de liefde is mij trouw, de waarheid is mij trouw
de weg rechtstreeks verbonden
we kregen ruzie en een kus van god
zwegen, werkten samen,
leerden elkaar te dromen
leerden elkaar te geloven
iedereen voelt, weet, ademt
daarboven, het gemeenschappelijk lot
we zijn hier
en we komen samen.
Resultaten voor het trefwoord geloven
We zijn slachtoffer, we zijn dader
we zijn ziek, we zijn gezond
Echte liefde gaat nooit over
De wereld draait zich om
Ik blijf geloven, blijf geloven
en hou verder
gewoon mijn mond.
Voor M.
Ik zal voor je dichten,
omdat de wereld nieuw voor je is
en jij er nieuw in bent
en je ogen rond zijn van verwondering.
Mondjesmaat zuigen zich woorden tot zinnen,
zoals een baard in etappes een grimas raspt.
Ik zou opnieuw willen beginnen,
geloven in de tienduizend dingen.
Wat is er van die trotse gang
tussen hemel en aarde gebleven?
Ik moet gaan liggen om mijn fantasie te leven
in schuilplaats annex spookhuis.
Ik zal voor je dichten,
omdat ik de wereld niet verbeterd heb.
Hoewel wij toen bij uitstek
dat als geboorterecht
ons aanmaten, maar
wij overaten aan idealen,
nestelden in protesten
en vervolgden op oude voet.
Ik zal voor je dichten,
omdat het moment bedriegt;
ik je voortaan tevens zoals nu zie,
terwijl een spiegel links en rechts
maar niet de tijd omkeert.
stel je even voor
een algemene regel
die telt
precies op het moment
dat jij het ware geloof
heb geaccepteerd
dat je waardig bent
ook zo leeft en
wilt leven
stekker er uit
maar dan natuurlijk
door de goden
kom je gegarandeerd
in de hemel
wat zou je doen
en hoelang zou jij
nog zondig wezen
Toen ik kaarsenmaker was heb ik deze bijensterfte
Voorspeld maar niemand wilde me geloven
Zelfs al hadden ze me geloofd wat konden ze doen?
Wat kun je ondernemen tegen insecten die creperen
Omdat aronskelken niet meer sluiten??
Nu ik al mijn amuletten heb opgesloten
In de buffetkast van een gek geworden horlogemaker
Droom ik iedere nacht van grotten
Ze worden bewoond door preutse hoefdieren
En heidense vossen met profetische merelogen.
Ik ben de enige mens in mijn droom
In de grot ben ik de vierde machtigste
Ik kan een incestueuze imker doen verdrinken
Maar ik kan geen verdrinkende imkerdochter redden
Soms maak ik een sponzenverkoper stom.
In de echtere wereld koop ik tien sponzen
Van een uitgedoofde sponzenverkoper
Ik krijg een spons gratis
Omdat ik mijn linkerborst toon
Thuis verknip ik de elfde spons
Tot ik de machtigste vos van de grot herken.
Bijna elke nacht wenst de machtigste vos
De leverontploffing van een dief in een lift
De diefstal is altijd oneetbaar en gemeen
Bijvoorbeeld een kerststal van een tumorrijke vader
Die Melchior in de linkerhand
En morfinepomp in de rechter alles wil geven
Aan zijn dochter, in het stro.
In het stro is ze verwekt
En de balken van de stal zijn opgevuld
Met gouden kamelen
Maar de dief in de lift kruipt door het oog van de naald
Hij wordt stinkend rijk
Wanneer ik wakker word bestaat zijn rijkdom nog altijd.
In haar ogen zie ik een klein meisje onbegrepen.
Met haar lange onhandige lijf laat ze je anders geloven.
Om haar heen is er snelheid, snelheid zonder controle.
Als een vooruit gespoelde film.
Daar zijn ze weer, de niet beperkten, duwend, trekkend, bevelend.
Altijd trek ze aan het kortste eind, maar tot die tijd is het verzet van haar.
Zeven uur of half negen naar bed, wie bepaalt hoe moe ze is?
Duwend, trekkend en bevelend.
Sloeg zij of sloeg hij? Maar de klap was er.
Weer terug op haar plek gezet.
Langzaam sijpelt het naar beneden, komt het binnen.
Koppelt wat ze ziet, aan dat wat ze herkent.
Toch is het altijd weer anders, altijd verwarrend.
Buiten haar om, gaat alles zonder pauze door.
Elke dag staan er nieuwe levens op
die zich bedienen van mijn initialen
en mijn stem
Zo raken mijn lippen gewend
aan hun stomme verhalen
dat ik er bijna in zou gaan geloven
dat ik het ben die hier de leugens schrijft
Maar ik ben geen zonnekoning
die regeert over de dolenden
van dit rijk
Niemand kan mijn lichaam onthoofden
Ik ben maar een foto
een naam zonder identiteit
opeens begon het te dagen
vreemd, dat ik het licht niet zag
terwijl het toch aanwezig was
onder handbereik lag het daar
-ik kon het niet geloven-
dat briefje op het dressoir
geen reden die je achterliet
geen kleine woorden, geen liefste
zelfs een aanhef had het niet
wit licht bespeelde ’t papier
en toonde tussen zwarte lijnen
een requiem voor het klavier
de reclames
voor relaties
en hun bemiddeling
doen geloven
er zijn veel meer
schone compleet opgewonden
dames dan vieze
oude mannetjes
ligt de handel
in vrouwen
op z’n gat
denkt de politiek
succes geboekt
blijkt slavenhandel
gewoon geheel
mannelijk vee
dekhengsten komen
en gaan…
onderwijl
publiek lacht
om het buiten-
huiselijk geweld
zweep er over
en wat zand
ben jij nou een vent…
het is niet te geloven dat
de mieren in mij komen wonen
ik zei nog: het is koud hier
het tocht en de druk
is niet te verdragen
de buurt zult u zich beklagen
er is geen loof noch struik of bomen
het is geen leven, voor een mier
ik zag u onlangs uw kind’ren verzorgen
het was een druk soort geluk
u tilde hen op en dan wiegen
u kietelde hen
met honderden armen
toen sprongen zij op zo vrolijk
het is niet te geloven
dat zij
zo wonen
in mij

Recente reacties