Resultaten voor het trefwoord kaken

afleggen – marjon zomer

ik poetste je gebit
spoelde onder de kraan
je laatste speeksel weg

hij paste niet meer goed

ik wrikte een beetje
jij hield je kaken stijf
zo kende ik je weer

* – bianca hendriks

Ze staan tegenover elkaar
Handen naast hun zakken,
vingers gespreid, de voeten
wijdbeens, met losse kaken
haken hun ogen zich vast

Ze wachten
op een teken
in het spiegelbeeld van zichzelf

Ze wachten
op die ene wimperslag met losse handen
op de asterix met gespreide benen

Maar die blijft hangen
boven het onuitgesproken woord

vuur – b. vogels

als de gloed in je ogen stijgt
ga ik gloeiend roepen in het ijle
tot het schrikbeeld is gedood

ik wil je weer zien blaken
het rood van je kaken slaan
de toorts met mijn vingers doven

en parels betoveren tot
druppels blussend vuur

windows – bennie spekken

schiet dood
in drie d

sluit zich op
sluit zich af

vloog vannacht
tegen de muren op

schreeuwde
van de daken

sluit nu aan
in de rij bij

het vitrinevlees
excuseert zich

met stijf op elkaar
geklemde kaken

zijn systeem
liep vast

iets van hoop, omklemmend – frido welker

druk de gedachten maniakaal weg
vertrouw niet op de pictogrammen
meestal ligt het eraan hoe ze zijn gedraaid

kortetermijngeheugens vieren feest in woestijnen
een weekje lente in jaren
het is op zich ook schoonheid

zandkorrels verwaaien altijd anders
de hoop is wel hetzelfde

druk weg dat wat je wilt
onbereikbaar is, nooit
maar altijd naar voren kijken
het liefst met de wind keihard in je gezicht
en je hersens er vol achter
alvast kraken wat er komt
klem de kaken stijf