Resultaten voor het trefwoord keer

de remise – ton kurstjens

In de remise van de ziel
is geluk stilstand van alles
wat ooit is geweest

niet wachten op signalen
maar de stilte vragen

niet de roestplekken tellen
maar de strepen in de lucht

niet gissen naar een plan
of zoeken naar de zin ergens van

Terug het donker in
de deuren hermetisch op slot
‘hineinhören in sich selbst’
In één keer zichzelf opbergen
In één keer grondig aanvaarden
In één keer de stilte snoeihard laten vallen.

de wolken houden uitverkoop – brigje otterloo

het valt maar neer
en ieder uur
zie ik de wijzers
van de klok

heel traag verschuiven
zie ze wijzen

steeds naar jou
ik kijk naar buiten

zie jouw lach
in winkelruiten
in de straat

ik wil je graag
heel even
in mijn armen sluiten

het valt niet mee
het valt maar neer

het houdt soms op
maar iedere keer

valt weer dat weer
ik wil ze sluiten

niemand – eva meijer

Dat er niemand is om me te zien als ik naakt uit bed stap
met niemand bedoel ik niemand behalve de hond en de kat
wat natuurlijk niet niemand
maar twee keer iemand is
en het is niet zo dat twee keer iemand niemand is of andersom
dat twee keer niemand iemand
zoals twee keer iets niet niets is
en twee keer niets niet iets
hoewel ik niet weet hoe ik me twee keer niets of niemand
zou moeten voorstellen
behalve als afwezigheid van jou en iemand anders.

februari – ad van schijndel

Oh zalige maand van vier keer zeven dagen,
waar in het begin het einde mij al roept,
waardoor de snelheid van de winter floept
en Valentijnse rozen vele harten plagen,

je hebt mijn plichten heerlijk ingekort,
en als er aan mijn werk een uurtje schort,
zeg ik mijn baas: ’t Is nu februari:
wie zeurt van langer tijd, verkoopt slechts larie.

Toch grijp en kleun jij mij ook mis,
want als de eerste dag vol liefde is
en ik me aan een ander wil verwarmen,

dan trekken krampen door mijn darmen,
want wat een maand zou mogen duren,
heb jij verkort met zeker zeventig uren.

het trillen van de tijd – peter helsen

Een aanval op de achterblijvers, een verhaal zo oud als de straat.
Hier is het dat ik van je hou en het is nu. De verten in een mal
gegoten, keer op keer herhaald, ingeperst verlangen. De wegen
ernaartoe. Pijlen, sporen, voetstappen en voorgevoel.

We verteren de weg goed, de fles gaat van hand naar mond naar
ziel en oude liederen worden dan en daar geboren. Het timbre van
een vergeten stem, het trillen van de tijd en spijt dat alles eens
zal zijn geweest wat het nooit had mogen zijn. Maar genoeg

daarover nu. Hier is het dat ik van je hou. En het is nu. We
kunnen niet heel de wereld. Alleen wij al langs de kant van
de weg. Je weet toch hoe dat gaat.

verlost – hans van willigenburg

voor Diana H.

De laatste keer dat ik het voor me zag – een reden, een doel – kan ik niet
meer terughalen.
Ik moet toen nog plannen hebben gehad en opdrachten die uit die
plannen voortvloeiden.
Er zullen destijds nog emoties in het spel zijn geweest bij slagen en falen.
Ik vermoed dat ik meerdere malen een slag sloeg en bepaalde
bloedlichaampjes dansten.
Er waren vast en zeker mallen van dramatiek waarin ik verdween of tegen vocht.
Er was zonder enige twijfel een gelijk of een droom die niemand zag en ik meende
te zien.
Ik kan ook mijn stappen niet meer terughalen, maar ik durf te wedden: ze
gingen gezwind.
En de woorden die ik sprak leken vast op gympen die bezig waren een pad te pletten.
Echt weten doe ik het niet meer, maar ik weet toch dat als ik tegen een muurtje leunde
ik dat toen als de opmaat zag naar een nieuw hoofdstuk naar enigerlei apotheose.

Dat ik dit allemaal meen te weten, is maar aan één ding te wijten: wat toen was is weg.

Als ik nu tegen een muurtje leun, kijk ik naar mijn schoenen en zijn alleen al de veters in
staat om me mezelf in veters te laten verliezen en mij zodoende af te leiden
van de hoofdzaak dat ik al jaren elke hoofdzaak feilloos ontleed en ontken.

strepen – nic castle

Strepen wezen op
dagen gevangenschap
meten, kindervrezen,
hongersnood. ’s Avonds
gevangen vissen los-
laten op de koudstenen vloer
en dan nogmaals vangen,
nog een keer. En hoe we

keer op keer

mannensnorren maaiden
rebelse makkers opfraaiden
met rode kinnen, blauwe
holtes, gele vlekken, ze
flikkers noemden.

’s Ochtends woorden zoeken.
Vrouwenfoto’s aan de muur.
Langer moeten werken
voor je sigaretten
dan je nog te leven hebt.

ontplooiing – jelou

Anders dan anders lag je deze keer
scheefgevouwen, met de rug
naar achterliggende gedachtengangen

tegen een muur, dat wel, al kwam houvast
eenzijdig niet goed tot zijn recht,
zo vastomlijnd in ongepast gemeten

je rode draad bleef zichtbaar en week
af, blokte kronkels als patroon
in wat niet weet kan ook niet deren

hier en daar luste je een beetje maar
dat hield de sjeu in ons bestaan,
het gaf zelfs meer volume aan de jaren

ik kon het niet laten, pakte je op,
en begroef mijn gezicht in de
spreidstand van jouw verse geuren.

opgesloten – frido welker

opgesloten in een kooi
afgesloten tussen binnen en buiten
en verlaten door de wind
huil maar rustig mee
sla je handen in elkaar
voor de laatste keer