekgestompt en -gestoken.
Verstoten, uitgeteld, geveld en uitgekakt.
Platgewalst, ingepakt,
Achter het behang geplakt.

Afgedroogd, aan de rand van de afgrond.
Gekrenkt, gekrengt,
Gevierendeeld.
Aan het eind van latijn.
Uitgekotst, afgerost,
Tot op het bot gebutst,
Op zijn zachtst gezegd:
Helemaal uitgeblust.

En zeker de laatste tijd
Veel te weinig gekust.

tour de trance – bennie spekken

waarom ging je
zo vroeg weg?

wat bezielde je!
wat dacht je?

los van het malen
denk je niets

daarboven
op de top

fiets je
het licht uit

de ogen dicht
de diepte in

los van het lawaai
van het volk los

van de duivel
in je wiel los

van het zadel
van god los

wat bezielde je?
mijn kloten

oud met de oudsten – harry m.p. van de vijfeijke

Sinds ik de boomgaard beheerde,
vat ik ook in het hart van de stad,
omgeven door grimmige winters,
post onder een boom.

Laten zich mijn gedachten vertakken,
mijn herinneringen bloesemen,
laat zich hars uit de snijwonden lopen.

En niets deert in het tranen,
slechts de tijdlijn verkeert,
ik ben oud met de oudsten,

verjong met de voorbeeldige boom,
tel als de boer mijn gezegende kloten.

omgekeerd evenredig – jos van daanen

Als u uw publiek wilt laten voelen dat u vrolijk bent,
gebruik in uw gedicht het woordje vrolijk niet,
zei de beroemde dichter in een uitgelezen interview

stel dat u vrolijk bent van regen in het hoogseizoen,
omschrijf dan uw gevoel in termen van depressie,
ellende of misère, maar gebruik het woordje vrolijk niet

of als het u gelukkig stemt hetgeen de wereld draaiend houdt,
schrijf dan in volle overtuiging dat hij naar de kloten gaat,
maar alstublieft, gebruik het woord gelukkig niet.

En als u in haar ogen kijkt, vertel haar dat het leven
daaruit weggetrokken is, dat haar huid gerimpeld is,
maar gebruik beslist het woordje liefde niet.

niemendalletje – hans mellendijk

Ogen eboniet kleurig,
even niet reebruin getint,
wachtend op de jager.
’t Brons groen eikenhout,
loeiende klokken.
Jij, Limburgse schlager.
Bim, bam, bim bam, …

Sloeg bij mij in als een bom.
Mijnengangen verder;
verliefd onbekend gevoel.
Komt nu naar boven. Woel
door mistige flarden
vat me bij de klarden.
Bim, bam, bim bam, …

Sloeg bij mij in als een bom.
Gevoel brandend zand.
Zelfs je naam is mijn ontschoten.
Herinnering naar de kloten,
vliegtuig nooit geland.
Ook vandaag, ook deze keer
waarschijnlijk turbulent weer.
Bim, bam, bim bam.

* – jan zeegers

Herr von Ufoberg en ik waren zaalknecht
op de psychiatrische afdeling
van bungalowpark De Katjeskelder.
We hadden seks, maar het was ruwe seks,
en we werden betrapt door agenten met een lasergun.
Ik spuwde zijn sperma in een plastic zakje en gaf het aan de politie.
De rechter noemde ons “het bewijs
van de absolute neergang van de beschaving”.
Zelf droeg hij een horrormasker en een enorme
voorbindpenis van vijfendertig centimeter.
Na mijn vrijspraak nam ik bulkdrugs uit de super.
Het kicken was goed. Het flippen geweldig.
Als het regent op Venus
zien meer mensen vliegende schotels
en dan trap je keihard in hun kloten
tot je vlees op straat ziet liggen.

niemand doet me wat – gerardus

opdat me reet roest

’t is maar een ideetje
’t is maar een rijmpje
’t is maar een schoonschrijverijtje
’t is maar een vormpje
’t is maar een ventje
’t is maar een gedichtje
’t is maar een probeerseltje
’t is maar een aardigheidje
’t is maar een opsomminkje
’t is maar een spielereitje
’t is maar een vingeroefening
’t is maar een poëzietje
’t is maar een opsomminkje

het is niet compleet
het is niet geredigeerd
het is niet muzikaal
het is niet briljant
het is niet origineel
het is niet vakkundig
het is niet ritmisch
het is niet doortastend
het is niet gevoelig
het is niet werelds
het is niet groots
het is niet brutaal
het is niet wrang

’t heeft geen swing
’t heeft geen kloten
’t heeft geen lef
’t heeft geen spanning
’t heeft geen potentie
’t heeft geen gratie
’t heeft geen flair
’t heeft geen hersens
’t heeft geen kapsones
’t heeft geen moraal
’t heeft geen smoel
’t heeft geen klasse
’t heeft geen timing

het komt als geroepen

japik en ik – eelke van es

Mijn beste vriend? Japik Veenbaas,
waarover dit relaas.
Hij had toch kloten aan zijn taas,
geloofde strak in Sinterklaas,
mijn Japik Veenbaas.
Japik was een goede vriend,
een oudgediende,
samen naar de kleuterschool
in een gommend aureool
van onsterfelijkheid.
Japik en ik Japik en ik
we waren nog vrij
want alles kleefde en niks niet
ging voorbij,
Japik Veenbaas was van mij
en ik van hem,
ik kleurde in zijn schelle stem,
ik tornde aan zijn lijf,
ik klikte overdrijf ik Japik?
Hongerig lopen in de wal
waar kikkers samen slapen,
struinen in de koeienstal,
naar kalfjes gapen,
trappelende dieren,
slapende stieren,
strontvlieg staat recht overeind,
aan de knikkers komt een einde jongen,
zo verlaat een man de buurt,
met stokken stenen ongedurig,
modder in de lakens,
hoofdjes kraken hoofdjes van goud,
we worden oud,
hij was van mij maar
geef hem aan de volkeren,
laat de wolken wringen,
hij komt zingend naar de sluis
(niet oversteken stout),
thuis staat thee met krakelingen,
Japik kom mee, kom mee naar huis.