Resultaten voor het trefwoord ego

maalstroom – bert de kerpel

Als Pythagoras de aarde niet
bol had verklaard
kon ik nu misschien
lachend en bedaard
eraf stappen

bakken vol zorgen muilkorven
achterlaten voor nazaten
die mij met een ons geluk
niet achterna zouden zitten

ik zou m’n anker en m’n ego slaan
in Canada een beer verslaan
ter hoogte van Papoea Nieuw
Guidinges dan te water gaan

nu rest me slechts te rimpelen
in tijd onder te gaan.

te lang geleden – martin m aart de jong

Laat ik zeggen dat mijn centrum
de ellende van de wereld aan zich
bindt en dat het buitenikse ego
ander heet en dat die ander geen
oog heeft voor wat in het centrum
van de binder van pijn, de vinder
& zoeker van zinnen waarin alles
verzamelt wat dit leven heelt
dat schuld iets is wat nooit
kan worden afgelost – waaar zou
ik zijn zonder mijn verwijten –
en laat ik het niet horen dat
jij ook wel iets hebt mee gemaakt
vroeger, in jouw jeugd.

vooruit met de geit. – martin m aart de jong

We moesten maar eens zwijgen dat
teveel van jou verdelen onder
zwijnen. Ik hou zoveel van
dieren dat ik toch, nee toch
maar niet. Je hebt als kind
vast wel gespeeld met ego.

Je bouwt zoiets toch op. Nu
is het tijd voor renovatie
of voor hergebruik. Is er
een bouwbesluit, een sloop-
vergunning? Kan er iemand
iets doen aan die woorden
er toch niet een verbod,
een therapie, of op zijn minst
een heel groot bord voor dat
andere voor jouw kop? Je bent
zo vast gebonden als een geit.
Je staat voor paal en wacht
het feest af. Maar wie wil
jou als offer?

het is weer pleistertijd – martin m aart de jong

De wonden worden afgedrukt.
Mascara glitters, alles glijdt
langs heuvels af, de bekken
in die wijd geopend staan.

Eronder gaapt het bloeden.
Het is een mechanisch hart
dat voort zet, niet te stoppen
is. Gevoel ontbreekt. Alleen

het ego is zo groot dat het
kwijlt bij het zien
van een spiegel.

Succes & roem staat er
in spiegelschrift.

Daaronder glimmen wonden.
Nee, er is niets aan de hand.
Ik werd verkeerd verbonden
door een frontsoldaat.

pro gilles deleuze – eric rosseel

daar – daarginds
sluip ik geheven hoofd en zonder
kleuter- en peutertrauma’s
uit de vesting mijn vesting mijn Tower Bridge
zonder pet of das en een dichtgeregen
geveterd dicht gevederd hart
mijn Louis XVII bolwerk en Bastille gestut
door sleutels geolied in ijzer en plicht
in het Winterpaleis de deuren
verliefd op hun hengsels
Pattex-verkleefd
loodzware formules in C-klein
de grensscheppende hellehondse alchemie
van Kerberos de Kunikos in het
zweet bloed en tranen Alexanders aanschijns
diens honderdjarige oorlogsvoorhoofdsgroeven
gulzige Kerberos en zijn keffende brasserijmaten de
kroonprinselijke draken met twaalf of
zelfs een dozijn vlammenwerpers gedekt door
uniforme stalinorgels en vaandeldragers
de burger: wel die burgert in en uit

daar niet, hier wel bevestigt en affirmeert
mijn bestaan zich buiten alle sporen en perrons
als een verlangen dat erop uittrekt

om erop uit te trekken
zo welt zo woekert leven
in de slaap en nog meer in de dood
de remmen oef! niet meer werken

dat: de duizend luchten en lichten
van voorzomermaanden
het lawaai van volkomen Ego-stilte
Ego bij de strot dichtgeknepen panne
in de Kanaaltunnel en de pijnappelkier
zeg wel: de inspiratie! de inspiratie!
de bron die geen weet heeft van zee en oceaan
ook van mij geen weet hebben wil

[schemernacht 2 juni 2010]