Resultaten voor het trefwoord frido welker

armen bewegen – frido welker

de wereld onaf
als een tekening

dat je doet
armpjes bewegen
de zon, een baan, armen te over
als kleuter tekende je hem
zoo groot
als een scheef huis en geen perspectief
de zon getekend tot het krijt op was
het huis en de deuren ook
alles op een kier

dat is wat je doet
op een kier staan
nu
afwachten op dozen krijtjes
zo doen we

achterdocht – frido welker

je Paaseilandhoofd staart me aan

kon je me-
niet!
welles is een deel van een spel
welk?
kan je me
vertellen
wat?
dat je-
hoe?

geen achterdocht om mee te leven
gapend van het omvallen
je kon zo mooi zijn
nog altijd niet gebeurd, te vallen
je kan niet verdwijnen
tellen je wimpers mee?
ze verheffen zich

kantelen – frido welker

geef me een plek
te vallen
te knielen
te spelen
mijn handen

in de lucht
stort de wereld neer
mijn plek
stortplek

van bouwen
niets terecht

het is juist
te kantelen
mijn stortplek

terug – frido welker

er is weer een nacht
er is weer een trein
er is een groep mensen, zittend
luisterend
ouderdomsproblemen, vrouwenclubjes
uitstapjes naar -, weg
er is deze groep en niets
dat buiten passeert
wel lichten en huizen enzo
maar geen waarde
we zijn allemaal
we zijn wat we doen
en het enige wat we doen is gaan
de straat uit
het spoor over
op huis aan

kruipend – frido welker

ik kruip
het is glad ijs
ik geef me over
ijs heeft de neiging tot barsten
maar je moet gaan staan
en schaatsen
ferme slagen
wil je de overkant halen
dat is wat ik doe

kruipend probeer ik

er zijn bochten, hoeken
hellingen, ideeën
van een einde
elke rivier mondt uit
deze stroomt rond
een meer met een eiland
en daaromheen de oneindig ellendige kust,

heb altijd het gevoel
omhoog te kijken
en verder te moeten glijden
haal mijn verleden in

je nekharen overeind – frido welker

stormen die gestreeld worden door libelle’s
slaan neer in een laatste zuchtje wind

als ik verder denk dan beelden
slaan de paarden harder op hol
en verder dan toen
met de indianen en Arendsoog en de slechteriken
die alleen maar stelen konden

als ik verder denk dan beelden
komt er opgelopen, eindelijk!, een model
dat einde van de catwalk overslaat

als ik verder denk dan beelden
slaat de zee neer in een zoute vlakte
met piramidevormige wolken erboven
die de maan prikken
en tegelijk dragen

behalve als er geen licht te spreiden is
want dan zijn de wolken stormen
stormen die snakken naar een streling
vertederend
onbaatzuchtig

ergens op zee – frido welker

het geraamte van mijn schip ligt onverstoorbaar
zonder planken te zijn, op het strand
voor de vuurtoren die zijn gebroken stralen
halve dagen
hele rondes
laat draaien om zijn as

en niemand kijkt nog naar de puinhopen
die de zee weleens achterlaat, het geraamte
dat mijn schip was, maar nu niet meer,
niet meer is dan aangespoeld,
nu niet meer zal varen

het geraamte zal drijven
want kan dat nog
maar niet langer dan een golfslag lang
wat ooit mijn schip was zal zinken zonder einde
dan hijg ik al
met mijn kop boven het schuim

ik wou dat ik weer een roeiboot had
maar één peddel had
en rondjes zou draaien
op de rug van één golf
en als deze zou stoppen
met alleen golven
ergens tussen eb en vloed
-dat de maan je aankijkt!-
ja, tussen eb en vloed, ergens daartussen
en je bootje ook ergens overal tussen
zo erg in het midden dat er geen kust meer is
en geen gebroken vuurtorens
of hun versplinterde gebroken stralen
zo erg in het midden dat de grenzen alleen nog ergens liggen
om je heen als golven, als verzopen licht

ik dacht alleen maar dat ik was – frido welker

ik dacht alleen maar dat ik was
opgehangen aan een lijntje
een wasknijper vergeten dus toen
de horizon over

ik dacht alleen maar dat ik was
een kado met pakpapier
en de inhoud alleen pakpapier
en hij die het kado gaf die zei:
“het gaat om het strikje”
en dat ik dacht:
“maar die was er het eerste af”

ik dacht alleen maar dat ik was
de rugleuning in een trein
aan beide kanten banken met mensen
dat ik was tussen twee ruggen in
maar geen idee had wie er op mij leunden
dat ik toch ging van hier
naar verder dan het eindstation

kleine vleugels – frido welker

Jimi Hendrix, Little Wings

als reus stel ik niks voor
ze zeggen dat ik dwerg ben
een dwerg met vleugels

ik heb kleine vleugels
dus zal je op mijn schouders nemen
en van boven laten zien
hoe het onder is
en dan,
en dan gaat het niet om de grassprieten
maar om het grasveld
draait het niet om de aarde
maar om hoe de hemel om haar heen ligt gekruld

ik zal je met jouw schouders laten voelen
aan het begin van de maan