Resultaten voor het trefwoord gruis

hexagonaal – maaike klaster

1.

In dit samengepakte geheel aan cellen
zit ik mij epitheel te vervelen, vervel ik
razendsnel, laat ik het met mijn schilfers
sneeuwen.

Alles is zo helder als kristal, zo scherp
dat ik bijna niet meer hoef te kijken.

Dit heelal bestaat uit gruis en glas en ijs.

2.

Zie je niet hoe doorzichtig mijn zeil is,
hoe lang geleden al ik zo dun tussen
de werelden geworden ben?
Eén ademteug, een laatste ademhaal,
dat ene zuchtje wind en daar ga ik,
een dooiend ijsgordijn dat, losgeraakt,
nu wegwaait met de tijd.

3.

IJspegels smelten zich een langer leven.
Zo vloeibaar, en naast elkaar, wil ik ook bestaan.

verguisd – b. vogels

uit het stenen gruis
zucht nog het vage opschrift
dat hij zonen had

hun naam is met de kalk vervlogen
als het vege roet uit zwarte ogen

de kolen zwijgen in het leeg depot
de regen is het zweet
waarin de stad hun naam vergeet

gruis, tijdig verwijderd – jos van daanen

Voordat ik je zag had ik je al getekend,
je ogen en je huid en ook je mond van steen
waar in mijn herinnering de open plekken zaten
veegde ik littekens met mijn vingers weg

maar je leek niet, het woordenloze gruis
had je trekken oud gemaakt, getergde mammoet,
opgejaagd door jagers in het verstilde beeld,
alles gegeven, niets van mij genomen, enkel tijd.

ik wandel naar huis – joyce de badts

een snelle wind blaast gruis
een stadsballet voor me uit
met mijn aureool van Polly Jean
kan ik niet anders dan

stralen

beats of love dragen me
over het plaveisel van de nacht
het ochtendgloren in
blikjes, blaadjes, vroege bloesems, kletterende banieren
scanderen

mijn naam!

een medestander kruist mijn pad en lacht
hij weet
ik ben de ster
van deze clip
die dronkenschap heet