Resultaten voor het trefwoord bibliotheek

verzameld werk – jacques santegu

“De mens, die in enigerlei richting naar het betere streeft, maakt zich in gedachten
veelal voorstellingen van te verkrijgen resultaten, welker totstandkoming
hij bij dieper nadenken als niet te bereiken uitslag
van zijn pogingen moet aanvaarden.”

( J.L.J.J. Harms, Toepoel’s Hondenencyclopaedie
tweede bijgewerkte en zeer vermeerderde druk )

Aan het eind van mijn Latijn staat enkel nog de hondenencyclopedie overeind
in de boekenkast. Ik hoef niet langer een bibliotheek
maar een mand
voor mijn honds bestaan.
Van een Dostojevski onthoud ik slechts de donkere dagen:

de schurftmijt plant zich voort onder zijn ongeborstelde haren
hij ligt aan de ketting
ergens
in het diepe ruim
waar ratten hun snippers printen in vergeelde vellen.

Ik zoek een mand voor mijn honds bestaan, ik wil niet
eeuwig blijven zwerven.

Ik moet jouw sappige kluiven niet. Geef me mijn hondenencyclopedie
om er ons in terug te kunnen vinden
ons samen te begraven.

herinnering – lize schraepen

wanneer ik dood ga
worden mijn boeken verkocht op de rommelmarkt
                    en gaan mijn dagboeken naar de kringloopwinkel
                                    maar zolang,
bemin ik de teksten en ga ik vaak vreemd in de bibliotheek
dan kus ik de letters van een ander
op mijn rode hoge hakken
maar als ik dood ben,
word ik vereeuwigd in de linkerhoek
van een door mij in een stoffig winkeltje
aangekocht boek
dan ben ik op deze aarde
tot jij door de papierversnipperaar gaat
al was je bij momenten
tussen het begin en het einde
verschrikkelijk saai

ik kon er geen genoeg van krijgen – martin m aart de jong

ik bleef maar letters eten
voor mij was de bibliotheek
een menukaart vol
een affiche voor films
van boven de achttien
zoals ze bij tivoli
hingen
ooit een theater
voor poppen
en kinderplezier

we zagen ze hangen
keken er vol
verwondering
naar. Duits

waren ze
en behaard

maar hier
woonden
woorden
gegoten
in vormen
van vuur

ostaijen raasde
danste en zong
ik proefde een deelder
verslond een vinkenoog

claus scheerde langs me heen
en lucebert droomde
ik ’s nachts
als een zoete boeroeboedoer

het mooist vond ik campert
die schreef of ‘ie sprak
in gewone woorden