We dronken uit hetzelfde glas.
Keken naar dezelfde overkant.
Spraken net zoals jij over vroeger.
Het leven speelt me parten.
Alles wat ik had is weg.
Althans, dat zeggen ze,
maar ik kan niet zeggen
dat het echt waar is.
We dronken uit hetzelfde glas.
Keken naar dezelfde overkant.
Spraken net zoals jij over vroeger.
Het leven speelt me parten.
Alles wat ik had is weg.
Althans, dat zeggen ze,
maar ik kan niet zeggen
dat het echt waar is.
Hij zag haar onschuldige glimlach met de dag een beetje verdwijnen. De maan viel nog steeds niet uit de lucht. Zijn zwakte, het verlangen was zichtbaar, in elkaar gedoken, gestrest van zichzelf, schoof hij de dagen verder en verder opzij. Besluiteloos was hij zonder haar, zonder zichzelf, zoekend naar iets dat hij nog zou kunnen voelen nu hij weet dat zij er echt, echt niet meer is. Hij kon zich nergens, nergens meer aan vastklampen, haar woorden waren zijn enige zekerheid, een zekerheid die nu voorgoed verdwenen was. Telkens, telkens probeerde hij ergens anders aan te denken… ergens anders, ergens anders, ergens anders... maar elke bloedcel in zijn lichaam, steen in zijn huis, letter in zijn boek, droeg nog haar adem, nog haar naam. Hij kon gewoon nooit meer winnen, niet van haar, niet van zichzelf, niet van de ander, niet van de rest. Zonder haar was hij een lege huls vol wanhoop en verdriet, lucht zonder aarde die helemaal niemand meer kende, niemand meer liefhad, zelfs zichzelf niet meer zag. Hij was onzichtbaar, stuurloos ontspoord door ellende, hij was een gebroken ziel die verdwaald alleen naast de afvalbak lag.
Weg, ver weg uit de kelder van de ziel
met de vrijheid van het lichaam
naar feesten van alledag
door onbeschaamde tuinen, felverlichte etalages
langs de stilte van het ommuurde bed
op de fiets, voorbij het uitdijende heelal
met de scheur door het servet dat geen laken kan zijn
met het vliegend hert naar het land
van de timmerman, bij wie thuis de kastjes scheef hangen
van de onbekommerde, die de ogen sluit voor kwel
met de vrije wil, gevangen door verdrongen dwang
van degene die leest en schrijft
ergens komt
en nergens blijft
Laat het maar rusten, gewoon rusten
als ik nou snel ben
dan ben ik eerder bij je
dan mezelf
als ik nou opschiet
dan kan ik ook nog bij jou zijn
voordat ik bij mezelf ben geweest
misschien als ik dan mazzel heb
kan ik jullie ook nog even zien
als ik mezelf op de terugweg naar huis
weer opgepikt heb
ik weet zeker
dat ik mezelf hier ergens nog kan vinden
als ik tijd heb.
Het leven is een harde leerschool
de meesten hoef je niets te zeggen
ze hebben
geen werk, geen huis, geen land
lopend over straat
op zoek naar een kop koffie
en een knaak
we geloven allemaal ergens in
de gastvrouw heeft zoete koekjes
niet zelf gebakken natuurlijk
stilte valt,
de klok slaat,
een hap adem
voordat ik verder praat
ergens
ligt
wellicht
op de rug
een dode vrouw
misschien
wordt ze
nog 1 keer
gebruikt
als tafelkleed
of als een ander
decorstuk
…
ach
ik weet niet
hoe
het voelt
met of zonder
rubber
maar als ik het hoor
hoer!!!
denk ik vaak
aan me moeder
ergens je weet wel
ligt de liefde
loop er met een boog omheen
ben toch geen samaritaan
‘k zou ‘m best
rotschop willen geven
het ligt in de lijn der dingen
lege lijsten aan wanden
als een spin sleept zij haar woorden
uit frasen inkt
soms verstoft een draad van web naar web
we vliegen stil en onberoerd
de vloer bezaaid met zaligheid
van even geleden en ontdaan
ergens staat nog een stoel te bekleden
er zit niets anders op
Wat ik in mijn kop heb, heb ik niet in mijn kont zitten,
dus hijs ik mij aan die salontafel op, beweeg ik mij zijwaarts
door de ruimte, terwijl ik mij met beide handen aan het tafelblad
heb vastgeklampt, als een krab.
Vierentwintig uur per dag draag ik een beugel die mijn benen spreidt.
Om mijn heup terug in de kom te duwen, zeggen ze, maar het enige
wat ik kan denken is dat ik een beetje jong ben om zes maanden lang
onafgebroken met mijn benen wijd te liggen.
In de wieg draai ik mij om met een plof.
Dit is hoe ik heb leren vechten, met een rompertje en een metalen
harnas aan. Zoals ik ergens al eens eerder schreef:
I was born ready, baby.
het water heeft me niet geraakt
de duik werd rimpelloos bevroren
bevangen door spartelende ogen
een kluwen van luidruchtig bloot
golvend in een overvolle kom
ergens
tussen maagdelijke heuvels
wacht een stille waterplas
Recente reacties