Resultaten voor het trefwoord kleur

albedo – pastuiven verkwil

een hooglied

ontplof in mij
doorboor me
laat je materiebrug
voorbij Heimdall
levenswarmte slaan

jouw corona
is mijn aureool
fotosfeer mij in kleur
niet sepiaans

doorheen mijn aderbanen
licht jij donkernis
met je wind
verschuif je mijn noorden

circumceer de muren
rondom

kom

laat ons weerschijnen

summertime – mark boninsegna

Het regent
zomerdagen in de polder
grenzend aan de dampende stad
waar erosie de ziel blootlegt
voor ons
die zich onderdompelen in
pompende beats
jazz
poëzie

Cultuur mixen

Een nieuwe inheemse dans
Op maat
Op zwetende lichamen
Op lust en genot

Paaldanseressen zwevend
boven onze schoot
verschieten kleur wanneer
de naaktheid
realisme zichtbaar maakt
in bordelen waar ooit
Chinese rook longen vulde
van hun die ontsnapten

Het hart vangt
het ritme van de stad
Evenwijdig pulserend

Geliefden

stilte – tibbes punt

Hij vertelt over stilte
vertaald door haar
hoe een kosmos ontstaat
uit een gebaar
geur
kleur
geluid
gemin
een stilte zo onbedacht
dat ik wel moet geloven
dat tijd zich laat schikken
als zwijgen doorbroken
ruimte maakt
om stil te zijn.

kleine fuga – kees klok

Contrapunten verpakt in een spel
dat eerder licht en kleur

dan keurslijf doet vermoeden
net van onderhuidse zenuwdraden

leidend naar oor en oog van
dove en blinde gelovigen

in aanbidding voor wat verondersteld
maar nooit ervaren werd

ontstaan uit onverklaarde genialiteit
breekbare, onzegbare schoonheid

op het vel voelbare resonantie
van een wegstervend slotakkoord.

onder invloed – mattijs deraedt

Ik wil nog allerlei dingen zeggen
maar ik weet niet hoe en niet wanneer en
heel soms weet ik zelfs niet wat.
Dan weet ik dàt er iets is
maar niet wàt precies.
Ik wil nog een heleboel dingen doen
maar de tijd is kort en ik krijg geen tweede portie.

En ik ben niet vrij.

Het pad onder mijn voeten lag er al voor ik er was
en er werd reeds uitgepluisd op welk koord ik zou dansen,
welk papier ik zou kopen en welke woorden ik zou lezen.
Zelfs de woorden die ik schreef zijn niet zuiver.
Maar wat doe ik eraan? Huilen als een hond?
Door de knieën gaan en zwijgen?

Of kleur ik buiten de lijntjes?

En dan is er natuurlijk nog altijd de gulden middenweg:
je bent een slaaf van het geld tot je dood.
Ja, de zanger heeft weer maar eens gelijk.
Daar staat hij nog, in het diepe licht,
met zijn bruine krullen en zijn zonnebril.

Eerst niets en dan de waarheid,

want alles begint en eindigt met niets.
De sprong is de uitzondering,
het foutje, de onregelmatigheid.
Het niets is de donkere nacht, het lange wachten,
de zoete ochtenddauw.

En uit niets komt niets voort.

Het idee is de grootste leugenaar,
het duikt op als een dampend veulen,
net gevallen en verblind,
maar houdt tussen zijn hoeven de waarheid,
de oorsprong, de blinde duif die hij vertrappelt,
sneller dan je kunt zien.
De tijd van liegen is voorbij.
Eerst was er niets.
En dan de waarheid, het vuur, de toorts, de kever.

Het is tijd, alle slapers liggen in hun bed!

De tijd van de wakkeren is aangebroken.
Het is tijd om te schrijven wat nooit gelezen wordt.
Want een doener leest niet, een doener schrijft niet.
Een doener doet wat hij doen moet.
Een doener doet, sterft en maakt plaats
voor een nieuwe doener, een nieuwe leugenaar,
een nieuwe gemaskerde dichter.

De wolf, het varken en de modderman
met zijn korsten en granaten,
zijn oude ogen, zijn nieuwe rimpels,
zijn lange haar en zijn schuchtere baard.

En de bomen en bloemen zullen nooit vergaan
dus waarom ze hier vermelden?
Ga naar buiten en zie:
dit is het forum, dit is het spreekgestoelte,
dit is de toren, dit is de kerk, dit is de long
waar de gevederden wonen.

huis uit – kate schlingemann

er zijn plaatsen
waarheen je om
namen in hout

waar bomen in kasten
liggen naast woorden
die stutten en wangen
doen keren

waar deuren en ramen
besloten in codes

buiten de plekken
die raken
in kleur

gekleed – serpil karisli

De kleding is wat te zwaar
Maar er wordt gekeken

Het licht zo bloot
Een bloem ontkiemt
Het blad is onbedekt
De maan ontsluierd

Terwijl ik bepakt ben
Mijn jas zo zwaar
Ben ik anders heel bloot
Mijn oog kijkt bloot
Mijn gedachten zijn bloot

Waarom wordt er niet alleen geleefd
in een tropisch klimaat?
Geen kleur staat mij
zwaar is het haar en al en al

er was kleur – enrico lommerte

ik heb mij verdoekt

onkruid groeit wel door
de stad blijft leven
het land gaat op in
die kloot zal blijven draaien
zoals het heelal ontploft
en zwart opzuigt
leven geeft en neemt

ik hing mij
op lijstloos canvas
in een kamertje
zonder ramen
gesloten voor de buitenwereld
de sleutel in mijn zak

een reserve
jou opgestuurd

lege man – lesley adriaansz

Ik ben de lege man.
Het kader zonder kleur.
De leeg geboren, nooit gevulde.
Ik kreeg
van moederszij niets mee
van vaderskant tekort.
Ik nam alleen maar ruimte in
als bewegende kledij.
Mee deed ik nooit,
dreef nooit iets aan;
ik vulde slechts wat foto’s op.
Ik had ooit tijd (later niet meer);
de jeugd was,
onder zich de toekomst een vangnet,
mij een blinddoek.
Ik ving nooit wijsheid.
Nihil geleerd en meer vergeten,
bleef ik geestloos medium.
Ik waai met alle winden mee,
geef iedereen gelijk.
Principes laat ik los
als hagedissenstaarten.
Minder dan niets
ben ik wat overblijft,
als alles weg is.

zomer – b. vogels

Bomen blozen: een blos op de horizon.
De zomer lacht groen.
Zonder schroom gaat zijn zon, zonder
kleur van schaamte,
onder.