de zwemwedstrijden op zondagmiddag
en de bus naar Veendam, het gezang
op de achterbank zaten de beste
zwemmers, met sporttassen groot
als gingen we een week op vakantie
de zwemwedstrijden op zondagmiddag
en de bus naar Veendam, het gezang
op de achterbank zaten de beste
zwemmers, met sporttassen groot
als gingen we een week op vakantie
Met ademende oren
schep ik gulzig naar het geluid.
Met gesloten ogen
vang ik het goud in mijn netvlies.
Heen en weer, op en neer
walst mijn hoofd, knikt mijn kin.
In een wasem van balsemend licht
staat een saxofonist.
Ik kijk nog eens goed:
daar staat een man met een zwaan.
Zijn lippen omhelzen haar zachte snavel
maar plots
gaat het bloed in haar nek rechtstaan
en wil zij wegvliegen, waarop hij haar
gouden vleugels steviger omklemt.
Hij slingert heen en weer onder haar geraas.
Rondom hen weerklinkt het beuken
van trommels en het geritsel van stokken.
Haar gezang wordt wilder, slaat over
en stuitert op en neer. Zijn handen
dartelen sneller tussen haar veren
en zijn tong breekt in haar bek.
Wanneer de laatste slag opensplijt
in stilte dooft de zwaan uit, haar hals
in zijn palmen.
tong
van vuur
omsingeld
door
soldaten
en de muur
raadsels
dragen
het
gezang
de gouden
stromen
en steeds
weer de
ondermijnende
zwaartekracht
zet eenieder
tegenover
elkaar
Recente reacties