Men verdenkt mij van ongelukkig zijn;
met jou, wel te verstaan.
Dat is een, op zijn minst,
vreemd gaande vaststelling.
Ik ben naar geschiktheid ingelijfd,
niet anders dan dat jij, op dezelfde basis,
maar in afspiegeling daarvan,
jouzelf aan mij hebt gebonden.
Je hebt me vaak serieus genomen,
alsof ik er een neus voor heb.
Bewust ben ik van onware grond;
geen van de mijnen echter
zal ik er anders om uitleggen.
Jij kunt niet zonder, zeg je,
neemt mijn afscheid in bewaring.
Tijd prijst kleuren grijs,
walging is wat mensen in beweging houdt.
In dit monsterverbond
hangt het om verdragen.
Recente reacties