Resultaten voor het trefwoord kaal

intellectueel – katja bruning

Een wat gebogen en slobberig man
een intellectueel
met een studeerkamer waar hij verstrooid
in rondloopt, bladerend in boeken en papieren
Hij ziet me zitten
-Wat kijk je toch?
Och…

Iemand tussen boeken in gezeefd groen licht
Bedaard en wat verlegen
Had ik maar over zijn kaalhoofdigheid gezwegen
Hij is kaal

Hij is vrij stil en snel bezeerd

Geleerd
Ik maak zijn papieren zoek
want ik kan niet woelen in zijn haar
Zo dan maar

-Wat zoek je toch?
Dat artikel over graviteit

Een man die je niet kent
kun je niet verliezen

Van die kamer aan de tuinkant is het jammer
maar van de intellectueel
och…

in woord en gebaar – martin m aart de jong

Hij ramt zijn woorden weer
naar binnen, klare taal
om te beginnen zegt ‘ie:
klaar is wel het mooiste
woord naast kaal. Begrijp
je het dan is het goed
het gaat om wie er wint,
is het de lezer, luisteraar
of jij, die prijzen binnen
haalt? Vertaal dat maar eens
in universele geldigheid
in geldingsdrang of gekkig-
heid. Maar praat niet meer
met mij. Er is geen schoon-
heid meer; het sterft uit.

donkerrit – gronama

Herfstig Oost-Groningen
houdt zich rillend verborgen, toont slechts
haar donkerste velden zonder enig gezicht.

Passerende auto’s overbelichten heel soms
krankzinnig fel deze weg
waarna het zware gordijn weer onverbiddelijk valt.

In uiterste hoeken doemen vage bomenrijen op
te zwak verlicht door vallende sterren
die ooit bleven hangen vlak boven de grond
langs nog smallere wegen dan deze.

Zwart, zwart, zwart, los van speldenknopjes wit
is al het lichte verdwenen, deze middag
loste naadloos op in de avond, weinig verschil
de dag nooit werkelijk opengebroken.

Men voelt ze, zonder te zien wat hier ligt
de ontblote, weerloze, duistere velden
kaal en rauw en ontdaan tot hun einder
waarop bijpassende kraaien onzichtbaar verblijven.

een bed van bladeren – viviane rose, de winterdichter

De bladeren waaien in kraaiende geluiden van vogels
De hofjes staan er stil bij
Tussenin de stiltes gillen opgeschoten jongeren
Wie haalt hun hun verveling weg?
Weer huilt er een pasgeborene
Pogingen van aandacht gaan verloren
In wetgevingen en inburgeringscursussen
De basis van het moreel in regels
Husselt de bedoelingen door elkaar
Als bladeren die cirkelen over de grond
En zich geen weg weten

De menswaarde wordt overschat
Terwijl de bladeren zich rood kleuren
En de gaskachels ons opwarmen
Sluiten we de deuren voor het donker
En wachten de nacht af

Er is een leven buiten
Verstild tussen geweld zitten we dan
Zijn wij dan werkelijk van andere waarde
Of is alles geluk hebben en toeval?

Nog even en het laatste blaadje dwarrelt
Van de tak af
Beschermend de bodem tegen de kou
Vegen we alles weg
Kaal en koud
Laten we plantjes al sterven voor ze geboren zijn

Leg de aarde onder een bed van bladeren