Resultaten voor het trefwoord eiland

arzebia – iniduo

in het deinen van de ochtendziel
in wiegende schaduwen
in slome jazz van dik bloed
wil ik tralies van twijfel ontlopen,
giftige kreeften, vale sluiers van onmoed

een eiland zonder randen lijkt me wel wat
schemerend in eindeloos blauw
zoals alleen een hemel of zee diep kan zijn
zoals stoffige landkaarten in de geest;
daarop lijken alle vergeelde schatten klein

inderdaad, soms ben ik een kruisbestuiver
dan hang ik aan de spaken van een dood wiel
op proefverlof met mijn achilleshiel

territoriaal, allegoriaal, tijdzonaal
soms ben ik een aardbestuiver
tienduizenden kilometers in de verte

nooit een minuut over de grens van voorbij
toch kijk ik er naar uit, vooralsnog

klein eiland, lange winter – berry tunderman

Er valt hier niets te doen.
Deze tijd van het jaar.
Wat incest links en rechts.
Onvermijdelijk met goed fatsoen.
Dan hebben we het wel weer gehad.
Hier zo met mekaar.

We praten niet zozeer.
Steunen en kreunen ons door het leven.
O ja, soms gaat er eentje dood.
Ja, zoals we hier dan zeggen:
’t Is god en de duvel om het even.
Niemand mist ooit die boot.

Vorige zomer, reeds vergeten,
nu gerookte bonen bij de vis.
Geen toerist heeft dat ooit gegeten.
Tenminste niet dat die het wist.

Ja, ’t Is altijd even wennen.
Maar het heeft er alles van.
Dat ik hier nog even blijf.
Een beetje man reist zonder plan.

Met vrij zicht
Plus wat geluk.
Op zijn tijd het noorderlicht.

driftregens – iniduo

Laat mij niet denken want dan slaat de vloed al comazuipend
een bres in de wering van los zand, steen en behaard vlees.

Ik heb een eiland in de dag gedroomd. Nu ik wakker ben
moet ik het water tussen de kusten doorwaden. Zonder

aanraking en zonder oogcontact met de golven, enkelvoudig
bij windvlagen die mij in hun zeilen meevoeren. Kan ik mijn

bakens nog verzetten? De zee is meer verlaten dan het vasteland
dat ik moet vergeten.
Ik wilde doorweekt zijn maar kon het niet.

flessenpost voor chris zegers – maaike klaster

Chris, lekker ding dat je bent, waar ben je? Op t.v. zie ik jou met oceaanhaar
(droog van zon en zout) een verzekering aanprijzen en je ziet er zowaar
gelukkig uit. Is dat waar? Want waarom mogen wij hier in Nederland niet
meer van jou genieten, moet jij ergens op een onbewoond eiland in de
branding staan? Hoewel ik jou een mooie man vind, een stuk ja, zeg maar
gerust een flink brok goedaardig testosteron, val ik niet op je. Althans, niet
hier vanaf de bank. Jij bent voor mij te tweedimensionaal; ik heb ze liever
dicht op mijn huid. Echt, ik ben niet zo’n vrouw die steeds aan andere
vrouwen moet bewijzen dat ze tieten en een kut heeft door naar spierbundels
op een film- of televisiescherm te wijzen. Doodvermoeiend vind ik dat.
Liever word ik vastgehouden door iemand die van mij houdt en ik van hem.
Dat lijkt me logisch, want liefde staat altijd (altijd) voorop bij mij, en na een
lange rij daaraan verbonden kwaliteiten (wederzijdse waardering, trouw,
elkaar in vrijheid ondersteunen, verantwoordelijkheidsgevoel en meer van dat
soort zaken) komen met Heel Grote Letters: Communicatie en Seks. Daar kan
ik geen genoeg van krijgen. De meeste mensen neuken met haat, slaan die
eerste, belangrijke stap over, dus daar is geen reet aan, om het zachtjes uit te
drukken. Jij niet, dat kan ik zien, want jij bent lief. Maar zo’n grote vent die
(en ik zeg het heel voorzichtig) van seks houdt en dan ook nog eens een hart
heeft dat de hele dag liedjes afdraait alsof het om zo’n speelgoedmuziekdoosje
van vroeger gaat, die wordt de Lage Landen langzaam maar zeker uitgebonjourd,
want die is voor velen te bedreigend. Wat een slapjanussen, vind je ook niet?!

Als ik het mij goed herinner, las ik ergens dat jij onlangs vader bent geworden.
Mocht dat inderdaad het geval zijn: Hoera!!! Gefeliciteerd! Volgens mij ben jij
een fan-tas-ti-sche papa. Dat doet mij deugd en ik wens jou alle vreugde toe.
Eén verzoek: stap in dat bootje, dat zelfgemaakte vlot, en kom terug naar
Nederland, want ik kan jou hier niet zien en een man zoals jij erbij maakt alle
verschil. Zou jij dat voor mij willen doen? Texel is trouwens ook heel mooi!!!

Heel veel liefs, alle hens aan dek,
Maaike (wat o.a. zee betekent) Klaster

assen-oost – jan holtman

Assen-Oost op zondagochtend, na de koffie
de Vredeveldseweg waar altijd iets
te doen is met stoeptegels

er ligt een eiland in een vijver
lege blikjes in een haag

elke dag dus ook op zondag zeggen ouders
niet op straat spelen tegen hun kinderen

en we doen dit voor jullie

de zwaan – s. de wild

Ik viel in slaap in het Verborgen Land,
ik droomde in het stille Rijk van Sneeuw:
de dag was donker, helder was de nacht;
het speelvuur wankelde en wond zich op tot
een bal van vreemde tekens aan mijn voeten.
Behoedzaam sloop de jager door het gras;

de Zwaan dreef op de woeste golven van de
bodemloze nachtrivier -trots boog het dier
zijn hals en sloeg toen beide zwarte vleugels
uit-; ginds, aan de oever van het eiland,
glinsterden de pagodes, schenen vreemde
huizen met oranje ruitjes in de grijze mist.

Vrouwen waren bezig was op te hangen
in een felgekleurde schort; een strenge
visser maakte knopen in zijn net; zacht
streelde de boze man zijn pijl en lachte.
Voorover viel ik in het rijk van Sneeuw,
ik droomde lang in het Verborgen Land…

genealogie – peter wullen

“for my dear son sean lost
somewhere in the foggy dew
between county donegal
and west flanders”

de mythe wil

dat de keltische vorst milesius
in 45 voor christus vanuit spanje
het bevel gaf tot invasie van ierland
en er de oorsponkelijke inwoners
de fomoren verjoeg

in de eerste eeuw
van onze jaartelling voltooide
conn of the 100 battles zijn werk
en onderwierp het zootje ongeregeld
dat het smaragden eiland toen bewoonde

daar begon je naam
en nu lig ik in bed
met een koningskind

dochter van de goedmoedige cannanán
van tír áeda in mag seired
die de dichter flann mac lonáin
uit munster aan zijn hof ontving
en vijfde was in afstamming
van de mythische flaitbertach
koning van tara

ruairdí ua cannanáin heerste over cenél conaill in 937
in die hoedanigheid versloeg hij máel ruanaid mac flainn
in de slag van tracht muga
hij vestigde zijn heerschappij in het noorden
en versloeg in 945 congolach en zijn vikingtrawanten
in het westelijk gelegen meath

in 948 uitgeroepen tot koning van ierland
werd hij een half jaar later door de vikings vermoord
in muine brocáin in meath
een andere ruaidrí werd in 1188
op de brug van sligo verslagen door zijn aartsrivaal
flaithbertach ó mail doraid

volgens de heroïsche overlevering was het deze ruardí
die zich hevig verzette tegen de overdracht
van zijn machtige lordship aan de engelse bezetter henry II
pas 5 eeuwen later werd de clann
in ere hersteld door queen elizabeth
maar in 1641 leidde dermot o cannon van de baronie kilmacrenan de rebellie
tegen het despotisme van de engelse kroon

geen drop brits bloed in je aderen dus
maar je huid gewassen en gebleekt
door 1000 jaar zilte regenstormen
in de woeste heuvels van je rebelse koninkrijk

tír conaill

de jij in mij – anouk smies

k hoor nog steeds
je stem in mijn gedicht
Je klank een luxe vogel
die landt op het eiland,
mijn gezicht

Ik kan je ruiken
Een claxon legt zijn ei
van geluid op mijn wit
en waar ik de letter zet
was jij eerder

dan ik. Je golfloze branding
een hart zonder tuin
harkt mijn vinger aan

Die niet schrijft, maar likt aan je lichaam van taal

Ik laat het begaan

eiland – bennie spekken

je staat buiten
in de windstilte
sterren afstand

je neemt een positie in
het bedrieglijke licht
van de caravan

daar zit ze
zo dichtbij
de oplossing

mijn kruis
mijn woord
mijn raadsel