Na al duizenden dichten
Geschreven te hebben, vele zinnen onduidelijk afgebroken,
Andere symbolen in te verre streken gezocht
Na vele handen te hebben geschud
Parades en conventies, vergaderingen en thema-avonden
Af te zijn gegaan. Vele regels foutief te laten rijmen
Als een sprinkhaan van
Het realisme naar het postmodernisme gegaan,
En terug, want heden een dichter kent geen leiden
Na als een barbapapa
Vele vormen te hebben aangenomen, zonder reden,
Dan door de fruitmand te lopen, dan over de hemel te zweven
En ook sonnetten, eva en romano,
Ruim rekenend met metrums, als loden subways door de versveste,
En hoofdletters, laagletters, kiezen voor een titel (wat heb ik nou weer voor hoedje op)
Word er zo onderhand kotsmisselijk van, gebenendraai op papier
Ken het ik nou wel, de woord het woord het is mij als interpunctie om het even
Was ik maar een kraanmachinist, vanaf geboorte ingegeven.
Dan was dit gedicht,
Il Duce, mijn vader,
Zeven stukken beter.
Recente reacties