Resultaten voor het trefwoord hoer

moeder aarde – sef parker

wie zich als hoer
laat gebruiken

kan moeilijk spreken
van verkrachting

laat echt alles
met zich doen

moet je kijken
hoe smerig

lozen gaat vanzelf
loopt de mond van over

dooie hoer – andré van der spek

ergens
ligt
wellicht
op de rug
een dode vrouw

misschien
wordt ze
nog 1 keer

gebruikt

als tafelkleed

of als een ander
decorstuk


ach
ik weet niet
hoe
het voelt
met of zonder
rubber

maar als ik het hoor
hoer!!!
denk ik vaak
aan me moeder

leven en laten leven – maaike klaster

Over mannen en andere hoeren 
 
 
Wie zal ik nu eens voor vuile kankersnol uitschelden?
Mezelf? Dat heb ik al gedaan, meerdere malen, tot er
niets meer te schelden, niets meer te vergeven
(ver-geven) viel, alleen de pijn overbleef die anderen
mij hadden aangedaan, dus nu zijn jullie aan de beurt.
Weest niet bang, ik ben niet degene die jullie pijn zal
doen, dat hebben jullie zelf gedaan. Als jullie alvast
in de rij gaan staan, zijn we sneller klaar. Dan pak ik
intussen mijn Van Dale erbij om wat mooie, nieuwe
woorden op te dissen, anders wordt het zo saai,
vinden jullie ook niet? Of je moet het niet erg vinden
om door mij steeds opnieuw voor vieze tyfushoer te
worden uitgemaakt. Dat scheelt mij uiteindelijk ook
weer werk. Dacht je dat ik dit voor mijn plezier deed?
Nee, voor mijn plezier ga ik koekjes staan bakken.
Dit is keihard werken – wat ik overigens met liefde
doe hoor, hoer – maar plezierig kan ik het niet
noemen, de godganse tijd de metalen haatplaten van
mij afslaan die jullie als een stel onervaren
bouwvakkers, met mislukte ninja-tactiek, op mij
afvuren. Iets wat ik trouwens ook voor jullie bestwil
doe, en voor het welzijn van alle andere bewoners
van dit klootje dat wij onze aarde noemen. Dat je dat
even weet, lui sekreet. Waarbij tot slot vermeld moet
worden dat een hoer hier natuurlijk ook een man kan
betreffen, iemand met een goede baan, een net pak
(ja, uiteraard, een spijker-, trainings-, vissersbroek
mag ook), een vrouw en meer dan één kind. Zo één
die naar de hoeren – oftewel, prostituees – gaat. Ja, ik
kan jullie allemaal aanwijzen, stelletje broederhoeren
van me, maar dat zal ik uit respect voor ieders privacy
niet doen. Bovendien: jullie vrouwen weten het toch al.

Zo heb er één gekend, een hoerenlopende manhoer
dus, een beetje een zacht ei, een Humpty Dumpty
met een trouwring om, die vanaf de andere kant van
het bureau waar wij aan gezeten waren bij
verschillende gelegenheden een aantal keer
Blah-Blah tegen mij zei terwijl ik net deed of ik naar
hem luisterde, maar in werkelijkheid alleen
geïnteresseerd was in wat God te vertellen had. Net
als hij geen woord van wat ik te zeggen had verstond.
Dit heerschap, dat overigens in een verder verleden
verkrachter was geweest, jonge vrouwen pakte alsof
het niets was en daar nog mee wegkwam ook, wat ik
behoorlijk knap vind, ik had hem die knakworst allang
tussen zijn benen vandaan gevreten, maar goed, dit
heerschap dus bezoekt regelmatig een prostituee,
waarbij ik een groene omgeving voor ogen krijg, met
iemand in een woon/werkruimte die veel van een
stacaravan wegheeft, de auto van meneer met het
kinderzitje achterin keurig voor de deur geparkeerd,
en tenslotte het beeld van hem bovenop de dame in
kwestie, terwijl hij al neukend – of iets wat er op lijkt –
met koude haat op haar gezicht in slaat. Er zijn blijkbaar
vrouwen die zich daar graag extra voor laten uitbetalen.

Dan zou ik mij tenslotte tenslotte (volgens mij hadden
we al één tenslotte gehad, zo niet, dan laat ik die
tweede lekker staan, want ik ben moe en ik heb nog
niet gegeten) tot de Dames van Lichte Zeden willen
wenden, onze hardwerkende prostituees die overal op
aarde het oudste beroep ter wereld uitoefenen (Gaap!):
Niet zo zeiken, dames! Niet net doen of jullie, en
jullie alleen, Het Leven kennen. Jullie hebben seks
voor geld, en als je dat geen leuke baan vindt, moet je
op zoek gaan naar ander werk.

Waarbij ik mij probeer voor te stellen hoe de
echtgenotes van al die hoerenlopende manhoeren
zullen reageren als jullie opeens hetzelfde werk
zijn gaan doen als zij en er voor hen niets te klagen
overblijft, zij mij en alle andere alleenstaande
vrouwen niet meer als een hoerachtig prooidier aan
hun uitgehongerde echtgenoot kunnen voorschotelen,
nu hij zijn treurige zaad weer gewoon bij hen komt
uitstorten. Hoe zal zo’n wereld eruit zien? Ik kan me
er weinig bij voorstellen. Jullie?

over poëzie gesproken – hans goudart

Bin Ali Libi zat er helemaal naast
Tante Truus bleek
een deerniswekkende teef
ziekelijk zelfzuchtig
panisch veertig plus
zonder vergunning op jacht
in mijn buurtcafé
Tante Pollewop de beul van
kamp lagerbier
De Engel van de Efteling bleef
ongestraft onbeschoft
het zogenaamd beschaafd fatsoen
rondborstig maar platvloers
het leven als schijnvertoning krampachtig
haar marionettentheater van misbruikte medemensen
eenrichtingsverkeer in ieder opzicht
De Hoer van Barneveld
proud to be a slut
het woord niet waard
te zwak voor complimentjes
lam, doof, blind voor kritiek
een soort gestoord

Telkens ik ze zie een etage in de war
verkeerde verdieping uitgestapt
ik heb niets te zoeken op de
afdeling valse vruchten, zeldzame mutsen
tactloze taarten, betweterige burgertrutten
huichelachtige schijtlaarzen,nagels aan mijn kist
tot dader verworden slachtoffers

Het verzameld werk
van slordige aannames en voorbarige conclusies
goedkope theorietjes, halfbakken verklaringen
oppervlakkige projecties en het hele
zo-zie-ik-het, zo-zit-het-dus
en dat-is-dat en daarmee basta
het meermaals meten met twee maten
ik mag wat niemand anders mag
ik trek het niet, ik kan er niet meer tegen
hierbij wordt u de mond gesnoerd
De Freule van Spreekverbod tot Zwijgplicht
heeft gesproken in stuitende monologen
zonder weerwoord gebundeld als “Arschficken für Anfänger”

gevangenis, tempel, kleedkamer – juvu de ruiter

Er is een huis
in  mijn huis zijn kamers; ik noem ze
slaapkamer, badkamer, studeerkamer annex atelier.
Ik had ze ook kunnen noemen:
gevangenis, tempel kleedkamer, dat doe ik niet.
Maar als niemand kijkt trekken zij hun kleren uit en fluisteren in trance:

Gevangenis, tempel, kleedkamer
Gevangenis, tempel, kleedkamer
Gevangenis, tempel, kleedkamer

Er is een vrouw
in de vrouw zijn kamers; ik noem ze
slaapkamer, zitkamer, kantoor annex atelier, kinderkamer, rusthuis.
Ik had ze ook anders kunnen noemen;
gevangenis, tempel kleedkamer,
dat doe ik niet, dat vindt de vrouw niet fijn.
Maar ‘s nachts als niemand kijkt trekken zij
hun kleren uit en dansen vreemde dansen.

Meisje, vrouw, grootmoeder,
priesteres, hoer, heks,
schrijfster, politica èn moeder,
allen lopen zij ’s nachts naakt rond en krakelen hand in hand:

GEVANGENIS, TEMPEL, KLEEDKAMER!
GEVANGENIS, TEMPEL, KLEEDKAMER!
GEVANGENIS, TEMPEL, KLEEDKAMER!

Er is een man
in deze man zijn kamers;
ik noem ze niet ik bekijk ze,
ik behoor hier niet en ruik hier niet.
Dit zijn gebieden waar zintuigen met hun kettingen tegen de muren slaan.
In elke kamer zal er één traan vloeien en soms een lach,
maar eerst moet dat achterlijke interieur uit de kamers gesloopt;
de deuren zal ik omhakken als jonge bomen en de retro bloemetjestafelkleedjes zal ik met mijn tanden uiteenrijgen.
De rotte tanden van de oude heks zullen getrokken en de mondhygiëniste, zij zal haar omtoveren.
De moestuin zoals die van de ouders en de grootouders zal omver gewoeld
aangezien ik mezelf niet gevonden heb ik in de courgette of in de aardbei.
In dit huis zal ik de deuren open laten staan totdat de regen, de vogels,
de wind, de muren zacht hebben gemaakt met mos en
schuwe reeën er zich op hun gemak voelen.
Ook zullen kudden wilde dieren hier drenken en nomaden ja ook zij.
Maar een geweten gedachte, transparant als atoomlicht zal hier
niet langer rusten.

daar waar wij leven – rianne oosterom

De hoer met het roze haar
kennen doet niemand haar
ze fietst de straatweg van waardering
maar al het vuilnis verspert de weg

De zwerver met zijn vieze dreads
kennen doet niemand hem
ze kennen alleen de opgetrokken knieën
de capuchon die voor de Aldi zit

De volle straat die leeg is
daar wonen deze twee
je kent hem wel
alles zoeft er en blikken bestaan niet
hij is niet onvindbaar
hij is overal

jezebel – clara bolle

Jezebel, jij krankzinnige hoer van Babylon
Met je lippen schraal en je mond droog probeer je de dood te kussen

De woorden die je prevelt komen uit de hel van Babel
Met je ogen zwart als afgestorven vlees verleid je de man met de hamer

Slechte adem, slechte adem!
Met je borsten hard en koud voed je de eenzame geest.
De wereld in chaos