welk water heeft haar licht geweten
onbereikbaar voor even
neemt het een laatste glinstering aan
rimpelingen dichtbij
zien kringen over het hoofd
kijk
het bezinkt
welk water heeft haar licht geweten
onbereikbaar voor even
neemt het een laatste glinstering aan
rimpelingen dichtbij
zien kringen over het hoofd
kijk
het bezinkt
Is dit plein
een brug te ver?
Is dit teken
een eindsein
om te vertrekken
naar het zijn,
nieuw verleden,
of om tijd te rekken?
Is de brug
een plein dichtbij?
Is dit richting
een zuchtkuch
van tien pond grutten,
in wezen
oude verlichting
of om in te dutten?
Is dit sein
een brug nabij?
Is de binding
Een scheerlijn
om aan te kleven,
het ware
mens’ uitvinding
om te kunnen leven?
Is dit orakel toch niks meer dan
wat verschoven regels en woorden?
Is dit, daar het dichtgoed rijmen moet,
opbouw en afbraak spiegelend,
door geschuif betekenis krijgt, inboet
of godallahmachtig,
slechts een anekdote uit verleden Arnhem?
Johnny Kraaykamp speelt avondstollend mooi King Lear.
Daarna dolend bomen over het nu en hier.
Johnny van Doorn indachtig,
klinkt galmend over het plein gegleden, de stem:
‘Is this square a bridge too far?’
Een vraag toen klip-en-klaar.
Nu jaren later zie ik cynisch op afbakenende palen.
Het bordje ‘Hier wordt vakkundig gesloopt door Van Dalen.’
je staat buiten
in de windstilte
sterren afstand
je neemt een positie in
het bedrieglijke licht
van de caravan
daar zit ze
zo dichtbij
de oplossing
mijn kruis
mijn woord
mijn raadsel
Ik heb je vanmorgen gezien bij zonsopgang.
Je bevond je achter een kniehoog muurtje van beton
te midden glinsterende jonge sla
radijsjes, broccoli, asperges en spinazie
‘stem voor me’ fluisterde je mond
maar misschien was het gewoon de wind
die ruiste tussen prille aardappelplantjes
pas aangeaarde prei
en enkele fruitbomen op de achtergrond.
Wildvreemden kunnen je verwarren
met de heilige maagd zoals je overal verschijnt:
in de gang naar het wc van een café
ergens landelijk, middenin een wei
boven plastieken bakken vol geraniums
of naast ontzielde foto’s in de etalage van een kapsalon
zo ontwapenend die glimlach in een ein-de-lo-ze bocht
alsof je blij bent me te zien
(hier komt je eerste stem!)
en hoe vreemd de locaties waar je opduikt
op het eerste zicht ook zijn
het is als met een tekst van Gorki:
het went.
Het is een zonde dat je binnenkort
weer uit het beeld verdwijnt
want nergens kom je beter tot je recht dan hier:
in het huis brandt licht
terwijl jij in het halfdonker flirtend wenkt
vanop een aanplakbord
het lijkt alsof je knipoogt
toeziend op dit groentebed;
werd je daarom hier neergezet
door een scherpzinnige tuinier?
Ik heb je vanmorgen gezien
en ik beken dat ik geschrokken ben;
van dichtbij zag je er afgepeigerd uit.
Maar terwijl alles aan het bekomen was
van de regen die me uit mijn slaap gehouden had
wist de zon goddank een doorbraak te forceren
en ik was opgelucht toen tot me doordrong
dat die rimpels slechts iets tijdelijks zijn.
Als het maar wat warmer wordt.
Bloesem wiegt hemelblauw valt op aarde,
de viool riep mij trok mij dichterbij
Ave Verum Corpus
warme liefdesgloed
wonder van leven
Mozart zo ademloos dichtbij
weerspiegelt in het gouden licht van zacht strelende akkoorden
Ave Verum Corpus
warme liefdesgloed
wonder van leven
Het bloemenperk lacht, glanst
zon in duizend zoete kleuren
de blaadjes parelmoer
Zilveren druppels
weemoedige droevenis
dat diep in
mij schreit
Wurgende greep van
verduisterde aarde breekt, jubbelt in
stralend diamant
dank voor Hemelse klank
Mozart knipoogt van omhoog
en we musiceren, Musiceren
De Regenboog.
In grote getale
vliegen zwanen
vleugels zingen
als witte wolken
strijken zij neer
parels in vrieskou
schitteren parelmoer het ijs
het palet drijft
vol pracht
zwarte knobbels
met een vleugje
oranjebloesems in de veren
schuilen vogels dichtbij elkaar
onder takken
wachten
Aangekomen bij de Zoo
met klootzakje smulparadijs
bezochten wij eerst de toiletten,
we hadden nog zitten gourmetten,
toen gingen de poorten al toe.
De broekspijpen wijd en zwaar
sneden wij naar de parking terug af.
Maar dat is zo maf,
terug staat de auto altijd dichtbij,
dat komt door de stand van de zon.
Zes dagen later stierf smulparadijs
in de schaduwplaats op het balkon.
De Notenboom jankt
zoveel kaak en onbegeerlijk
Winterwereld levenslang
en geen gezang
Torent daar de ekster
blikkerend rond de kleurenkat
moordlustsnavel niet onvriendelijk
cool in vadsige vleugels
lekker de bloedjes dichtbij
de snavels vallen
geheugen verstart
dan drinken uit een winters hart
Recente reacties