Resultaten voor het trefwoord desnoods

literatuur – andrea herwegen

sterf voor de dood
je komt halen

met je pen tablet computer
ganzenveer ballpoint kroontjespen
fineliner potloodje typemachine
laptop smartboard krijtjes

schrijfgerei

en je achterlijke redacteur

als ik je al
een keer zal lezen
wil ik die arrogante kop
niet in levende lijve
voor me zien

heb komrij al te vaak
en al die anderen

nee ik zeg het je
je lichaam is het mooist

vergaan en opgevreten

desnoods door wormen
en andere nuttige wezens

voor mijn popje – peter de groot

als schrijver
dichter desnoods

doe je maar wat
maakt niet uit

waarschijnlijk precies
volgens de regels

als lezer heb je
altijd gelijk

zeker zonder
empathisch vermogen

scorebord – martin m aart de jong

Al dat gelul. Het blijft maar hangen.
Wie het hardste schreeuwt, met stenen
gooit of modder. Het blijft behelpen
allemaal, en toch geloven in je achter-
hoofd, toch blijven hopen. Je schuift
de dood wat voor je uit, vijf graden

meer of minder, zeg je, maakt niets
uit. Het wordt echt beter. Verder gaan,
lopen desnoods, of kruipen uit je wieg.
Iets is er toch, iets. Een fles wordt
aan je mond gedrukt, je had gehoopt
op borsten. Je zwijgt je eigen
wereld in. Je drinkt. Je denkt.
Je geeft het ruim voldoende.

klein verzoek – hans van willigenburg

Er zat een ‘waarom’ aan te komen en daar houd ik niet van.
Ik doe altijd mijn best het zo goed uit te leggen
dat de gedachte aan een ‘waarom’ vroegtijdig smoort.
Ik tracht mee te nemen naar een plek of een moment
en ik ga net zo lang door tot die plek of dat moment
de plek en het moment zijn
die ik heb aangetroffen of meegemaakt.
Gewoon en ongewoon. Kalm en hysterisch.
En ik doe verschrikkelijk mijn best daarbij
de totale rijkdom van de plek of het moment uit te drukken.
Dit vertaalt zich naar mijn voeten en benen
en handen en vingers en de ademhaling enthousiast
op zoek naar vers speeksel om ook die paar stemmingnuances
die de neiging hebben in verre hoekjes weg te kruipen
onbarmhartig bij de lurven te pakken en eraan vast te plakken.
En vraag me niet, vraag me niks, maar staar in het gezegde,
in het volledig ongerijmde dat even door mij is uitgeveegd,
of desnoods in een deel ervan of in mijn naakte onvermogen
in de verste verte iets op te klaren of dichterbij te halen.
Maar, in godsnaam, vraag me alsjeblieft niet ‘waarom’! Wil je?