Resultaten voor het trefwoord fijn

knettergek – mathilde m.

En dat we het dan toch nog,
zo’n Godverdomde 5 jaar lang,
20 vervlogen seizoenen,
kort,
bij elkaar zijn gebleven;
blauwe ogen, rode wijn,
is bewijs dat leven zinloos is,
maar Godvergeten fijn.

uitzicht I – frido welker

wat de wind doet met de boom die nog vruchten draagt,
terwijl de lucht over een dode rivier de straat inwaait,
moet ze zelf weten, Internationale Vrouwendag is geweest
dus ik neem aan dat ze gekozen hebben

het is een half uitzicht, de molen mag niet draaien;
dat is voor dagen dat er in zijn ruim wordt gegeten
van dure borden en de gasten het ervaren alsof er zeesop
kolkt over het water waar meer roeiboten varen dan
zalmen nog tegen de stroom op durven zwemmen,
maar wel stil op bord liggen, het oog netjes weggesneden
de prullenbak in want dat converseert niet fijn,

het is een half uitzicht, achter de molen het ziekenhuis
waar niets over te zeggen valt want veel stiller
kan een plek niet zijn

uit de tunnel dichterbij dan de molen komen fietsers
die veelal sneller willen fietsen maar niet kunnen
racen als een wielrenner, hoe graag ze ook de wind zijn;
ze vat ze bij hun kraag en laat ze werken om de meters
te winnen naar het avondeten, alleen in de luwte
van de tunnel worden tijdritten gewonnen

het huis zonder veranda – wout waanders

in een diepe vroege ochtend sluipen we uit de dauw
naar buiten roepen alle mozaïeken bouwwerken
met hun groene kopjes hun scherpe azuurblauwe randjes
en een meisje schommelt in de verte op de grens van ons zicht
het gepiep en geknars lijkt op de roep om een ontbijt

en de thee is op en de peanutbutter is op en de marmelade
verveelt zo snel met zijn grote stukken schil
in het gras rondkijken met onze konten nat over talloze bomen met druppels
en kleine wolkjes alsof het eenmansfabrieken zijn en wij
twee apen die met open mond een metropool ontdekken

de potjes rollen zich een glinsterend spoor
over onze heuvel heen
wat zal zo’n potje niet bereiken wat wij
in een nacht

je zegt me alleen dat je het fijn vindt
dat het bos zich
uitstrekt alsof een lang en lomp beest
waarna ze in mijn schoot weer even in slaap valt