Resultaten voor het trefwoord handel

virtueel – sem tenor

de reclames
voor relaties
en hun bemiddeling
doen geloven

er zijn veel meer
schone compleet opgewonden
dames dan vieze

oude mannetjes

ligt de handel
in vrouwen
op z’n gat

denkt de politiek
succes geboekt

blijkt slavenhandel
gewoon geheel
mannelijk vee

dekhengsten komen
en gaan…

onderwijl

publiek lacht
om het buiten-
huiselijk geweld

zweep er over

en wat zand
 
 
ben jij nou een vent…

rantsoeneer de koffie – lieve de vos

na het rigoureus vermijden
van alles wat des vlezes is
gecensureerd tot op ons bord
heeft men zich vergrepen aan de haren
tot bij de wortels van het verlangen

aan banden leggen, die handel!
bedekken met kappen, pruiken
en windsels, van tonsuur jazeker
tot en met kaalscheren op het bot

toch wint waar de wind onbestendig is
hij rooft na de zotskappen van de
maatschappij nu ook de kopdoeken
van het geloof – hun zwerfvuil geland in
een donker bos, bij weggeworpen
heiligenbeeldjes en verroeste kettingen

intussen wij weer eens door de mazen geglipt
ons gezicht in de ochtend zonnegebaad
gretig beboterd een boterham
met dubbele ham en koffie fors
niet die afkooksels van regels en waarden
uit strakke adamsappels en dito pakken

zie de krijtlijnen van een nieuw stramien
hen op het lijf geschreven als
tuinwijken naar amerikaans model
rijstvelden die harten verblijden en
monden voeden, de tirannie van rechte
lijnen, fijne puntjes op een rij
dertien per lopende centimeter
wat zich niet schikt?
verdrinken in een zwart bad

vergeet het!
de volgende hittegolf komt eraan
we schenken ons nog een kop koffie

handel in natura – meliza de vries

Ik vraag aan de beuk: ‘wil jij ruilen?’
Neem ik je wortels, zo zwaar beladen
aan je stam, je kunt ook zonder staan.

Dan bekleed ik mij met vogels, eekhoorns, nootjes, nesten en alles wat je maar dragen kunt en jij neemt mijn armen, waar alleen sieraden aan hangen.
Dan draag ik eindelijk een ring
en word jij minder bejaard.

Dan kan ik bladeren laten vallen
in plaats van vrienden, want bladeren
komen altijd terug en ook al laat je ze
neerstorten en wegrotten, dan zeggen ze niet: ‘voor wat hoort wat,’ maar verschijnen ze volgend jaar weer trouw aan je arm.

Dan neem jij mijn huid, waar niemand
zijn naam in zal kerven. En mijn haren,
dan hoef ik mijn benen niet te harsen.

de weg die is afgelegd – jan holman

Ze staan naast elkaar, het erf
en de opstallen zwevend achter hen
ze kijken in de verte, maar bemerken niets

zij één hand in het schort, de andere
leunend tegen een deur
van een al jaren wegzakkend bedrijf

hij draagt een pet van een handel
ergens uit de wereld, maar het voldoet
treurig is het niet
hij spreekt haar aan als een jong meisje
ze leven nog tussen alle plannen in
het eerste begin
ongemerkt weggeraakt

ze groeten kort langs mij heen
en herkennen me, een beeld
dat al jaren in hen huist.

daarna weer de verte.