Resultaten voor het trefwoord idee

paaz – nicole de korte

Niet weten wat is gebeurd
Niet weten waar ik ben
Mijn geheugen gescheurd
Helaas iets wat ik maar al te goed ken
Van de wereld ben ik ontvreemd
Alles, mijzelf incluis is een illusie
Niks lijkt op een steevaste conclusie
De wereld en alle mensen zijn vaag
Ben ik wel echt?
Dat is natuurlijk dé ultieme vraag
Tevens is dat mijn eigen gevecht
Geen idee hoe ik dat moet oplossen
In ieder geval rustig blijven
Niet zo maar dom door rossen
Maar meer gevoelens opschrijven

morgen zal ik dood zijn – manja croiset

monoloog of dialoog

morgen zal
ik dood zijn mijn kind
wanneer is het
morgen vraagt ze

geen idee zeg ik

wat heb je gisteren
gedaan
wanneer was het
gisteren

hoe oud ben je
lieverd ik weet het niet

ik begrijp het niet
zegt ze

ik ook niet
antwoord ik

die eindeloze jaren ’80 – berry tunderman

Vrouwen stapten in van die witte laarzen.
Dan ook nog met van die franjes.
En mannen met zo’n polstas!
Alles boette in aan glans

Punkrock blies zijn laatste adem.
Terwijl de crisis alleen maar toenam.
Veel sleazy mainstream cinema.
De kou van de dans op de vulkaan.

Kwamen we ze wel echt te boven.
Nu weer een crisis, greed weer good.
Sociale media- onnozel geneuzel.
Vooruitgang voor een gek te geloven.

IJdelheid tot aan de horizon en
Nummer 1 van de zeven zonden.
Zie een christen als Andries Knevel
Belichaamt zijn god’s grootste gruwel.

Heb nog boeken liggen uit beschaafde tijden.
Nog wat heidense karweien om het huis.
Leef weer tijden om te mijden.

de ademhof – iniduo

elke herinnering is in de aard
van de zaak beschreven blad
in de nerven van mijn brein
heeft zich een idee postgevat

dat de groenheid van de weide
nooit hier is maar altijd ginder
dat de maagdelijke lente broos
is als de vleugels van een vlinder

dat de koelte van de avond
en de ijzige stilte van de nacht
een voorbode zijn van het
onvermijdelijke dat wacht

dat naderend gebrek komt als
een bezoeking die nooit went
en dat de dagen van de eeuwige
jeugd lijken als heilig sacrament

zodat de dagen van het heden zijn
gevormd naar een zoet voorbeeld
en het wachten is op die ene dag
waarop de wonden zijn geheeld

meneer – jacob van schaijk

morgen is verleden tijd
terwijl vandaag nog moet beginnen
en gisteren wel nooit zal komen

er is alleen een vlinder die fladdert
een herfstblad
dat dwarrelt in de wind

haar kromme handen grijpen mis
waarom ze huilt kan ze niet zeggen
ik zing een kleuterliedje

ze laat een foto zien van hem
of ik die nog ken
ze weet niets van een kastanjeboom

wie ik ben, ze heeft geen idee
maar met een kus is ze toch blij
en glimmend zegt ze dag meneer

click – pallas van huizen

Dat zijn neus in een handdoek sliep,
het gejaag op dikke ribben voorbij was,
beschreef zijn uitstapje in Anderland.

De stilte die het teweeg bracht.
Het vechten, niet meer met haar.
Achtervolgd door zijn schaduw
fluisterden de lichtjes.

Muziek is een zijnskwestie.

Achteruit inparkeren, zei ze.
In de grachten dreven vergeelde blikken.
Haar stem was vaag.

Geen idee waarom, maar ze zei zoiets

als dat ze me kent.

voor maaike (dat mocht wel, vond ik) – maaike klaster

Omdat je weleens een neger hebt gezien
(mag ik neger zeggen, dames en heren?),
ben je nog geen Bijmer-expert.
Iemand noemde mij eens De Witte Negerin Van Amsterdam.
Geen idee waarom, want de rok die ik aanhad, kwam uit India.
Maar het is waar, als tienermeisje zat ik op metrostation Kraaiennest
(in die goeie, ouwe tijd) vol waardering te kijken naar al die kleurrijk
geklede vrouwen met hun klederdracht uit Ghana en Nigeria, met de
prachtigste tooien op hun hoofd, die met pronte borsten en trotse
schouders voorbij kwamen lopen, en dan dacht ik: Dat wil ik ook.

Zoals ik als vijfjarig meisje het allerliefste op de hele wereld een Zeeuwse
wilde zijn, met kanten kapjes en zilveren spiegels die de Zuid-Nederlandse
zon weerkaatsten, lonkend naar de golven van de Noordzee blonken, met
dikke billen in een mooie rok en dan met z’n allen dansen in een kring, met
z’n allen op klompen dansen en alleen nog lachen, alleen nog mooi zijn.

Die Zeeuwse was ik ook, want ik had een ring met een Zeeuws knopje dat
van het fijnste zilver gemaakt en alleen van mij was. Dat knopje ben ik
helaas al heel gauw kwijtgeraakt en ik weet eigenlijk niet waarom, want
ik kreeg het van mijn oma en niet om het meteen weer te verliezen.

kortsluiting – jos van daanen

Ik trek een regel over je rug,
hals over kop, huid op huid.
Wat doe ik? Smeer ik mijn
vingerafdruk uit? Ga je vanavond
overwegen om met mij…? Stroom
tart de elementen. Diagrammen
leggen je zwarte haar uit naar
je dromen, je kussen verdwijnt,
net als de kramp onder je voeten.

Zo schrijf ik, de rest is niets dan
wie je bent, niets dan de schelp
die ik aan mijn oor zet om er
het ruisen van de zee in te horen,
de meeuwen op zoek naar land,
een eiland, groen en ongerept,
zwemmend in een school van vis
achter mijn gedachten naar jou als
een idee dat niet bestaat.

verjaardag I ‘het voorspel’ – jan holtman

Weet jij wel wat voor dag het vandaag is?
Jawel, donderdag, hoezo?
Nee, de datum bedoel ik.
De elfde?
Ja, precies, mijn zus is vandaag jarig. Niet op de kalender gekeken?
God, nooit aan gedacht.
We gaan er zaterdag wel naar toe!
Ik zeg toch niks?
Daarom.

Op het toilet hangt een verjaardagskalender van Marjolein Bastin,
de zus van Rien Poortvliet, die heel aardig vogeltjes, bloemetjes
en bijtjes kan tekenen, maar op het onzalige idee is gekomen dit
op onze verjaardagskalender te demonstreren.
Achter de elf staat in schoon schoolschrift de naam van haar zus.

De spanning stijgt. Wie moet drinken en wie mag rijden.
We zijn er snel uit. Zij mag drinken, want het is haar zus
en dus mag ik rijden. We lachen nog terwijl het volgende
dilemma zich aandient: het cadeautje

Een boek?
Ach nee, ze lezen niet.
Een boeket bloemen?
Welnee, iedereen geeft al bloemen.
Een mooie vaas om al die bloemen in te zetten?