I
Gezeten op het balkon
knarst alles, behalve het grind
van vroeger toen hij het
nog harkte en de tuin in een
zinloos wieden vorm gaf om
zich ’s avonds in de schaduw
van de ondergaande zon
de rijkdom te beseffen van
haar voeten op zijn been,
haar enkels om te strelen.
II
Gezeten op het balkon
van het nieuwe appartement,
het huis verkocht, de tuin
werd hem te veel, zegt zij
zwijgt hij en kijkt minzaam
naar de dampende thee,
haar enkels enkel nog
vleesgeworden herinnering,
een rollade in sandalen,
haar voeten zijn niet meer.
Recente reacties