ik bleef maar letters eten
voor mij was de bibliotheek
een menukaart vol
een affiche voor films
van boven de achttien
zoals ze bij tivoli
hingen
ooit een theater
voor poppen
en kinderplezier
we zagen ze hangen
keken er vol
verwondering
naar. Duits
waren ze
en behaard
maar hier
woonden
woorden
gegoten
in vormen
van vuur
ostaijen raasde
danste en zong
ik proefde een deelder
verslond een vinkenoog
claus scheerde langs me heen
en lucebert droomde
ik ’s nachts
als een zoete boeroeboedoer
het mooist vond ik campert
die schreef of ‘ie sprak
in gewone woorden
Recente reacties