Eens zullen wij het nooit worden.
Wilde jij nou bij mij of ik bij jou terugkruipen in die buik,
onder een zelfgebreide streepjestrui? Want net als een zeepaardje
kan ik mijn mannen zwanger door die oceaan laten dobberen en
ik ben, zoals je weet, de Kleine Zeemeermin in het groot. Niet de
Disney-variant, maar de echte, die zich in de golven van haar vader’s
zee werpt, sterft, omdat niemand haar voor vol aanziet. Zelfs jij niet.
Toch blijf ik van je houden. Lamlendig, dat wel.
Wordt dit zo’n gedicht dat mensen gaan citeren tijdens
bruiloftsredes; aan het graf van een gestorven dierbare?
Ik lach me nu al een kriek. Wat dacht je ervan?
Zullen we buiten op het plein een pilsje gaan drinken,
ook al houd ik helemaal niet van bier? Je weet me te vinden. Aan de
overkant van één de zeven zeeën.
Recente reacties