Resultaten voor het trefwoord jaren

ik die zich razend zoemt – harry m.p. van de vijfeijke

Ik heb een smaak van jaren opgemaakt.
Met velen deel ik aangedaanheid door het klein
voorjaarsverhaal, vandaag de minieme kroontjestulp die fier
in voorjaarswind en zongebed zich als saffraan zo fijn onthult
en voor het almaar opnieuw beginnen staat.

We zoenen, en we zoenen het seizoen.
Ik, afzonderlijk gewonden om een dunne lijn,
al jaren, ik zal in dit voorjaar ook een smaak belijden
die jou, mijn zonderlief, aangaat, hoogsteigen schepsel.

Ik verbeeld je bloei in wit opgesneden bloemblad neergelegd,
je zachte bed dat wijkt, ik de bij die zich razend zoemt,
dol tussen dij en dij.

geblazen glas – jos van daanen

De dagen trokken voorbij. Een bonte optocht
van geleedpotigen, gehoefde gewervelden,
gezoogden en ongezoogden. Koudbloedigen.

Op de voet gevolgd door de weken. Gebochelden,
genodigden, gelovigen en argelozen, gearmden,
gepensioneerden en genezers. Aanverwanten.

En maanden, maanden en jaren langs mijn raam
alsof het geen tijd kostte, geen toekomstvisie
en geen geduld te wachten op een lege straat.

de boswachter – christos makrigianis

In de betonnen jungle , de stad , al jaren bezocht en veracht .
Waar zielloos mensen voortschrijden zonder een pad voor ogen .
Allen volgen een weg van routine , van monotonie , waar dood
aan het einde, kalm wacht . Hij koos een ander pad , in
gevangenschap , niet van betonnen constructies , maar het
schone , oneindige van de natuurlijke pracht .
Zijn gezicht tekent de natuur om hem heen, een naam,
een wezenlijke leven wordt gegeven, als vorm
die het woord gaf. De verdwaalde man zonder pad,
volgde de man van de bossen, in heuveltjes op,
heuveltjes af, de ruwheid van de natuur die op je wacht.
Het onstuimige bemoeilijkt het pad, niet voor alle,
wel voor de moderne, menselijke stap. Geen binding
met natuur, die zich verzet tegen de grond van onze aard.
Gebroken bomen, takken verspreidt over paden,
de verdwaalde man snakkend naar adem, hij gesloten in
ons vroegere, menselijk, doch dierlijk bestaan.

dichterbij – jelou

vreemd genoeg
vervaagt jouw silhouet
strijkt enkel nog de wind
je lang geleden haren
jij mij
je zeldzame glimlach
wanneer jij
je even, heel heel even vrij

zo anders als zand toen
door je vingers glipte
je huid deed tintelen en
jij één zo één
met ruisen van de bomen
het leven in het gras
het trippelen der poten
van wat het dan ook was

ik las een ander boek
zo een met kronkellijnen
waaraan jij geen houvast
en ik mij, aangepast,
haast elke tekst kon lezen
behalve die van jou

zo anders nou
vreemd genoeg na jaren
dat ik één zo één
het ruisen kan vertalen
dwalend door het bos
een onbelopen pad met
enkel en alleen
mijzelf en mensen geen
maar jou steeds dichterbij

in infinitum – rob van de zande

Uit al hetgeen met verderf is bezaaid,
Prijkt uw schoon enig tegen jaren aan
Dat oogst fijner dan het jongste graan
In bloei hult waarop oneindigheid laait.

Want als des levens komst u zal verzuren
Of de dood in u zoet een tombe delft,
Zal een helle schim ons als wederhelft
In plaag dopen tot het vergane der uren.

Ik zeg u, liefste, met nederige toon
Dat dit schouwspel u in mondain vertoon
Nimmer naar plotrede zal bezingen,

Want aast aarde op mens als sluwe rover
En laat wereld geen vernuft van zich over,
Toch blijft u erfgoed zijner wentelingen.

gewoon sneven – dio the cilany

wij verweven onze uitgelatenheid
met onvermoede kleuren
zweven ongedwongen loze jaren tegemoet

enkel dorpsmalloten verscheuren kalenders
in de hoop ze niet te hoeven beroeren

naarstig op zoek naar noten
voor licht in een najaarsouverture
verworden zij

bijeengeraapt voor doelloos samen
rond een laatste vuur

reservetijd – janine jongsma

en als je mij hebt doorgrond,
weet dat er daarna niets meer komt
wat jou nog verbazen zal in mij

jij mijn restwaarde afschrijft
waar ik liefheb in ons trouwboekje
geen beroering meer voelt

aan de andere kant van ons bed
waar ik al jaren niet meer kom
je mij plichtmatig welterusten wenst

verval ik in het stilzwijgen van ons huwelijk
onder de noemer “houden van”
tot een obligate kus bij gelegenheden

was ik de vlekken uit je onderbroeken
stel ik louter retorische vragen
en serveer onopvallend je lievelingskost

om de aandacht voor die halfdode vrouw
in dit krankzinnige instituut
maar niet op mij te vestigen

herfstdoorsnede – janine jongsma

Ik lig verstild in het grijze ochtendlicht
ons mooie overtrek toont slijtage
zojuist zag ik het najaar er voorgoed in vallen

Wij, enkel nog een doorsnede van de herfst
de zomers in ons zullen verjaren
steeds verder bladerend achteruit

Jij, die nog slaapt
in de zachte trekken van jouw gezicht
waarin de seizoenen sneller gaan dan ooit verwacht

Hoe kan ik onze zomers bewaren?
anders dan in mijn ontbladerde vel
aan jouw handen vragen mij nooit te laten gaan

Door je ogen dicht
de jaren terug te strelen
in de nerven van mijn huid

doe maar rode wijn – bert de kerpel

In de coulissen van het kousenparadijs
resten enkel doorgewinterde stopsters
die gaten en ladders van garen voorzien,
zodat men via die laatste de upper class
op een voetstuk kan bedienen met pladijs.

Onder hen hebben de meesten in jaren
geen tijdloze films meer gezien, laat staan
een band gehad met minderjarige minnaars.

Hun mannen, kompels uit de jaren zeventig
onthoofden de dame met testamentresten
van een rist ontheemde kameraden.

deelder – berrie vugts

Jaren geleden
zag ik Deelder

Het was op
de Binnenweg

Hij kocht twee
blikjes gourmet

Ik zag zijn
katten gourmetten

Ik zag witte katten
Zwarte vlinders

Ik kocht twee
blikjes gourmet