Resultaten voor het trefwoord help

de werkende mens – gerardus

en ze zullen…

godverdegodver

help me nou eens
nee, niet lachen

je weet best
dat als jij lacht

je broer nog erger
en papa dan…

hou er mee op

ik heb al gevloekt
godverderderder

ik ben niet boos
woest ben ik

en dan kan je wel gaan janken

hou daar alsjeblieft mee op

neeeeeeeeeeeeeeeeeeee
mama is aan het werk

dat weet je best
en ik hou van jullie

hou op met huilen

hoe kan ik je troosten

zal ik pannenkoeken bakken

je hebt het niet verdiend

je bent wel lief
en je broer ook

per express – maaike klaster

Die luchtkussen volstaan niet meer en mijn gekwijl
op extra kussens is een veel te oud geworden truc.
“Kreun” – stripheldstijl.
Iemand moet mij komen redden, want op eigen kracht
kom ik nu de bank niet meer af.
“Zucht” – miljoenen vlinders op de vlucht.
Nee, dat is geen mooi metafoor. Dat is iemand die ligt
weg te kwijnen in haar eigen kwijl.
“Help!” Nu is het genoeg. Ik ga op zoek naar ander voer.
Misschien had ik het mis, heb jij nooit iets tegen mij gezegd.
Misschien besta jij niet echt, was dat een UFO, een
luchtspiegeling, niet een vliegtuig waar ik jou in gedachten
in zag zitten, waar jij over vertelde met een lach; niet
vanwege het vliegen, maar vanwege mij. Misschien heb ik
mij vergist. Dat kan altijd. Kijk maar. Zie jij mij? Precies.
Uiteindelijk was ook ik niets anders dan een Fata Morgana
in jouw woestijn. Kom maar dichterbij: Niets! Want ik
besta helemaal niet. Dat had je uit verveling verzonnen
toen je midden in de nacht moe en alleen (dat was je toch,
alleen?!) thuiskwam en daar, onder de deur van jouw
eenmanskamer doorgeschoven, een boterbriefje vond. Dat
heb ik nooit geschreven. Dat dacht je maar. Dat wilde ik
jou nog even laten weten.

* – maaike klaster

Om door en zevenjarig gat te vallen heb ik een extra paar armen nodig om me
vast te houden, maar wat mensenarmen betreft zijn hier alleen de mijne,
wat ook precies de reden is dat ik val. Terug in de tijd, langs lege kalenders,
agenda’s, bedden, een bank waar ik ook nu in mijn eentje op zit, en alle mannen
die ik dood heb laten bloeden, zelfs hier op deze vloer, omdat deze isolatie,
eenzaamheid, afzondering – noem het wat je wilt – nog altijd beter was dan het
alternatief: me opnieuw laten naaien, of erger, verkrachten in mijn eigen huis.
Dus het spijt me voor alle verloren tijd, mislukte pogingen om liefdeloos binnen
te dringen in dit verdorde paradijs, een paleis waar gladde muren, spiegels,
tegelvloeren steeds met dezelfde tranen worden schoongeveegd, waar ondanks
alles Vreugde nog steeds leeft, want denk niet dat iemand heeft geholpen toen ik
schreeuwend op de ramen schreef: Help!

* – phillipe te bar

Vandaag keek ik uitwaaierend
en digitaal
naar uitgestorven dieren.

Ik tevens
een uitgestorven dier,
ik, trekduif, dodo,
gouden pad die lange tijd behoorde
tot het geslacht Bufo en later tot Ollotis.
Ik, allemanstarsir,
Tasmaanse buidelwolf, quagga,
tijger zonder hoofd.
Ik, imperiale specht, braakstaart.

Het is goed mij niet te redden.
Maar help me, doe dat wel!

pop voor meisje – hanny van alphen

meisje lacht

ze krijgt een pop
een jongetje
hij ruikt naar rubber
bah, ze maakt een bad

kom pop, uitkleden
benen eraf
kop eraf
armen eraf

meisje peinst

tussen de gele eendjes
drijft een roze kop
en wat benen

pop kan praten
help, meisje, help
kijk, meisje, kijk
ik loop vol water

meisje huilt

pop ontleed maar
meisje kan niet lezen