Resultaten voor het trefwoord boeren

dag mijn lieve amsterdam – berry tunderman

Zie je straten, bruggen, je gebouwen.
In een film of op tv.
Van oude liefdes blijf je houden.
Op afstand anders dan je deed.

Natuurlijk goedgemutst volk.
In de Ferdinand Bol.
Kwam het steeds minder tegen.
Aan de pijp in een crackhol.

Kroeg op de hoek met tante Sjaan.
Een lied, een mop- belegen tijd.
Sjaan dood waar de dagen gaan.

Geen scheiding verloopt gladjes.
Loop nu met een boeren pet.
En in mijn gang verdwaalde padjes.

voorbij – frido welker

er zijn stortbuien in de verte
sluiers water dringen zich een weg naar beneden, zonder moeite, en storten zich uit
er moet iemand zijn die nat wordt
ik kijk toe vanaf de vijfde

de bui beweegt zich langzaam, als een rups, naar het westen
de poten tasten zorgvuldig het landschap af op droge plekken
een enkele maal lijkt er licht doorheen te breken, een illusie
van sloten die tot de rand gevuld zijn, de koeien drinken
al hun magen vol

boeren die godzijdank op hun knieën zakken, het stro in hun handen
zacht voelen worden alsof het de huid van hun dochters was, zoveel
jaren geleden
dat ze moeten huilen met de stevige koppen van hun herdershonden
op schoot, grote ogen, tong naar buiten van uitzinnigheid

er moeten middelbareschool scholieren zijn, racend
op hun versnellingsloze fietsjes, drie naast elkaar
op de dijk aangepakt met striemen, recht het gezicht in
de wangen vertrokken van de pijn, deze sluiers
bewegen zich zonder moeite het land door

ze gaan een keer over in de drup, laten
de last is wat hij geweest is en reizen verder
de zee op, rustig de verdamping rokend
als ware het een waterpijp

ijsheilig – d.docters van leeuwen

de helden van weleer
waren nergens in de lente
in de herfst spraken zij niet meer

en luiken wauwelden
in de wind in het aardappelveld
gingen boeren over de rooie
tot de winter kwam

huiver bedekte de grond
een sneeuwpop mompelde
met woorden die bevroren in de mond:

als een heilige bevriezen kan
kan ie ook ontdooien

waarin een klein land groot kan zijn – nina bakker

Zegt u nou zelf mijnheer
De generaals: hoeveel zijn daarvan nodig
Is de weg niet al gewezen
De strategie bepaald
Hebben wij niet reeds de horden aan de poorten

U weet het nog
Hoe wij de denkers weerden uit de torens
Er was rumoer, wie heeft ze nog gemist
De boeren hingen zwijnen langs de lanen
Rond kalveren werd droef gedanst

Van leven moet u zich geen voorstellingen maken
Dat men geen onkruid achterlaat volstaat.

de informatiemaatschappij – hans van willigenburg

Er zijn humeuren die informatie wegduwen.
Er zijn politici die informatie door een scherpe bocht sturen.
Er zijn souffleurs die informatie uitdelen als klappen.
Er zijn burgers die boos worden van informatie.
Er zijn lachbuien die informatie in perspectief plaatsen.
Er zijn tv-programma’s met visueel aantrekkelijke informatie.
Er zijn journalisten die schietgebedjes doen voor informatie.
Er zijn kampeerders die informatie met een vinger aanwijzen.
Er zijn junks die naar een tabel met informatie staren.
Er zijn speculanten die van informatie in hun handen wrijven.
Er zijn huisvrouwen die informatie weigeren op te slaan.
Er zijn geloofsfanatici die informatie gevaarlijk vinden.
Er zijn toeristen die de informatie graag anders zien.
Er zijn directeuren die informatie verbieden.
Er zijn managers die twee soorten informatie onderscheiden.
Er zijn sporters die één type informatie opnemen.
Er zijn activisten die informatie rondbazuinen.
Er zijn priesters die informatie zorgvuldig buiten bereik houden.
Er zijn nihilisten die informatie beroven van al het gewicht.
Er zijn dichters die allergisch zijn voor informatie.
Er zijn vertegenwoordigers die informatie brengen met een glimlach.
Er zijn stagiaires die bij informatie weg rennen.
Er zijn stervenden die allang niet meer in informatie geloven.
Er zijn kroegbeesten die in informatie willen roeren.
Er zijn professoren die informatie laten afkoelen.
Er zijn families die lekker draaien op gebrek aan informatie.
Er zijn doktoren die informatie in een map stoppen.
Er zijn patiënten die beven door informatie.
Er zijn psychologen die informatie modelleren.
Er zijn gamers die over iets alle informatie willen.
Er zijn boeren die informatie bij voorbaat op de mesthoop gooien.
Er zijn muziekbands die informatie maken van hun tatoeages.
Er zijn goeroes die informatie heel veel toedichten.
Er zijn fabrieksmedewerkers met precies genoeg informatie.
Er zijn lanterfanters die informatie uitstellen tot morgen.
Er zijn reservespelers die informatie uit hun hoofd willen schoppen.
Er zijn spitsen die informatie voorbij hollen.
Er zijn geen mensen die informatie doorlopend kunnen laten liggen.
Er zijn geen mogelijkheden om alle informatie tot je te nemen.
Er zijn alleen maar kleine hapjes informatie die zich aandienen.
Hele kleine hapjes. Hele kleine hapjes. Hele kleine hapjes.

oude amersfoortseweg – richard kamsteeg

De Oude Amersfoortseweg
is eigenlijk gewoon een straat:
als je er niet hoeft te zijn,
loop je er gedachteloos door heen.
Maar sta nou eens even stil en sloop
de bebouwing uit je hoofd:
dan is de weg niet oud meer en zie je
de schapen op de arme grond,
de boeren en de ambachtslieden met
handkarren, nauwelijks belast met
schamele en karige waren.
Alles net genoeg
om niet van dood te gaan.
Op dat moment dan.

dag van een toerist – harry van de vijfeijke

De 1-dollar-fiets tuukt mij
langs kampongs, stuurt mij de
dessa’s in. Ik betrap mij al gauw
op zwaaigebaren.

Ik zie alom het scharrelen en
zie dat de kippen het nog
altijd anders doen dan
de kleine boeren, handelaren.

De kinderen zijn groot in aantal en
zijn overal, hun haren blauw,
hun tanden wit, waarachter zij
hun arme zalige blij-
moedigheid bewaren.

Daar staat waarachtig dan
mijn vader wijdbeens
in ’t natte akkerland, hij plant
zijn rijst in rijstverband.

De karbouw zoekt trouw
zijn voergerief in het
eeuwige karbouwbesef
dat de planter vroeg of laat
haar weer voorspant in de dag.
Een moeder, ach zij telt
per dag de rijst en per jaar
haar kindertal.