Resultaten voor het trefwoord dat

dat wat was – pallas van huizen

Dat wat was, en er nog steeds zo mooi uitziet, dat wat was, en zoveel problemen geeft, dat wat je wil en niet meer wil, dat wat je verward, wat de vrede verstoord, de leegte wegneemt, de angst overwint, het dal dieper maakt en de berg hoger, dat wat was, als een spel op een glad wateroppervlak, de viool langs de snelweg, het verhaal dat allang afgesloten had moeten zijn, omdat het was, was, was, was, was, maar het houdt me vast, maakt en breekt de dag, dat wat je grijpt op de grens van leven en dood, je wraakt als je te dichtbij komt en naakt naast je moeder op de bank zet als je een grote bek hebt, waar je verveeld thee met te veel suiker drinkt en vogeltjes telt op het muurtje, alsof alleen de krant nog zegt welke dag het is, en zelfs een blauwe maandag kan voelen als een zorgeloze zonnige zondag zonder angst. Was je maar hier om het zelf te kunnen zien. ­

morgen – gerardus

ik ben bang

dat deze kerst
weer zo’n bijeen
geraapt zooitje
van allerlei religieuze
commerciële verhandelingen
en tradities…

de wereld stort niet in

dat doen wij toch ook niet – roop

of dat leuke tibetaanse jochie
met die jerrycan waarvan jij zei
dat het op de dalai lama leek

het heeft zich midscheeps overgoten
en is voor de vrijheid zingend
door het personeel geblust

derdegraads verbrand waar roken
en open vuur zijn verboden dat is
tachtig euro en een bootverbod

en die man waarvan jij zei dat
zou jij ook eens moeten doen
niet scheren hij was in de bus

knoopte zijn kleding open
en toonde zijn bommen
schreeuwend dat het hem allang

niet meer kon verdommen
want zijn land was bezet
en nu had hij geen hart

hij is nog voor het dorp
ontscherpt geen papieren
en meneer reed ook nog eens zwart

dat alles is – martin m aart de jong

Het heeft ook allemaal wel iets
bijvoorbeeld
al dat tragische verlies
van alles in de wereld iets dat zwijgt
over hoe de lente binnen sluipt op
kattenpoten langs een struik streelt met
haar staart de hyacinten bloeien laat
en ruiken ook. Het heeft ook allemaal
geen donder het schreeuwt dwars door
je nachten heen het heeft
een donkerzwart en zwaar
doorvoederd ego het kijkt klok
het tikt de tijd per sms en stuurt
het op naar eenzaam klein behuisde
wezen van achtentachtig en het zegt
dat alles waardeloos en krachtig is
en aaibaar als een stalinorgel.

god vindt het niet erg dat ik af en toe een blik linzen van mijn moeder steel – delphine lecompte

Mijn muze is verkouden
Hij werkt niet op mijn zenuwen vandaag
Gisteren mocht ik voordragen in de Wolstraat
Wanneer ik wol schrijf denk je aan een schaap
Sommigen denken na schaap aan slaap.

Maar de meeste mensen denken aan wolf
Een wolf in schapenvacht
Of een wolf met stenen in zijn maag
Vroeger was ik schaapachtig
Toen ik werkte in de zuivelafdeling
Van een supermarkt was ik mak.

’s Nachts dronk ik rum in mijn douchecel
Ik belde vaak een zwarte engel op
Wanneer hij opnam was hij streng
Genoeg om de stiefvader te zijn
Die ik gelukkig nooit gekregen heb.

De stiefvader die ik gekregen heb
Had een zwakke kin en een Proust-fixatie
Het was onschuldig maar terneerdrukkend
Nooit gingen we in het weekend naar een pretpark
Om onobscene kabouters te fotograferen.

Mijn muze is ziek
Morgen is het voorbij
Dan pluk ik bloemen voor hem
Ik ben geen kleuter en
Mijn vader heeft mij nooit geslaan.

zeg niet telkens dat dit waanzin is – wim de roo

Ik neem me bij de hand, leid me naar een punt
en zet me daar dan neer

het lijkt telkens weer een ander punt
maar er zijn maar weinig punten
alles is bekend: neem me bij de hand

sta op en loop gewillig mee

terwijl ik me omring met al die fijne kanten –
ik daar ergens midden tussen,
doe ik zelfs het hok los, loop er zelf in

trek de deur achter me dicht
hoor: de grendel valt weer in het slot
ga zitten, of ga slapen

ja, werp maar dof een blik bij me naar binnen
door dat kleine open ruitje – ik weet
dat ik voorgoed zit opgesloten

dat ik hier nu nooit meer uitkom

maar zeg niet telkens dat dit waanzin is