Resultaten voor het trefwoord dio the cilany

een week is zomaar weer voorbij – dio the cilany

we houden ons staande
door een hoge graad van onbenulligheid
om ons heen en voortdurend

naast een dosis verschraalde rook
en geur van ranzig frituurvet
wachten we op een deur

of alleen maar haar brievenbus
een open gleuf met enig zicht
op bestaan rondom en enig vuur

het is weekend en voor even
gluren Kant en Schopenhauer van hun plank
verloren zielen naast een glas

naarmate de avond vordert
die kwistig en enigszins giftig was

gewoon sneven – dio the cilany

wij verweven onze uitgelatenheid
met onvermoede kleuren
zweven ongedwongen loze jaren tegemoet

enkel dorpsmalloten verscheuren kalenders
in de hoop ze niet te hoeven beroeren

naarstig op zoek naar noten
voor licht in een najaarsouverture
verworden zij

bijeengeraapt voor doelloos samen
rond een laatste vuur

op een kier – dio the cilany

halfopen deur; een beetje scheef
het vermolmde hout
van vijftig jaar geleden nieuw
en achterstallig onderhoud

de stapel witte stoelen
laatste tand
van een afgeschreven gebit

ik zit
en zie de momenten
ik voel
ze glippen uit mijn hand

onlosmakelijk – dio the cilany

wanneer het hoofd soms even opzij zakt
dan weten we dat geluk een horizon kent
even recht als gebogen

als wij elkaar in de armen nemen
vermoeden dat het goed komt
ook zonder zoals daarvoor

het eerst overal groen is en bloeit
zelfs ontworteld op dood hout
houvast vindt ogenschijnlijk in niets

geeft het dan nog iets
of staat alles stevig overeind

manke nachten – dio the cilany

nog één gelaarsde ronde

retegaaf regelen strakke biezenaren
streefdata voor nachtgespuis met wijdopen muilen
zo een nicht met neveneffecten analen klieft

daar staan ontriefde pederasten onpas te krassen
als raven hun veren laten vallen op de vlucht
naar het rulle nest leegt de man van draaimuziek
zorgvuldig bijeengeschraapte koralen in het aalmoeskabinet

het is te rusten

* – dio the cilany

ik ben van knekeldonkere rozen
en bloedgevaar op de grens van schemering
als het deksel van mijn ziel wordt geblazen

daar strijk ik zand in je haar

jij neemt mijn hand niet eens
maar plaatst vingerafdrukken in je hart

draait straatlantaarns in
versponnen spiralen
alsof rode stormen langs het distelpad

zo onbedaarlijk

kleine bang – dio the cilany

waar is ruimte
kan een vlinder zich daarin verplaatsen
of alleen in de tijd

is daar misschien enkel afstand
maar wat als het een slecht lichtjaar is geweest
verblijven we dan in krimp

expansie maakt donker en koud
en er is sprake van een goed jaar

hemellichamen gaan niet meer samen

voordat het te laat is
doe ik even een plas tegen de maan

gaan zoals het gaat – dio the cilany

het ligt in de lijn der dingen

lege lijsten aan wanden
als een spin sleept zij haar woorden
uit frasen inkt

soms verstoft een draad van web naar web
we vliegen stil en onberoerd
de vloer bezaaid met zaligheid
van even geleden en ontdaan

ergens staat nog een stoel te bekleden
er zit niets anders op

overgang en ooit – dio the cilany

blad en in tegendeel
winterland en andere uitwassen

wasem aan de binnenzijde van het torso
rijp rond het hart en een ijzig hoofd

vergeelde tanden bijten zich vast
in oud groen en bloesem

genadeloos in haar genade
roerloos in bloei

momentopname – dio the cilany

soms heb ik het geluk even niet
een droge dag in de Sahara

weet hebben van oasen
doch enkel visioenen van haar fata morgana

dan wordt zand minder dan een obstakel
korrels ogen groter dan rotsen

zelfs luizen schieten zichzelf te hulp
hoop huist ergens op de grens van een mui

zoals eenzaamheid zichzelf bekruipt
verstikkend
als onder doorweekte dekens

resten gekerfde initialen nog van voor oud zeer