elke dag wrijf ik op mijn handen
werk hard en luister naar de stilte
ik ben je aan het verliezen
of ik ben je al kwijt
ik zie dat je daar gelukkig bent
wat moet ik dan verder nog?
dat wat wij nog hadden
of nodig hebben
het is aan het verdwijnen
niet van binnen
niet van binnen
maar van buiten
we zien elkaar niet meer
praten niet meer
teren op herinneringen
op iets dat was
zweven ondertussen in een eigen leven
geen dag dat ik niet aan je denk
het leven, het leven
de dood, een eigen leven
mijn hart, ik mis je
ik denk niet
dat het ooit nog went
Resultaten voor het trefwoord binnen
De buitenwereld heeft ook iets van binnen.
Peter de Groot
geen flauwekul of boterkoeken
ik, jij, het vrije leven
het werd gezegd van binnen
in een gedachte die alleen jij echt kent
onvertogen
zonder bloed aan het doekje
stenen bewogen
geheimen stonden roerloos stil
het werd gezegd van binnen
roestvast, loepzuiver
toegegeven
geen slaap, geen vriendschap
als een dag zonder profeten
een wereld vol gelijkenis
overeenkomst
een wereld van verschil
Ik kan je niet meer lezen
zei de mossel tegen de steen,
je gezicht is te verstrakt en je wezen
is diep weggezonken in je huid.
Gisteren kwam je nog zo heerlijk langs
mijn randjes schuren, sleet je nog
mijn scherpe kantjes, klopte je op mijn rug
om te kijken of ik binnen was.
En nu lijk je me dan zo verlaten
en voor eeuwig in jezelf gekeerd,
mijn lief, mijn steen, mijn ooit
zo gladgesleten zielemaat.
Bij jou trek ik me terug
in een andere wereld
een wereld van dromen
geesten, zielen
Een wereld waar geen lichaam is
geen gesproken taal
een wereld van gedachten
die bestaat
van binnen
Ze hing uiteindelijk toch op, de stilte viel als een druppel water in de goot. Ze hing uiteindelijk toch op.
Ik huil zachtjes, maar niemand die het ziet, van binnen ben ik bij haar, ik hou me groot.
De zon kleedt ons uit, schaduw trekt zich terug
Buiten is tijdelijk, binnen tellen de uren niet
Je ogen hebben zich in mijn gedachte vastgeplakt
je glimlach, zich in mijn mondhoeken verstopt
ik swing als ik je zie
ik kan niet ademen zonder blauw
.
Mijn huis is twee keer leeg.
De bomen komen nooit binnen.
Ook al ben ik dichter.
De maan wil niet wachten.
Heeft geen kind aan
een sterveling zoals ik.
Daarom storm ik door de dagen,
maak ik van iedere wolk een tweeling.
Jullie leven.
tijdens het avondmaal
was het de enige keer
dat we witbrood aten
de bakker leverde het brood
in hapklare blokjes aan
op glimmende schalen
stond het voorin de kerk
tot de dienst begon
onder witte doeken
zonder oud te worden
na de dienst stonden de schalen
bij ons boven op tafel
het overgebleven brood
propten we met handenvol
naar binnen
het lijden van jezus
en buikpijn op maandagmorgen
op die dagen werd
er bij ons thuis
niet veel gepoept
ik kijk niet graag of schichtig achterom
de villa die er net nog stond, lijkt op een oude dame
kermend in haar houten jas
zo hol van binnen
doorgaans een even aantal passen lopen
met je handen in je zakken
naar de paddenpoel
de langgerekte tuin in
dan merk je ook waarom
de grote wijzers langzaam om het kroos heen draaien
en wegtrekken tussen het struikgewas
wacht hier
laat mij het beeld kapot slaan
van de pad die destijds naar lucht zocht
op het randje van aarde en water
waarna hij uiteenspatte op gras dat groen was
Recente reacties