Resultaten voor het trefwoord brief

brief aan iemand die ik kende – maaike klaster

Eens zullen wij het nooit worden.
Wilde jij nou bij mij of ik bij jou terugkruipen in die buik,
onder een zelfgebreide streepjestrui? Want net als een zeepaardje
kan ik mijn mannen zwanger door die oceaan laten dobberen en
ik ben, zoals je weet, de Kleine Zeemeermin in het groot. Niet de
Disney-variant, maar de echte, die zich in de golven van haar vader’s
zee werpt, sterft, omdat niemand haar voor vol aanziet. Zelfs jij niet.

Toch blijf ik van je houden. Lamlendig, dat wel.
Wordt dit zo’n gedicht dat mensen gaan citeren tijdens
bruiloftsredes; aan het graf van een gestorven dierbare?
Ik lach me nu al een kriek. Wat dacht je ervan?
Zullen we buiten op het plein een pilsje gaan drinken,
ook al houd ik helemaal niet van bier? Je weet me te vinden. Aan de
overkant van één de zeven zeeën.

de nacht begint wanneer de juiste zoogdieren zichzelf in het donker knijpen – delphine lecompte

Met geknapte veters adopteer ik een bezwaarde kat
Ik noem haar Gerda en ze haat mij
Twee dagen na de adoptie sterft mijn grootvader
Ik krijg de kaas die nog onder zijn stolp lag
En een gotische kandelaar zonder kaarsen.

De kaas deel ik met mijn jongste zus
Die onze grootvader nauwelijks heeft gekend
Ze heeft zijn gouden dasspelden geërfd
Na de kaasmaaltijd verlaten we voorgoed zijn hol
Zijn holle huis echoot mijn verwachtingen uit.

Terug in mijn eigen woonst toon ik
Mijn zus de kat, de kat aan mijn zuster
Gerda spint en mijn zus snijdt
Zichzelf aan mijn briefopener
De brief is aan ons beiden gericht.

Onze moeder wil dat we op het zelfde moment lezen
Dat haar vader een winderige, lijmverslaafde tiran was
En erger!!
Mijn zus leest trager
Wanneer ze lijmverslaving bereikt
Heb ik al erger ontdekt.

Erger is slechts een kortstondige flirt met de blinde vrouw
Van een Kaapse glazenwasser en een langdurige affaire
Met de schelle dochter van een bipolaire garnalenpeller
Na de brieflezing houden we ongewijzigd van onze grootvader
Onze moeder kan letterlijk naar de maan lopen
En daar nadenken over haar navel en over haar kleingeestigheid.

De zon gaat onder en we proberen de ondergang te chronometreren
Maar we raken het niet eens over de kleuren
Volgens mij hoort het rood nog overduidelijk bij de dag
Volgens mijn zus was het oranje reeds het begin van de nacht
Een uur geleden is de kat grijnzend door haar luik verdwenen
Met een kaaskorst en twee veters om aan een garnalenpeller te geven.

brief – stien van de wal

begrijp het volkomen,
een verzinsel dat betekenis
niet kent, weemoed en
leeg onverschil verheft
tot onware klanken

een balpen van de Hema
armetierig in jouw hand
vervuilt slecht papier
door verdichte gedachten
van lelijke tekens

goedkope inkt
vraagt geweten

brief aan vlinder, merlijn en isa hoes – maaike klaster

De Nederlandse roddelpers is uitgerukt.
Opgeruimd staat netjes, trut.
De Nieuwe Kleren Van De Keizer, Manolo Blahniks
met een zelfmoord vergelijken!

Bijna reed ik mijzelf op een rotonde dood, toen mijn
leraar mij tijdens de les tussen neus en lippen door
vertelde wat Antonie Kamerling had gedaan:
Zichzelf opgehangen aan een balk in de schuur
waar zijn vrouw hem aantrof na het vinden van
de brief die binnen lag.

Zij houdt zich goed; dat is niet goed.
Nu is het de tijd van Grote, Wijze Tovenaars en
hun Glimlachende Nachtvlinders, van kinderen die
naar hun papa vragen, die te allen tijde woedend
mogen zijn omdat je daarmee wonden heelt die
anders nooit genezen.

Ik zag hem wel, in gesprek bij Life & Cooking,
met ogen die zichzelf haatten, en ik heb hem in
mijn ziel gevraagd die Ouwe Duivel thuis te laten.
Hij heeft niet geluisterd.

Antonie, je brak ons hart.
Nu kost het ons een leven om jou steeds opnieuw te
moeten vergeven. Maar het leven duurt soms maar
één seconde, zo snel reis je door de tijd en kun je
jouw vader met terugwerkende kracht alsnog dat
leven geven, met hem over vanalles in gesprek gaan.

Want niet zijn dood doet pijn, maar wat hij tijdens
zijn bestaan heeft gelaten: een liefhebbende vader,
echtgenoot, broer, zwager, collega zijn; zich
herinneren wie zijn ouders waren.

Dus verwijder dat koord, noem het moord en zie
hem terug bij zijn geboorte, hoe hij lachend op jullie
wacht, in de tuin, bij de schuur, bij de hemelpoort.

in therapie – jan holtman

I

Ik moet van haar eens na gaan denken
over wat ik nu eigenlijk wil en vooral
ook of ik door wil gaan met leven
want het kan toch niet waar zijn

dat ik zo nu en dan gelukkig ben
 
 
II
 
en als ik haar autootje hoor stoppen,
de deurbel, haar lach, hallo daar ben
ik weer, denk ik tja

ambulant, dat ben je
 
 
III
 
en dan zegt ze “stap voor stap”
we staan nu hier, in het hier
en nu

wat wil jij?
 
 
IV

Ik wil niets, helemaal niets en
dan schrijft ze dat op en volgt
er twee dagen later een brief:

wil niets, onbehandelbaar.

valencia – hans goudart

het eerste ochtendlicht
een streep aan de horizon
donderend aanrollende golven
grote trom onder de onweerswolken
& kletterende hagelstenen op een zinken dak
in de stilte van dit uur

na de koffie aan de kade
een verkwikkende motregen
mild, zachtaardig
een briesje rimpelt
schitterende golfjes over helder water

het geluid van mandolines
dansende bootjes : canaletto
een speels staccato van touwen
tegen vlaggenmasten

ik sjok door de lome middagzon
doffe stappen over een stoffig zandpad
een kiezel rolt voor mijn voet uit
vreemde holle klank
wuivend koren zonbeschenen
goudgeel inderdaad
vaalroze en oker verweerde muren
generaties mysteries daarachter

onder een boom : op-art
verblindend spel van licht en schaduw
beweging, ruisend gebladerte

ik droom een heldhaftig verleden
grootse veroveringen
tromgeroffel, trompetgeschal, violen
en meeslepende liefdesavonturen

er zoemt iets in mijn oor
ik ontwaak
in dagelijkse ongemakken
een droge keel, jeuk.
een insectenbeet
een onbestemd gevoel
over een nooit ontvangen brief

de schemering telt wiegende populieren
aan de einder

aan de einder
valt de avond vlotjes
daar zijn de sterren al

de stad baadt in gekrakeel
nauwe stegen weerkaatsen
rauwe vrouwenstemmen

klaterend kindergelach
bij de fontein
nerveus pulserende motoren
aan de streep bij het stoplicht
opgewonden commentaren, hooglopend
mannen op straathoeken
in groepjes bij elkaar

tussen keuken en eetzaal
zwaaien klapdeurtjes
driftig heen en weer
bestek kletterend neergepletterd
luidruchtig gestapeld vaatwerk

op het terras
in gemijmer verzonken
de oude dichter
laat een boertje

confabulatie – lize schraepen

ik hield ervan als de wind geluid maakte
dan maakte ik tekeningen van mijn voeten
en ooit schreef ik een brief vol muzieknoten
en verstuurde die naar mijn buurman
ik trok zelfs onderbroeken aan
die ik kreeg van de postbode
ik wilde een man zijn,
een man met lang haar
die muziek speelt op de kade
hij zingt voor het egoïsme van anderen
en de schaamte in zichzelf
en als je mij niet gelooft
dan noem ik je vies
en trek ik je kleren stuk
maar ik wil je niet naakt zien
want wanneer ik bloos
dan ben ik te mooi voor jou

brief met gaten – basje boer

Ik schrijf een brief aan alle meesters,
rode letters, gele datum
Mijn hanenpoten zijn gaan krullen
aan het einde van de zin

Mijn woorden maken zwarte gaten,
holle vragen
vraagt ’t inkt aan toen
Hoe was ik toch, en nu

Kinderen die naast me zaten,
die ik nog eens zie op straat
Jaren die zijn opgeslagen,
vergeten nu maar toch nooit kwijt

Ik post mijn brief aan alle meesters;
zwarte zegel, speekselkus
Ik vraag in gaten, wil het weten
maar niet: hoe gaat het jou

Alles maar niet:
Hoe gaat het jou

bespreking – {{{ïe-e-ïet-e-iët-e-ïet-e-iets}}}

’t komt zo:
5jr= middelste zoon niet in ‘touderlijk huis.
=verbann&.oudere zus yolandinette ligt vast
in 1contract to& zij zijn vele schuld& afloste,
’t lijkt er ev& op dat pa anders ’t ouderlijke
huis moet verkop&. thans besluit abdom&‘t
verbod te neger&, aldoende uitg&odigd door
puberzoon van yolandinette. wim&pimpel=
e& gezinskroniek in traditie van opklapdood
v. eugenie vlach & dopkruid v. ernstkees&
klosse. zichtbaar g&oeg& toont regisseur pé
iemelneus wat bloedband& zoal vermog&.
hier zit ieder1 vol v.op ‘t 1ste gezicht rare
terzijdes. stijl= rommelig>

en edgar dronk – peter van galen

het boek is dichtgeslagen
ik heb alles nu gelezen
iemand zocht de dood
een ander niet maar vond hem toch

en edgar dronk

een huis stond deinend op de heide
waar het in de nacht naar beesten stonk
een brief kwam aan maar veel te laat

en edgar dronk

lieve heer papaverblaadjes
vloeien door de wind
weer een ander kocht een woning
op een eiland in de zee

ik heb u niet bedrogen
de ezel zwalkte met mensen mee
in een maanziek schuurtje rommelde een hond

en edgar dronk