Wees gewaarschuwd
zelfs de barbaren lopen in pakken,
vergeten te vragen,
zakken al bij hun eerste woord of daad.
Windstoten stompen in mijn gezicht,
ik word geduwd door kinderen van bijna vijftig,
geschopt en geslagen door jonkies van tien,
vrouwen van veertig negeren me en verjagen me,
overal ben ik een eerlijke hinder,
maar niet voor jou.
Het kleine stukje beschaving op aarde,
daar waar we rust hebben
zonder elkaar echt te kennen.
Het is hier, ergens hier, ik weet het zeker,
gisteren nog kon ik het vinden,
en vandaag herken ik het weer
Resultaten voor het trefwoord daad
Marietje van drie huppelt over straat,
op zich is dat geen ernstige of
criminele daad
Opeens is zij veranderd in een rode vlek,
was het een aanval van vervoegde ongesteldheid!?
nee, het heeft te maken met deze plek
Ah, de oplossing is daar….
Kijk en zie……………..
Het was de bus van tien over drie!
Hoe kaler en ontkleder de grachten,
hoe zwarter de takkenvitrages, des te voller
ik denk aan je melkwitte kont.
Gasgeel is het licht achter het glas in de gevels.
Alsof Breitner hier gisteren nog was.
Koud is het vuur van de jaren, de altijd flanerende tenen,
stram van het eeuwige striemen de winterse benen.
Maar het bloed is in de lichtschijn al warm aan het lopen.
Er wacht mij een bed, klaar ligt mijn lief om de hoek.
De daad voegt zich vandaag bij het innige woord,
ik loop het met Breitner te hopen.
Verzonden woorden lezen onwezenlijk.
Ik zocht je gezicht
achter het scherm.
Verzon je met een link
in levende lijve,
toetste je vingers.
Het klikte.
Onze paden kruisten draadloos.
We voegden de woorden bij de daad,
om nooit meer te verwijderen.
Toen ik een nette jongen was…
nooit een onvertogen woord,
al zag je mij niet in de kerk.
Een kont noemde je zitvlak, achterwerk.
Mijn lief: Locomotiefje, stoomgemaal.
Haar lijf een glimmend, glanzend ketelhuis.
De daad verwerd tot heimachine-metafoor.
Toen was de kleine dood een soort fabriek:
Piepen, kreunen, sissen,
stampen, schokken, spuiten.
Men stond niet stil bij vochtverlies
Dat bleef er netjes buiten, want dat was vies.
Dat vonden ze niet kies,
toen ik een nette jongen was.
Tegenwoordig is mijn taal veel explicieter:
Hij is veel kutter en veel tieter.
Recente reacties