Literatuur moet een beetje wringen, schoppen, omdraaien, verbuigen, of klinklaar zoals het is, onzin of niet, maar goede onzin, waar je iets aan hebt.
Literatuur doet pijn, geeft tranen, liefde in het hart, breekt het, heelt het, troost het, smelt het, draait het, maakt het, zegt het, dat wat jij denkt, ik denk.
Literatuur is puur, dat schrijf je maar 1 keer.
Resultaten voor het trefwoord keer
Je staat in de kleine verte, bijna niets dat is, dat werkelijk blijft,
de zon ontvreemd, gezichten zijn anders, bekend is onbekend,
je knikt nog maar een keer, mijn ziel vertroebelt met het weer,
ogen in een eenzaam hart, de verbogen lucht en armoede.
Veel, veel armoede.
Je mist me, ik jou ook.
Tot snel, tot de volgende keer.
Er schrijdt een processie over het water,
bankiers voorop, gevolgd door advocaten.
Aan de wal een kudde makke schapen,
de koppen gebogen, de lippen prevelend.
Het conopeum is rijk versierd met kleuren
van deelnemende partijen en gouden gieren,
en op alle dode hoeken drukt het logo van
de importeur de leegte onder het doek.
En padvinders in kleine bruine uniformen,
lopen voor de muziek uit, geven de pas aan,
spelen met de knopen in hun das. Dit
is de tijd van goede daden voor het volk.
Vals klinken de blazers van de fanfare, maar
kleine paus onder zijn baldakijn is goddank doof.
De idioot van het dorp hebben ze gekozen
om het almachtige kruis te dragen.
Afgesloten wordt deze waardige jubeltocht
met blote benen in opwaaiende zomerpijen
gehuld in grote wolken wierook en engelen.
Ze dempen de sloot met relikwieën van het kalf
dat al keer op keer verdronken is.
De laatste keer moet de eerste keer zijn
dat ik je voor ben, want al weet ik
dat je bestaat, je bent als was
je van papier en verlaten te worden
door papier
Voor sommige boeken voel ik veel en als ik aan ze denk
wil ik ze nooit kwijt, en het ene boek
dat verdween en ik laat
op een middag terugvond op het dak
zo doordrongen van vogelpoep en regenzand
dat ik het ondanks mezelf
niet verdragen kon en verbrandde
Dat ik stok, steeds voor het einde, omdat
ik het einde vrees dat ons
finaal zal beëindigen, en ik zie je,
ik ben haast te laat
met zeggen dat ik ga,
als was het papier
op.
In Rotterdam in een kelder zonder raam zit
een jonge hond opgesloten.
Een keer per dag krijgt de hond een bak zout
water en slurpt.
De deur wordt dichtgegooid en het licht en de
voetstappen sterven weg.
De hond jankt, tiert, huilt om nog wat water en
sterft na drie dagen in een kelder in Rotterdam.
ze zeggen dat je lasten draagt
in jouw kom draait alles om
kracht en man zijn bij pijn
waarom krom je
in je slaap zal je voelen
dat je me niet terzijde laat
gedane kerven nemen geen keer
Nu doe ik het weer
Ik schrijf als een heer
Voor Aad
Die als een mijnheer
Zoals ik dicteer
Daar staat
Hij stinkt als een beer
Maar doet keer op keer
De vaat
Wat doet het toch zeer
Zoals hij ’t geweer
Ontlaadt
ik kan ook naar Veendam komen
dan pleeg ik nog 1 keer zelfmoord
Vandaag slaagt het kind er nog één keer in
zijn wonden te slaan in hoog sluipend gras
hij is een soldaat, schreeuwt wat
lager dan zijn broer, het onnozele kleintje
Het geweer is van vurenhout, onder zijn
neus een blikje Cola Light
beter dan verrotte tanden als je oud bent
zegt moeder, zij drinkt de Viva
Hij schiet wat in het rond, maar er is niemand
die antwoordt, schuimbekkend crepeert
tussen kindergelach en vlechtende meisjes
Hij slaat in het gras, er springt een gifgroene
kikker omhoog duikt in de vijver
hij smijt zijn geweer naar hem toe
Er drijft een oorlogschip tussen de gele lissen
vader pompt een oranje bal naar de kloten
Ze beginnen, roept hij.
ik mag niet mopperen
ik hoor het
keer op keer
ik mag niet klagen
kop op
onweer
Recente reacties