Resultaten voor het trefwoord heelal

met de noorderzon – iniduo

Weg, ver weg uit de kelder van de ziel
met de vrijheid van het lichaam
naar feesten van alledag
door onbeschaamde tuinen, felverlichte etalages
langs de stilte van het ommuurde bed
op de fiets, voorbij het uitdijende heelal
met de scheur door het servet dat geen laken kan zijn
met het vliegend hert naar het land
van de timmerman, bij wie thuis de kastjes scheef hangen
van de onbekommerde, die de ogen sluit voor kwel
met de vrije wil, gevangen door verdrongen dwang
van degene die leest en schrijft
ergens komt
en nergens blijft
Laat het maar rusten, gewoon rusten

ware liefde – martin m aart de jong

Hier in Droompaleis “Gesprongen Veren” ontmoette ik haar voor het eerst. Het kan verkeren heren in de liefde. Ik wist van haar het meest te houden van wie er op de aarde leeft. Haar lippen bedruppeld met fonkelende paarlen wanneer ze haar lippen als een warme perzik open sneed om mij toe te lachen, in te happen, kortom weet dat zij de mijne is zoals een ander bezeten is van mystiek, hobbies, woestijnratten, half-verroeste auto’s, op schaal nagebouwde treinen met hun loop over de zolders van buren, weet. Hoe zij liep als een opgewonden speelgoedeend, waggelend met haar billen als niet te versmaden hammen aan de zoldering boven de toog waaraan wij proosten op het leven en de liefde. Weet. Eens zal mijn naam zijn uitgedampt, eens zal de klok geen tijd meer slaan maar mijn liefde voor haar zal voelbaar blijven trillen vrienden, aan deze bar in dit heelal.

de trompet zwijgt – jan bontje

terwijl de laatste klanken
van de oude jazzmuzikant
met hem wegsterven
en zich vermengen met de
naweeën van de oerknal
schijnt een jonge ster
het brandpunt van het heelal
: de dinosaurus wordt afgebeeld
in grafeen, grafaan, grafiek, graffiti,
de muziek van Pink Floyd
en het vuurspuwende
straatmuzikantenorgeltje
draaien op volle toeren
als Herman Brood
zijn schilderijen te koop aanbiedt
in het centrum van een buitenwijk
waar de erfenis van
mislukte stedenbouw
de droom van jonge mensen verstoort
: alsof natuur het begrijpt
zet zij haar slagtanden in de ladder naar de top
waar tentoonstellingen de overhand hebben
op ground zero
drie bergen
zeven hemels
zestien hoven
worden werkvloeren aangelegd
waarop het goed toeven is
als de cyperse kat thuis is
zich tegoed doet aan
onverdiende verdiensten
waartegenover het losse blad
van gekapte bomen
afsteekt als
duister tegen kleurloos
nuances worden uitvergroot
tot levensgrote afbeelden
: op de pampa’s
klinken liederen van Victor Jara
gedichten van Pablo Neruda
Indiaanse stamliederen
welluidende klinken
samen met poëzie
van Spaanse veroveraars
en Amerikaanse cowboys
: op de maan is het silhouet
geheid van Lord Byron
die gisteren (of was het overmorgen)
dineerde met de president van Libanon
die niet weet dat hij dood is
en daarom bleef klagen
over alles wat niet gebeurd is
: in Hyde Park
verdedigt iemand Snowden en Manning
en doet wat elke mens
doet van nature
groeien bloeien de waarheid schreien
niet buigen voor domheid macht onwil
: de loftrompet zwijgt
om staatsburgers de kans te geven
zijn stem te beluisteren
: en zo geschiede in de bijenkorf
gelijk in de hema

rijstwafels bij nachte – delphine lecompte

Het is de tweede nacht van mijn verwarrende tienjarigheid
Normaal gesproken zou ik niet meer mogen leven
Toen ik bijna zorgeloos vijf was heeft een vrouwelijke kattenmandenmaker voorspeld
Dat ik de avond voor mijn tiende verjaardag stikken zou
In het glazen oog van een pedofiele tuinman.

Het heeft geen haar gescheeld
Maar hier sta ik dan toch
Het glazen oog is ondertussen verteerd
En de tuinman is jammer genoeg ontslagen
Ik sta naast mijn stiefvader, hij eet rijstwafels als een bezeten monnik.

Mijn stiefvader is pedofiel noch monnik
Helaas is hij slechts een duffe astronoom
Met zijn antimythische weetjes over het heelal
Heeft hij mij in een uur tijd honderd lichtjaren ouder gemaakt
Hij eet rijstwafels om zichzelf te demystifiëren, beweert hij.

Maar hij blijft een raadsel
En ik begrijp niet waarom ik iedere nacht naast hem sta
Ik vraag: ‘Wat betekent demystifiëren?’
Hij snauwt: ‘Sta je hier nog?! Naar bed! Onmiddellijk
Morgen moet je je moeder helpen met haar vlechten…’

Ik gehoorzaam omdat ik niet geslagen wil worden
In mijn grote bed denk ik aan de vlechten van mijn moeder
Ze ziet haar haar zo graag, kan ik het haar kwalijk nemen?!
Nee, dat kan ik niet. Spijtig dat ze niet verliefd is geworden op een lyrischere sterrenman.

beëlzebub – iniduo

Het is al één uur en ongemerkt middag, na nachten doorwaken
en verdwalen in letters op het toetsenbord. Gedachten dwarrelen
nog steeds binnen vanuit sterrenstelsels en gangen van kinderlijk

verleden. Ga weg, gespuis. Maak frisse ruimte voor ijverig gebezem,
blaas stof uit de hoeken van het heelal. Wat is toch dat venijnig geraas
van draaikolken achter de windstilte. Dat schuilt als zuchten of zwijgen

nu eikenbladeren eenzaam wiegen. Dat wortelt als dromen in bomen.
Welke genen neigen naar schurende woede. Zelfs nu het vlees is gepijnigd
tot rauwe biefstuk. Zelfs nu het zowaar routineus avond lijkt te worden.

stellingbouw – martin m aart de jong

Er is een tijd van komen en gaan
daartussen sta je op een scheermes
blaffende menigtes toe te hoesten
dat de poëzie geletterde zuurstof
is zonder welke we hersendood tussen
de stenen bewegen van geboorte en dood.
Als je nooit zegt dat iets mooi is omdat
je niet kunt zien wat van een ander eeuwig
deelbaar is ben je net als het heelal
alleen tril je negatief in een hoekje,
ook als er geen hoekje is omdat er zoveel
hoekjes zijn met trillende ego’s. Je trilt
altijd mee met de energie. Je weerkaatst
klanken van werelden die je niet kent omdat
leven een voortzetting is van alles wat koolstof
verbindt aan de hartstocht. Het staat steviger
als je geschiedenis de jouwe weet meedeelt in
de draaiing van de as.

hexagonaal – maaike klaster

1.

In dit samengepakte geheel aan cellen
zit ik mij epitheel te vervelen, vervel ik
razendsnel, laat ik het met mijn schilfers
sneeuwen.

Alles is zo helder als kristal, zo scherp
dat ik bijna niet meer hoef te kijken.

Dit heelal bestaat uit gruis en glas en ijs.

2.

Zie je niet hoe doorzichtig mijn zeil is,
hoe lang geleden al ik zo dun tussen
de werelden geworden ben?
Eén ademteug, een laatste ademhaal,
dat ene zuchtje wind en daar ga ik,
een dooiend ijsgordijn dat, losgeraakt,
nu wegwaait met de tijd.

3.

IJspegels smelten zich een langer leven.
Zo vloeibaar, en naast elkaar, wil ik ook bestaan.

* – serpil karisli

Kom voordat de zon ondergaat
Neem een woord mee
Het speelgoed is opgeruimd
Mijn boek kwijt
Zonder dat ik het zoek

De winter gaat niet voorbij
Een oude man verwarmt zich
aan een smeulend vuur
In trektocht alleen
Hij zwijgt

Het heelal is stil
Het licht is een mysterie
Zijn oogleden vallen
De sneeuw valt
Naakt

Neem een welkomswoord mee
Een plukje zon
Uit het verleden

er was kleur – enrico lommerte

ik heb mij verdoekt

onkruid groeit wel door
de stad blijft leven
het land gaat op in
die kloot zal blijven draaien
zoals het heelal ontploft
en zwart opzuigt
leven geeft en neemt

ik hing mij
op lijstloos canvas
in een kamertje
zonder ramen
gesloten voor de buitenwereld
de sleutel in mijn zak

een reserve
jou opgestuurd

tussers – enrico

met wolligheden
worden spouwen gevuld
mijn geheime inborst
heelal op zich

je loopt er langs
valt niet op
mijn verborgen inborst
niet alleen

alle spouwers
isoleren
zonder weet
de buiters en inners