bij aanvang van de donkerblauwe nacht
dooft een zwerm van woorden
smoren klanken in gehemelte
zonder dat ik nog geduld betracht
op deze nauwelijks ontgonnen uren
zingen nachtvlinders in mijn hoofd
kreunen zilveren vleugels op het bot
die genadeloos huid en haar schuren
zal ik wachtlopend vragen stellen
of wandelend verdwalen in mijn slaap
zullen antwoorden zich aandienen
of laat ik argusogen een oordeel vellen
ik wil niet aan nachtlicht vastvriezen
maar helder wakker worden
op een krakend willekeurige ochtend
waarop men zich zou kunnen verliezen
Recente reacties